Zuid Argentinie - Reisverslag uit Paillaco, Chili van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu Zuid Argentinie - Reisverslag uit Paillaco, Chili van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu

Zuid Argentinie

Blijf op de hoogte en volg Boris en Leonie

15 Januari 2016 | Chili, Paillaco

Het laatste deel van onze trip begon in Perito Moreno, een dorp waar niets te beleven viel. Het was echter de eerste plaats in Argentinie na een lange trip van liften met dagenlang wachten. Het was ons wat tegengevallen hoe weinig auto's er in het zuiden van de Carretera Austral in Chili langskwamen, waardoor we veel moesten wachten en we blij waren de overtocht naar Argentinie te hebben gehaald. We werden gedropt door de vriendelijke vrachtwagenchauffeur waarbij ons enkel nog een wandeling naar de camping restte. Na vijftien manzanas ofterwijl appels of huizenblokken, kwamen we aan bij de helaas gesloten camping aan de andere kant van de stad. Het was nog te vroeg in het seizoen. We vroegen wat rond naar een andere camping en kwamen uiteindelijk uit bij een opmerkelijk klein huisje met achtertuin. De man des huizes was er niet, maar de vriendelijke medewerker van de nabijgelegen supermarkt zou hem wel even bellen. We waren heel benieuwd wie er op zou komen dagen gezien het uiterlijk van de camping waar we al even een kijkje hadden genomen. Een tuinhekje sloot een klein verlaten uitziend huisje met omringend grasveld af van de weg. Aan de deur hing een versleten oude voetbalschoen. Achter het huis, op het grasveldje van zo'n tien bij tien meter stond nog een klein rond bungalowtje. De deur was met een tyrip vastgemaakt waaraan een kaartje hing van de politie. 'Peligro' ofterwijl gevaarlijk stond er onder een foto van een ietwat inderdaad luguber uitziende man. Nou ja, de vriendelijke man van de supermarkt wist ons te vertellen dat de eigenaar heel aardig was, dus we zouden wel zien.
Na tien minuten kwam er een oude hippie aanlopen die duidelijk bij de camping hoorde. Hij zag er net zo verlopen uit als de camping, maar was erg vriendelijk. Hij had duidelijk last van iets teveel energie en wist niet op te houden met vertellen, terwijl hij ondertussen de was, die zijn dochter had gewassen bij elkaar legde. In de kamer stond een bed, tafel, keukentje en kastje met kleren. Hij bracht hier duidelijk zijn leven door, zowel de nacht als de dag in dezelfde kamer.
In de harde wind lieten we de tent die nog nat was van de vorige nacht drogen, waarna we hem op zetten. Terwijl Boris naar de supermarkt ging om nieuwe lepels te kopen die we per ongeluk in de vrachtwagen hadden laten liggen, vertelde de campingeigenaar verder over zijn leven terwijl hij me een stukje kaas en gedroogde worst aanbood. Hij was 77 en had een oogje op zijn 33 jarige buurvrouw. Maar waarom wilde ze toch niets met hem hebben?? Ze liet hem een beetje aan haar zitten, maar verder ging ze niet. Inderdaad, niet echt details die ik hoefde te weten en was dus maar wat blij toen Boris weer terug kwam en we konden eten.

De volgende dag vertrokken we al liftende naar El Chalten. Even buiten de stad was al duidelijk dat het hier grotendeels niemandsland zou worden. Een grote grijze vlakte met her en der wat verdroogde grasduintjes. Het was lang wachten op een lift waarbij we halverwege nog entertaint werden door een zestal cowboys die met hun honden een honderdtal schapen vervoerden en de weg over kruisten. Dit was wel weer echt het plattelandsleven.
Na een paar uur wachten, waarbij we inmiddels al ons brood en lekkernijen op hadden gegeten, werden we meegenomen door een zoon met vader. Een klein keffertje zat bij vader op schoot. Erg spraakzaam waren ze niet. Ze gaven antwoord op wat vragen als waar ze woonden, maar verder werd het een rustige trip naar het zo'n honderd kilometer verderop gelegen dorp Bajo Caracoles. Nou ja dorp, het bestond uit een twintigtal huisjes, een klein hotelletje en benzinestationnetje met drie ouderwetse pompen volgeplakt met stickers. Dit was het eerste dorp wat we tegenkwamen. We waren duidelijk beland in de Wild Wild West.

Hier was het pas echt wachten geblazen. We hadden al een rondje door het dorp gemaakt om te kijken of we hier konden overnachten. Er was zowaar een plek waar 'camping' aangegeven stond, dus we hadden in ieder geval een plek uit de wind, mocht er niets op komen dagen. In het hotelletje dat meer functioneerde als bar vroegen we na wat uren wachten in de keiharde wind wanneer er bussen langs gingen. Helaas, slechts een keer per week en de volgende zou over een uur aankomen. We moesten dus snel beslissen. Zowaar kwam er na een uur inderdaad een bus aanrijden, waarna we vroegen of er nog plek was. De prijs was ons echter net iets te gortig om het liften op te geven. Als we hier nou al een hele dag hadden gestaan, waren we meegegaan, maar nu wilden we toch nog even door proberen.
De bus was nog geen uur weg of we hadden al spijt van onze beslissing. Geen auto die langs kwam om ons mee te nemen! Met de harde wind die in ons gezicht blies, begonnen we het plezier wel een beetje te verliezen. Inmiddels waren wel twee vrachtwagens gestopt om wat te eten en dus besloot ik maar een keer op de man af te gaan. Niet echt onze stijl aangezien we dan meer het gevoel hadden dat ze geen nee konden zeggen, maar de moed begon ons aardig in onze schoenen te zakken en we wilden hier toch ook wel graag weg. Terwijl Boris aan de straat bleef staan, om zo geen auto te missen, liep ik het café in op zoek naar de twee vrachtwagenchauffeurs. De keuze tussen de twee oudere Duitse stellen en de tafel met drie behoorlijk gezette mannen met tatoeages was snel gemaakt. De laatsten behoorden duidelijk tot de vrachtwagens. Ik liep naar de tafel en vroeg of ze toevallig naar El Chalten gingen en ons mee konden nemen. De oudere sloeg direct met zijn vuist op tafel en zei: "yo les tomo"', ofterwijl 'ik neem ze mee!'. Dat ging makkelijk! Ze overlegden nog even waarna bleek dat de jongere vrachtwagenchauffeur via El Chalten ging, terwijl de oudere er niet direct door kwam. Uiteindelijk besloten ze dat we met de jongste van het stel mee konden. Hij ging via El Chalten en daar moesten wij ook heen.
Helemaal enthousiast rende ik naar Boris die nog aan de kant van de weg stond om te vertellen dat we een lift hadden. En nog wel een die via El Chalten zou gaan rijden. We pakten onze backpacks en wachtten buiten rustig totdat ze klaar waren met eten. Van een van de vrachtwagens bleek de lamp niet te werken en dus werd er nog wat gesleuteld terwijl wij in verband met de kou al binnen in de truck plaats hadden genomen. Na twee uur sleutelen, heel wat koude vingers voor de mannen en een gerepareerde lamp konden we rond een uur of zes vertrekken. Inmiddels had ook een Italiaan, genaamd Beppe in de andere vrachtwagen plaatsgenomen. Hij had het stuk van Perito Moreno tot aan Bajo Caracoles te fiets afgelegd, maar inmiddels was het met de wind onmogelijk verder te gaan en dus besloot hij verder te gaan met de vrachtwagen. De fiets stond stevig met touwen achter de cabine bevestigd.
Het zou een uur of zes rijden zijn, maar om een uur 's nachts bleken we er nog lang niet te zijn en dus namen we plaats in een wegrestaurant waar de chauffeurs grote lappen vlees wegwerkten en wij een mager kipfiletje deelden. Aangezien Beppe ook naar El Chalten wilde, werd zijn fiets aan onze vrachtwagen bevestigd en zaten we met z'n drieën bij dezelfde chauffeur in. Waar de chauffeur het begin van de reis nog uitgebreid vertelde over zijn moeilijke leven waarbij hij opgegroeid was in een weeshuis, vanaf zijn tiende op de straat leefde, maar inmiddels met een gezin met twee kinderen zijn leven helemaal op orde had, was hij nu maar wat stil geworden. Ook had hij zijn voorraadje cocaïne al laten zien. De andere chauffeur had duidelijk ook last van slaap gezien hij van de ene naar de andere kant over de weg slingerde. Ze hadden inmiddels al zo'n twintig uur gereden en wij waren maar wat verbaasd hoe ze dat in godsnaam vol wisten te houden. Toen we midden in de nacht stopten en wakker werden, werd dit duidelijk. Allemaal waren we wakker geworden en keken naar onze chauffeur wat er aan de hand was. "Cierre sus ojos" ofterwijl sluit jullie ogen, zei hij. We mochten gewoon doorslapen terwijl hij zijn ding deed. Beppe zei nog dat het niet nodig was, we konden gezellig met hem wakker blijven. "No, no, cierre sus ojos" riep hij weer, waarna we onze ogen maar dicht deden. Na wat geritsel van papier hoorden we een flinke snuif. Het was duidelijk hoe hij die lange reizen wakker kon blijven. De cocaïne maakte voor hen blijkbaar een hoop goed.
En dus vervolgden we onze weg tot hij om vijf uur in de ochtend, waarbij het inmiddels hard was gaan sneeuwen ons vertelde "Tienen que bajar". We moesten eruit. We stonden in de middle of nowhere. Dit was duidelijk geen El Chalten. Terwijl Beppe, die duidelijk een iets meer Italiaans temperament had, flink boos werd, probeerde ik nog vriendelijk te vragen waarom we niet naar El Chalten gingen. Hij had die reis ons al verteld dat hij zijn schoonvader met drie messteken had neergestoken dus het leek ons beter een beetje rustig te blijven. De weg was dicht geweest en dus had hij om moeten rijden, nou ja, dat vertelde hij. Of het waar was of niet, geen idee, maar het was duidelijk dat we er hier liever niet uit wilden. Het was steenkoud, het sneeuwde en we stonden in the middel of nowhere waar geen auto in de verste verte te zien was. Hij vervolgde uiteindelijk zijn weg om ons in het eerste dicht bijzijnde dorp Rio Turbio af te zetten. De chauffeur wist het nog goed te praten door te zeggen dat het maar honderd kilometer terug was naar El Chalten en dat er vele bussen reden. We werden afgezet op een plek waar volgens hem de busterminal was en voordat we uit waren gestapt, reed hij al weg. Hij had duidelijk haast. We vroegen een voorbijganger welk gebouw de busterminal was, maar deze bleek hier niet te bestaan. In het benzinestation wachtten we vermoeid nog twee uur voordat de enige twee kantoortjes van bussen openden. Dat er veel bussen waren en het maar honderd kilometer was, was klinkklare onzin! Twee bussen gingen er per dag, waarvan de eerste al vol zaten en met een 350 kilometer terug tocht was dit iets verder dan honderd. Het bleek een vrachtwagenchauffeur die mooie praatjes had, maar ondertussen...
Voor Beppe wisten we uiteindelijk gelukkig een bus te regelen die nog een plaats had en zijn fiets ook nog bij in paste. Hij moest nog een paar uur wachten maar het feit dat we transport hadden gevonden die dit keer wel zeker naar El Chalten reed, was al een hele opluchting. Boris en ik wilden verder proberen te liften. We waren zo gefrustreerd dat we 350 kilometer voorbij El Chalten waren afgezet dat we geen geld aan een dure bus wilden besteden. Onze dag was op dat moment toch al verprutst dus lang wachten aan de weg kon het toen niet verslechteren.
We besloten weer recht op de man af te vragen bij het benzinestation waar we die ochtend al een paar uur hadden doorgebracht. Helemaal naar El Chalten vanaf dit plaatselijke benzinestationnetje zou niet lukken, maar om in ieder geval de stad uit te komen hoopten we wel op. We bleken dit keer geluk te hebben. Een zeer vriendelijke man reed naar een van de vele fabrieken die aan de rand van de stad lag, waarna hij zijn vrachtwagenchauffeur collega's vroeg of ze toevallig richting onze eindbestemming reden. Ze gingen ook die kant op en dus wachtten we samen met een stel vrachtwagenchauffeurs totdat ook zij samen met ons konden vertrekken in de richting van El Chalten. Daarna ging het vrij vlot waarbij we op werden gepikt door twee energieke meiden die ons een etentje aanboden in een nabijgelegen dorp en een lift van een vrouw met twee kinderen die naar El Chalten reed. Jeeee! We hadden het uiteindelijk gered. Het duurde een dag langer, we waren wat spannende ervaringen rijker, maar we waren op onze eindbestemming! Achteraf een mooi avontuur.

El Chalten bleek een echt toeristen oord te zijn. Het was een dorp aan een veertig kilometer lange doodlopende weg dat enkel naar dit dorp leidde. Op de achtergrond waren de populaire gebergtes van Fitz Roy en Cerro Torrer te zien. De hoofdstraat was bezaaid met hostels, restaurants en winkeltjes voor wandelkleding. De straten waren vol met toeristen. Vooral in de ochtend en de avond, wanneer ze nog niet aan het wandelen waren.
Na vergeefse pogingen om Beppe te bellen, bleek het dorp klein genoeg te zijn om hem in het dorp tegen te komen. Hij trakteerde ons op een groot stuk gebak met koffie waarbij we onze ervaringen dit keer al lachend nog eens deelden. Met Beppe zijn Italiaans en ons beste Spaans wisten we elkaar nog redelijk te verstaan. Het was erg gezellig! We hadden zo met hem te doen! Hij was hier gekomen om te fietsen in Patagonië , maar het internet dat hij in Italië had geraadpleegd over de wind bleek niet helemaal te kloppen. Deze bleek veel harder dan verwacht en dus moest hij grote delen met de bus afleggen. Helaas!
Die avond aten we met z'n allen in een Argentijns restaurant. Het was heerlijk! Iets wat we normaal eigenlijk niet deden, maar het was reuze gezellig om onder genot van het heerlijke eten met Beppe verder te kletsen en vooral veel te lachen.
Bij het Nationaal Park informatiecentrum hadden we informatie ingewonnen over mogelijke wandelingen rondom El Chalten. Naast de dagwandelingen naar de Cerro Torre en Fitz Roy was het blijkbaar mogelijk deze wandelingen te verlengen met een vierdaagse trip langs de South Patagonien Icefield. Hiervoor hadden we echter een harnas nodig, aangezien we twee rivieren via een zipline over moesten steken. En dus sloegen we naast eten voor de eerste vier dagen , twee harnassen in. Het informatiecentrum had ons een winkel aangeraden waar we naar binnen stapten. We kregen twee harnassen met twee karabijnen, waarna we hem vriendelijk verzochten even uit te leggen hoe dit werkte. Hij antwoordde "No tengo idea" ofterwijl hij had geen idee. Hoe konden wij ooit twee rivieren op zo'n twintig meter hoogte oversteken terwijl we nog nooit een harnas hadden gebruikt en hier niet eens uitleg over kregen??!!! Heel bijzonder. Het was zeker Zuid Amerikaanse stijl. We konden wel een gokje wagen maar met een kolkende rivier onder ons wilden we toch liever wat meer zekerheid hebben en dus vroegen we een andere klant van de winkel. Hij had gelukkig wel wat ervaring en legde ons duidelijk uit hoe we het harnas moesten gebruiken en waar we op moesten letten. Toch een heel stuk prettiger!
De volgende dag begonnen we aan onze wandeling waarbij we na vier dagen weer terug in het dorp zouden komen. Waar we de eerste dag nog vooral vlak liepen over open weides, tussen dode bomen en door natte moerassen, wachtte er ons de tweede dag, nadat we hadden gekampeerd op een beschutte plek in een bosje aan de rand van de rivier een heel stuk avontuurlijkere wandeldag. Het begon met de oversteek van de rivier met behulp van een zipline die we wonderbaarlijk snel hadden gevonden. Met om ons heen enkel rotsen, stroomde zo'n twintig meter onder ons de rivier die via onwijze gesteentes naar beneden donderde. Het moment was gekomen dat we onze harnas mochten gaan uitproberen. Eens kijken of we het nog hadden onthouden. Na drie keer bij elkaar gecheckt te hebben of alles wel goed zat, mocht ik als eerste de oversteek wagen. Ik hing me met de karabijn vast aan de kabel, waarna ik nog even flink heen een weer sprong om te kijken of het echt niet zomaar los ging, waarna ik me vooruit trok met mijn rug op mijn tas. Help wat zwaar!!!! En ook vooral eng. Vooral omdat we met z'n tweeën waren en er niemand even zei 'ja hoor, alles zit goed, je kunt niet zomaar naar beneden vallen'. Wat een gezweet!!! Aangezien het touw naar boven liep was het heel wat ploeteren om naar de overkant te komen. Ik had inmiddels wel wat beenspieren, maar had mijn armen het afgelopen anderhalf jaar toch maar weinig gebruikt. Halverwege hing ik uitgeput boven de rivier achterover om de tas even te laten hangen en mijn nooit gebruikte buikspieren even wat rust te gunnen. Hoe kwam ik hier ooit aan de overkant. Ik deed nog even de duim omhoog voor de foto alsof het leek dat er niets aan de hand was, waarna ik weer verder ging. Wat een werk! En ik maar denken dat je zo naar de overkant rolde. Niet dus... Na heel wat zweten kwam ik dan eindelijk aan op de rotsen aan de overkant waarna ik na heel wat moeite mijn karabijn had losgemaakt waarna ik zonder achter me te kijken snel weg liep van de afgrond. Nu Boris nog. Succes jongen!!
Ook Boris bleek er moeite mee te hebben. We hadden het als echte Nederlandse backpackers zuinig aan gedaan en geen euro per dag meer neergelegd voor een extra karabijn waardoor we onze rugzak op onze rug moesten dragen in plaats van voor ons uit konden duwen. Dit werd Boris iets te veel. Nadat hij ook halverwege bleef hangen om even uit te rusten, ging hij met veel oerkreten verder. Ik riep hem om zich om te draaien en zo andere spieren te gebruiken wat uiteindelijk de boosdoener bleek. Met een rug van een ouwe vent en een backpack van een jonge avontuurlijke hunk, bleek dit niet te werken en liet hij zich terug glijden. Met pijn en moeite kwam hij weer terug bij af. Het was helaas niet gelukt, arme jongen. Gefrustreerd liep hij naar beneden waarbij hij uiteindelijk met zijn schoenen aan verderop de rivier lopend door ging. Helaas! Hopelijk volgende keer een makkelijkere zipline en droge schoenen voor Boris. We waren in ieder geval aan de andere kant van het water. Restte enkel nog spierpijn in de geringe buik en armspieren voor enkele dagen. Even niet lachen, niezen of de tas omhoog hijsen.
We vervolgden onze weg naar de pas omhoog. Enkel nog een omgeving met rotsen, hoge bergen met sneeuw, gletsjers en her en der een gletsjermeer. We probeerden de opgestapelde rotsen die als signalering fungeerden te volgen, maar al snel raakten we de weg kwijt. Langs een bevroren meer zochten we gefrustreerd de hele omgeving af om de route weer te volgen. Na meer dan een uur zoeken over de steile rotsgronden vonden we de zigzagweg die aan het begin van het meer naar boven liep. We waren toegekomen aan het begin van de oversteek van de pas. Stenen, stenen en nog meer stenen. Hoe hoger we kwamen, hoe meer sneeuw er kwam te liggen, totdat we tot onze knieën door de witte sneeuw heen moesten ploegen. Gelukkig was er de week ervoor een wandelgroep geweest die dezelfde route had gewandeld waardoor we hun voetstappen konden volgen en zo in ieder geval wisten welke kant we op moesten. Naast het ploegen door de sneeuw, mochten we ook nog over onwijze gletsjers lopen. Gletsjers die aan de kant vol met stenen lagen, waardoor je amper kon zien dat het gletsjers waren. Heel voorzichtig liepen we voor het eerst het ijs op. Glad dat het was! Waar het in het begin nog vooral stenen op ijs was, werd het later een grote ijsmassa zonder stenen. Met af en toe heuveltjes was het flink glijden geblazen. We hadden geen ervaring in het lopen op gletsjers en dus bleven we verstandig aan de rand. Boris waarschuwde nog om niet op de verse sneeuw te lopen en dat hebben we dus maar wijselijk overgeslagen. Wisten wij veel of er enorme gleuven onder zaten. Deze waren trouwens wel erg mooi. Her en der zaten meters diepe blauwe gleuven van zo'n meter breed in het ijs. Eronder stroomde het water. Erg mooi en iets dat we nog nooit eerder hadden gedaan.
Na de gletsjers werd het weer verder ploegen door de diepe verse sneeuw en over rotsen. Eenmaal uitgeput boven werden we verrast door het enorme ijsveld dat aan de andere kant van de pas te zien was. 180 Graden om ons heen een en al wit ijs. We wisten dat we naar gletsjers zouden lopen maar dat het zo groot zou zijn, hadden we niet verwacht. Het Southern Patagonien Icefield had een lengte van 300 kilometer en strekte zich van links tot rechts voor ons uit. Wat indrukwekkend! Een en al wit. Heel gaaf!!! Dit hadden we nog nooit eerder gezien.
Ondanks de kou en de wind die er heerste, genoten we volop van ons uitzicht, waarna we onze weg naar beneden vervolgden. Dit keer waren de voetstappen door de nieuwe sneeuw echter grotendeels verdwenen en werd het wat lastiger om de weg te vinden. Een gedetailleerde kaart hadden we niet, maar we wisten dat we richting het ijsveld moesten lopen wat slechts enkele kilometers van ons vandaan lag. Het was niet heel fijn om zonder pad naar beneden te lopen. Op de sneeuw en met af en toe steile stukken probeerden we toch de voetstappen weer te vinden, maar helaas, zonder slagen. We rustten wat uit, waarna we werden verrast door een andere wandelaar die achter ons aan had gelopen. Een kleine fransman, genaamd Gil met petje, zonnebril met neuskap, luxe bergkleding, stokken en een GPS apparaat om de nek. Met het tempo dat hij maakte was duidelijk dat hij dit soort wandelingen wel vaker had gedaan. Hij was die dag helemaal uit El Chalten gekomen en had dus twee dagen in een dag gepropt. Ondanks dat was hij blij geweest met onze voetstappen. Hij kon de route volgen en het was heel wat makkelijker in onze diepe voetstappen dan in de verse sneeuw. Na even wat gekletst te hebben vervolgden we onze weg met z'n drieën naar beneden. Dit keer echter heel wat comfortabeler aangezien we een derde man bij ons hadden die heel wat zekerder leek over de route. Terwijl wij continue aan het zoeken waren naar voetstappen van de vorige wandelaars, liep hij gewoon naar beneden richting het ijsveld waar dat mogelijk was. Hij rende over het ijs naar beneden, waarbij wij achter hem aan liepen. Wat een tempo had hij er in!! Met zijn twee stokken vloog hij naar beneden. Gelukkig keek hij om de vijf minuten op zijn GPS waarbij we hem weer in konden halen. Na een uur kwamen we aan bij het ijsveld waarbij we over een rif van rotsen richting de refugio liepen. Nou ja liepen, ook hier was het weer meer rennen. Het was al laat en onze fransman wilde voor het donker de refugio halen. Volgens mij was het niet de tijd dat hem deed rennen, maar was dat zijn gewone wandeltempo. We hadden tijd zat, maar sprongen met enige haast van rots naar rots over de klif die langs het ijsveld liep. Erg mooi! Na twee uur kwamen we aan bij een klein meertje waar een klein berghutje stond. Gil zat er al terwijl hij zijn natte schoenen, sokken en tent had uitgestald.
Een klein berghutje dat bestond uit een tafel en wat stellages om spullen op te leggen. We genoten buiten nog even van de laatste zonnestralen terwijl we napraatten over de zware dag die het was geweest. Zwaar, maar onwijs mooi!

Terwijl Gil binnen kampeerde in zijn professionele waterdichte lijkenzak met geïntegreerd matras en een slaapzak tot heuphoogte wat afgemaakt werd met een jas, kampeerden wij met ons euroknaller tentje vol met scheuren en kapotte ritsen buiten. Erg koud, maar tot in de late avond konden we lekker warm in de refugio binnen zitten.

De volgende ochtend had Gil zijn spullen al gepakt toen we opstonden. Hij was om half vijf al de zonsopgang boven het gletsjerveld gaan kijken, terwijl wij nog lekker van onze warme slaapzak genoten. Gil begon al aan de wandeling, terwijl wij onze spullen bij elkaar raapten en onze warme dagelijkse havermout pap naar binnen schoven. We vertrokken een uur later richting Lago Viedma, ofterwijl het meer dat onderaan het grote ijsveld lag. Via een rotsachtige groene omgeving liepen we langs de gletsjers, waarbij we onderweg ook nog verrast werden door een stel condoren. Vogels van meer dan twee meter groot zaten in de kliffen waar we op uitkeken. De medewerker in het informatiecentrum van het nationaal park had wel gezegd dat we ze hier konden zien, maar we hadden nooit verwacht van zo dichtbij. Hoe verder we liepen, hoe vlakker het landschap werd. Eenmaal bij het grote meer aangekomen, liepen we enkel nog door graslandschap. In het meer lagen onwijze ijsblokken die van de gletsjer waren gevallen. IJsblokken zo groot als huizenblokken dreven rond in het water. We wilden graag kamperen aan de rand van het meer met uitzicht over het ijs, maar de wind bleek helaas iets te sterk te zijn. We besloten het zekere voor het onzekere te nemen en zo'n honderd meter verderop te gaan staan. Die nacht konden we het ijs horen kraken.
De volgende dag liepen we terug naar El Chalten, waarbij we nog een herkansing kregen voor een nieuwe zipline. Uit de bergen kwam een rivier die in het meer uitkwam. Hier hing een kabel over die we dit keer hopelijk allebei zouden halen. Gelukkig! Dit keer was het een heel stuk makkelijker. De kabel liep niet zo naar boven, was niet zo stroef en we gebruikten een extra koord om de tas voor ons uit te duwen. Met een rivier die slechts twee meter onder ons stroomde was het adrenaline niveau ook een heel stuk lager. Nadat ik de overkant had gehaald, ging ook Boris met zijn tas naar de overkant. Alles ging goed en we hadden beide rivieroversteken uiteindelijk beide gehaald. Restte ons enkel nog terug te lopen naar El Chalten. Tussendoor stopten we nog even bij een botenaanleg plaats aan Lago Viedma. We waren terug tussen de toeristen. Vanuit hier vertrokken boottochten naar de gletsjer, waarbij wij de hoop hadden terug te kunnen liften met iemand van deze groep toeristen. Zoals dat hier in Zuid Amerika ging, werd het steeds later voordat de boot terug zou komen. We besloten dan ook maar via de weilanden terug te lopen. Het was duidelijk dat we weer in de buurt van El Chalten kwamen, er waren steeds meer toeristen. Boven op de heuvel stonden al hordes toeristen te genieten van het uitzichtpunt over omliggende bergen en condoren. Het pad voor ons was niet heel duidelijk maar met de vele toeristen boven op de berg hadden we in ieder geval een mikpunt. Eenmaal terug in El Chalten liepen we direct naar de bakker voor wat facturas, ofterwijl zoete crème broodjes en een frisdrank. Op de houten banken bestaande uit kunstwerken van de oorspronkelijke bewoners genoten we van de heerlijke lekkernijen.
We bezochten het informatiecentrum om ons af te melden voor de mooie wandeling over de Paso Viento waarna we verder liepen richting de camping Poincenot. De ogen van de ranger vielen er bijna uit toen we hem vertelden dat we nog naar deze camping wilden lopen. We kwamen al helemaal van het meer en wilden ook nog naar de volgende camping lopen?? We hadden toch achttien uur zonlicht en aangezien het nog maar vijf uur was, konden we de twee tot drie uur verder ook nog wel aan.
En dus kochten we nog even snel wat eten in voor de volgende drie dagen, brachten we onze harnassen terug en vertrokken we vanaf de andere kant van het dorp naar boven. Het was duidelijk dat dit een veel toeristischere wandeling ging worden. Hadden we tot nu toe in de vier dagen maar een wandelaar gezien, stonden er hier al tientallen te rekken en te strekken met hun wandelstokken in de hand. Ze zagen er niet uit alsof ze veel wandelden, maar pakten het maar wat professioneel aan. Zij echter met een dagrugzakje, terwijl wij met ons hele hebben en houden naar boven vertrokken. Hoe vaak hebben we wel niet gehoord dat we nog vele uren moesten. Vele verbaasde gezichten kwamen we tegen. Over netjes aangelegde paden waar het onmogelijk was te verdwalen liepen we onze laatste zeven kilometer van die dag omhoog. Zeven kilometer leek niet veel, maar met een stijging van zo'n 800 meter na al meer dan acht uur wandelen viel het ons maar wat tegen. Wat zwaar. Scheelde dat het filelopen was vanaf de andere kant, waardoor wij ook menig keer uit konden rusten om de groepen toerende jongeren en bejaarden rustig naar beneden te laten gaan. Wat was dit anders zeg! Een waar toeristenoord met de vele toeristen, netjes aangelegde paden en vele bordjes en pijlen die langs de kant van de weg stonden. Heel wat anders vergeleken met afgelopen dagen!
Na drie uur steil omhoog te zijn gelopen, kwamen we helemaal afgepeigerd boven. Aan de rand van het bos met uitzicht op de Fitz Roy stonden wel veertig tenten! Dit keer was het voor ons niet zoeken naar het plekje met mooiste uitzicht, maar op het eerste de beste vrije plekje dat we zagen, zetten we onze tent op. Net gekochte hardgekookte eieren op een broodje met mayonaise waren onze afwisseling op de vele pasta met tonijn. Heerlijk! Het enige wat ons restte was het opblazen van de matjes, waarna we direct in slaap vielen. De ranger had inderdaad wel een beetje gelijk, het was een lange dag!
Na een diepe slaap, moesten onze spieren er weer aan geloven. De zonsopgang van 4:30 in de ochtend naar de Fitz Roy hadden we maar overgeslagen. Om negen uur gingen we de Fitz Roy met zijn 3405 meter hoogte naar boven. Spitse besneeuwde rotsen staken uit boven een blauw en een ander besneeuwd meer. Ondanks alle toeristen en het ontbreken van het gevoel alleen door de bergen te lopen was dit toch meer dan de moeite waard. Erg mooi! Hier bleven we met onze snacks een paar uur zitten al genietende van het uitzicht en het krakende geluid van het krakende en vallende ijs van de gletsjer.
Helaas was het die dag erg bewolkt en besloten we de wandeling naar een andere berg genaamd Cerro Torre over te slaan. We keerden via een omweg van groene velden met uitzicht over de besneeuwde bergen en vele wolken weer terug naar El Chalten. Onze zesdaagse wandeling zat erop. Bijna alleen hadden we mogen genieten van de onwijze gletsjers en het 300 kilometer lange ijsveld, waarna we samen met duizenden andere toeristen genoten van de populaire Fitz Roy.
Die avond kwamen we terug in El Chalten waar we als eerste genoten van een uur lang douchen. Wat lekker, na zes dagen stinken zonder te wassen! We hadden een prachtig nieuw hostel met ruimte om te zitten waarbij we uitkeken over de hordes toeristen die elk uur aankwamen. Wat een mensenmassa! En dat allemaal voor de twee dagwandelingen naar de Fitz Roy en Cerro Torre. Tot nu toe hadden we het naast de Machu Pichu nog nooit zo druk meegemaakt.
De volgende dag besloten we nog een wandeling te maken naar het uitzichtspunt Loma del Pliegue Tomblado dat achter het dorp lag. Voor het eerst gingen we onze nieuwe maar oude wandelstokken, gekregen van de eigenaardige maar vriendelijke Fransman Gil testen. We vlogen de berg op. Voordat we het wisten waren we boven met uitzichten over de omliggende meren en bergen. Ik probeerde samen met een hond nog verder naar boven te gaan door de sneeuw, maar aangezien ik niet mijn bergschoenen aan had, de sneeuw en rotsen wat steil werden en de hond mij niet wilde verlaten terwijl deze jankend met bloed aan de poten iedere keer naar beneden gleed, keerde ik bijna boven maar weer om. Met vier uur waren we weer beneden waarna we uitrustten van onze vele wandeldagen en begonnen aan de voorbereidingen van Japan.
Al vele dagen hadden we mensen zien liften vanuit El Chalten in de richting van Calafate. Iedereen deed hier dezelfde route. Het was niet meer zoals in het noorden dat iedereen van verschillende plekken af kwam en in verschillende routes verder reisde. Hier was het slechts een route, waar duizenden toeristen per dag langs trokken. Het enige verschil was dat enkelen naar het noorden en anderen naar het zuiden reisden. Ook wij wilden al liftend verder en besloten voor zeven uur in de ochtend aan de kant van de weg te gaan staan. We hadden er niet veel vertrouwen in, maar binnen tien minuten kwam er een vader en zoon langs die ons meenam naar Calafate, de stad hiernaast, ofterwijl zo'n 300 kilometer rijden.
Calafate bleek net als El Chalten een groot toeristen oord te zijn. De houten Zwitsers uitziende huisjes aan de hoofdweg waren enkel restaurants, cafés, souvenirwinkels, toerorganisaties voor de gletsjer Perito Moreno en winkels voor bergkleding. Alle terrasjes zaten vol met toeristen die een toer deden naar de gletsjer die een must do voor elke toerist in dit gebied was. In Villa La Angostura, een dorp hier om precies te zijn 1563 kilometer vandaan, hadden we Ruben ontmoet die ons de mountainbikes verhuurde. Hij was even op bezoek bij een vriend. De korte ontmoeting daar in de winkel was gezellig en dus ontmoetten we elkaar weer in zijn woonstad Calafate op een terrasje. Onder het genot van een biertje en een colaatje lachten we nog eens na om onze zware fietstocht gezien onze fietservaring van meer dan anderhalf jaar geleden. Helaas had hij veel werk en kon hij niet met ons de omgeving verkennen.
De volgende dag gingen we dan ook met z'n twee op pad naar de gletsjer Perito Moreno. Dat we in een toeristischer gebied waren gekomen was niet alleen duidelijk aan de hoeveelheid toeristen, ook de prijzen hier begonnen meer dan Europees te worden. Reden temeer om hier ook weer te gaan liften. Bang dat we hordes toeristen langs de kant van de weg zouden zien als concurrenten, stonden we al vroeg langs de weg. Gelukkig bleken wij tot dan toe de enige te zijn. Na een uurtje verscheen een Israëliër die zijn bus had gemist, waarna er later ook nog eens twee andere lifters langs de kant van de weg hun duim omhoog hadden gestoken. Het werd heel lang wachten. Toen we de moed zo goed als op hadden gegeven, stopte er een auto voor de lifters die zo'n honderd meter voor ons stonden. Dat was even balen! Stonden wij er met ons goede gedrag al erg vroeg, stopten ze voor de lifters die twee uur na ons kwamen. Tot onze grote verbazing reden ze na wat kletsen door en stopten ze zo'n honderd meter verder voor ons. Een gezin met een zoon van dertien die er een weekendje op uit ging vanuit Puerto Madryn, zo'n 900 kilometer rijden ten noordoosten hiervan. De zoon van dertien was met zijn moeder en stiefvader meegegaan, maar had er duidelijk niet veel zin in en hing er maar wat vermoeid bij. Hij volgde een cursus Engels en kon mooi met ons oefenen. Ze waren van plan geweest eerst rond te toeren voordat ze naar de gletsjer gingen, maar bleken zich bedacht te hebben. Vandaar dat de vorige lifters niet waren meegegaan en wij gelukkig een lift kregen. Na een uur rijden kwamen we aan in het nationaal park. Even wat geld aftikken, waarna we via de vele parkeerplaatsen met uitzichtpunten vol met toerbussen door konden rijden naar het werkelijke spektakel, de gletsjer van vijf kilometer breed en zo'n zestig meter hoog. Via metalen boardwalks liepen we langs de gletsjer waarbij we boven de gletsjer uitkeken. Het was inderdaad immens. Een gletsjer van vijf kilometer breed dat zo hoog was als een flatgebouw. De brokken ijs die eraf vielen moeten een grote van een heel huis hebben gehad. En een gedonder dat eraf kwam! Erg gaaf! Een keer mochten we meemaken dat er een tientallen meters grote ijsschots de gletsjer afviel. Met enorm geweld kwam het in het water, veroorzaakte het grote golven en kwam het na een minuut weer boven het water uit met een enorme kracht. Prachtig!
Na zo'n drie uur rondwandelen over de metalen boardwalks, hielden we het voor gezien en liepen we weer richting de weg. We wisten dat we een lift konden krijgen van dezelfde mensen die ons hierheen hadden gebracht en er zat dus niets geen haast achter. Na een half uur kwamen ook zij terug bij de auto en reden we met wat toeren door de omgeving terug naar Calafate.
Het waren weer twee mooie weken, die begonnen in het dorp Perito Moreno en eindigden bij zijn naamgenoot de gletsjer Perito Moreno. Na het kijken van de foto's realiseerden we weer dat we veel meegemaakt hadden . Veel wandelen, veel ijs, veel toeristen, een cocaïne snuivende vrachtwagenchauffeur en leuke medereizigers. Vanuit Calafate vertrokken we terug naar Chili, op weg naar het einde van de wereld.
Volgende week meer.

Voor foto's van deze twee weken en alvast een weekje erna zie:
https://goo.gl/photos/z5yf3NCJuXcT4vAv5

  • 16 Januari 2016 - 15:40

    Anita:

    Wowie! Weer mooie avonturen, en gave foto's! Echt grote ijsvelden/gletsjers!
    Japan komt nu al dichtbij. Ik ben benieuwd hoe jullie dit gaan vinden :).

    x Anita

  • 17 Januari 2016 - 23:00

    Margot:

    wat een mooie tochten hebben jullie weer gemaakt. schitterende foto s. jullie moeten een uithoudingsvermogen hebben phhhhhh. straks weer een heel andere cultuur
    , dat zal wennen zijn. kijk nu al uit naar jullie verslag . En denk.........
    Margot

  • 18 Januari 2016 - 10:23

    Esther:

    Fantastische foto's weer! En jullie liftavonturen......! Prachtige omgeving met al die gletsjers. Hoeveel kilometer hebben jullie inmiddels wel niet wandelend afgelegd? Veel plezier in Japan, nog een paar weken genieten met z'n tweetjes!

  • 19 Januari 2016 - 13:25

    Paul:

    Wat een bijzondere (lift)avonturen weer en ook weer geweldige foto's. We hebben weer genoten! Zuid Amerika zit er bijna op. Ben benieuwd hoe jullie Japan zal bevallen. Goede vluchten naar Japan alvast.

  • 21 Januari 2016 - 08:14

    Wil Pronk:

    Zo was wel heftig zeg maar wel mooi denk groetjes

  • 25 Januari 2016 - 16:39

    Dolf Keizer:

    Hoi Leonie & Boris,

    Niet te linke dingen doen !
    Gletsjerspleten zijn moeilijk te zien ! En om hulp roepen, had bij een ongeval ook niet geholpen.

    Ooit liep Leonie eens in Australië s'nachts langs een rivier vol krokodillen.

    Toch slordig als je zo van de wereld verdwijnt.

    Prachtig verhaal.

    Groet,

    Dolf

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Boris en Leonie

Actief sinds 04 Maart 2014
Verslag gelezen: 680
Totaal aantal bezoekers 37984

Voorgaande reizen:

08 Maart 2014 - 31 December 2024

Zuid Amerika

Landen bezocht: