Chili con Karin en Marcel
Blijf op de hoogte en volg Boris en Leonie
01 September 2015 | Brazilië, Foz do Iguaçu
Al wandelend en met de metro verkenden we de stad. Terwijl de ene wijk bekend stond om zijn muren vol met graffiti, de andere wijk bezaaid was met terrasjes op de stoep, trok weer een andere wijk onze aandacht door de wandelstraatjes die zoals de straatnamen deden vermoeden een Parijse en Londense uitstraling hadden. In de wijk Bella Arte bezochten we de musea van buiten, waar Marcel en Karin gelukkig net als ons voldoende aan hadden en we de binnenkant aan andere toeristen overlieten. De plaza was een verzameling van vele stijlen door elkaar heen. Tussen de vele koloniale witte sierlijke gebouwen stonden de tientallen verdiepingen hoge flats enkel bestaande uit glas. Wat lelijk!
Om ons de ins en outs van de geschiedenis van Santiago te laten vertellen en vooral om ons relaxt te laten rondleiden namen we de wandeltoer georganiseerd door de vrijwilligers verkleed als Wally. Onze Wally, genaamd Nacho, zorgde uiteraard voor de nodige hilariteit bij ons. Met een groep bestaande uit zo’n vijftien man uit landen als Australië, Amerika Duitsland en Frankrijk wandelden we door wijken waar we normaal niet zo snel gekomen waren. Van markten vol met grote vissen, groente en fruit tot mooie gebouwen en begraafplaatsen. Ook hier waren de begraafplaatsen weer enorm met onwijze gebouwen boven de grond waar een enkeling of enkel een familie in begraven lag. Alsof ze hele huizen nodig hadden na de dood. We eindigden onze toer met een drankje bestaande uit appelsap, wijn en een onbestemde schuimlaag. Karin en Boris wisten de restjes van Marcel en mij netjes weg te drinken. Onze dank!
Met drie nachten slapen in ons onvergetelijke appartement, zat ons bezoek aan Santiago er alweer op. We vertrokken naar Valparaiso om daar de bijzondere graffiti wijken te bekijken. De stad gebouwd op een steile heuvel aan de zee stond bekend om zijn vele graffiti. Hier wandelden we door de steile smalle straatjes waar inderdaad iedere muur, deur of traptrede beschilderd was. Het meisje dat ons de graffiti toer gaf, was op zich al een heel kunstwerk. Met haar piercings, rastahaar en rok bestaande uit vele aan elkaar genaaide kleurrijke lapjes was ze een hele verschijning. Niet alleen was het een bijzondere wandeling vanwege de vele kleurrijke gebouwen, ook hadden we door de hellende stad een prachtig uitzicht. We keken uit over de vele gekleurde huisjes chaotisch door elkaar, de haven en de zee. Onze toer eindigde met een tocht van de glijbaan naar beneden. Was je erbij geweest, had je zeker kunnen lachen om de charmante glijdpartij van Marcel. Met zijn armen in de lucht, zijn gezicht steeds enthousiaster bij het naderen van de laatste bocht gleed hij iets te vlot naar beneden waarna hij als echt kind op de grond terecht kwam. Gelukkig had hij niets bezeerd. We sloten de dag af met een heerlijk etentje in een Belgisch restaurant. Hoe kun je je nu beter laten onderdompelen in de Chileense cultuur. Helaas waren de Belgische wafels als nagerecht op en dus moesten we het doen met een pannenkoek en ijs. Wat een ellende!
Een complete flop maar het meest hilarisch van het bezoek aan Valparaiso bleek de haventoer. Samen met zo’n veertig Chileense toeristen, waarvan een groot deel minderjarig waren, toerden we voor een half uur door de haven. Een jongen van een jaar of dertien legde ons in compleet onverstaanbaar Chileens uit wat er allemaal te zien was. En wat was er te zien? Naast de oorlogsschepen bijzonder weinig! Het was niets vergeleken met de Rotterdamse haven, maar wij hadden er in ieder geval meer dan plezier in gehad!
Net zo hilarisch was het restaurant waar we ‘s avonds aten. Het was een complete tegenstelling met het moderne Belgische restaurant van de vorige avond. Ergens achter in een steegje gloeiden de groene neon lampen al met de tekst ‘Casino Royal J Cruz’. Het was dat het restaurant in de Lonely Planet vernoemd stond anders waren we er zeker niet uitgekomen. Net een hoerentent van buiten! Bij binnenkomst galmde de gitaarmuziek met liederen over de liefde en haven van Valparaiso. De muren waren bezaaid met pasfoto’s van mensen die deze ooit eens hadden achter gelaten. Her en der stonden Maria beeldjes en vroegere strijders. Het plafond hing vol met prullaria van hoeden tot slabbetjes. De plastic tafelkleden waren volgeschreven met teksten als ‘Te amo’ en namen van mensen. Gelukkig was tussen de onwijze mensenmassa nog een tafel vrij. De vrouw kwam al snel naar ons toe om te vragen of we ‘chorrillana’ wilden. Het was blijkbaar een populair gerecht en aangezien dit bij iedereen op de tafel stond, konden we dit aanbod niet afslaan. Een berg vol met friet overgoten door varkensvleeslapjes, ei en ui in saus. Het bleek inderdaad heerlijk! Met een glaasje fris en voor Karin en Boris een fles wijn die iets groter bleek dan verwacht, was het een van de meest bijzondere eetgelegenheden die we tot dan toe bezocht hadden. Een echte aanrader!
Zo’n 60 kilometer van Valparaiso lag het nationaal park La Campana. Het stond bekend om zijn grote Chileense palmbomen en prachtige uitzichten. Boris en ik waren er al eens meerdere dagen wezen wandelen, maar we wilden dit graag nog eens overdoen met z’n vieren. En dus werd het vroeg uit de veren, onze voorbereide broodjes van het hostel bij elkaar rapen, wachten op de hostelmedewerker om voor ons de deur open te maken en we konden de trappen naar beneden wandelen richting de metro. Het was een echt ‘op naar je werk’ sfeertje. Mensen met koptelefoon, chagrijnig of in ieder geval met een ochtendhumeur zaten voor zich uit staren. Dat hadden we al lang niet meegemaakt! Iets wat we niet bepaald gemist hadden.
Na een uur bereikten we ons eindstation waar we op de zogenaamde metrobus de weg konden vervolgen. We reden over lieflijke weggetjes met her en der schattige huisjes en winkeltjes langs de kant. Helaas konden we niet helemaal tot het eindstation en werden we afgezet bij een winkeltje waar we een vervolgbus konden nemen. Eerst nog even snel drie koffie en een thee bestellen voordat we de volgende bus in konden stappen. Nou ja snel, uiteraard duurde het even en voordat we het wisten kwam de volgende bus eraan om ons naar het nationaal park te brengen. Veel oog voor de omgeving hadden we met onze overvolle bekers in combinatie met de ietwat stroeve schakelbak van de bus niet.
We werden gedropt zo’n twee kilometer van het park, waarna we naar boven wandelden naar de ingang die aangegeven stond met een groot houten bord met de tekst ‘Bienvenido, parque nacional La Campana’. We betaalden netjes ons entreegeld bij de ranger in een houten hokje waarna we via de bossen naar boven wandelden. Smalle paadjes slingerden door de bossen met af en toe uitzichten over de valleien. Gelukkig bleek de top sneller behaald dan gedacht en genoten we hier van onze meegenomen broodjes, drinken en fruit. Wat hadden we weer een geweldig uitzicht! We keken uit over de omliggende bergen die in de verte steeds grijzer werden. Inmiddels was er ook sneeuw gevallen en schitterden in tegenstelling tot de vorige keer de besneeuwde bergen tussen de groene bergen uit. Op de voorgrond de palmbomen die enkel in Chili groeien. Ach ja, zo kun je overal wel een bijzonderheid opnoemen. We maakten nog wat foto’s van groen blauwe hagedissen, waarna we naar beneden liepen. Dit keer geen dichte bossen maar een weids zandlandschap met her en der de palmbomen. Heerlijk! Twee uurtjes rijden van de stad, maar het voelde alsof je ver van alles en iedereen was!
De uitgang aan de andere kant van het park was nog twaalf kilometer van de grote weg af en dus probeerden we te liften. De eerste auto die we vroegen was zo vriendelijk ons direct mee te nemen. Met z’n vieren propten we ons achterin de auto, waarna het jonge hippe stel zowaar nog voor ons omreed, zodat we direct bij de bushalte werden afgezet. Wat een vriendelijkheid!
In Valparaiso trakteerden we onszelf op koffie met taart. Ook zonder de wandeling hadden we vast en zeker weer taart gegeten, maar een reden achter de hand hebben, had toch ook wel wat. We zaten in een klein steegje waarvan ieder woonhuis een tuintje had. In een van die tuinen genoten wij van het heerlijke weer en onze zeker welverdiende taart! We slenterden nog wat door de straatjes en bezochten de marktwijk waar we een empanada met kaas en garnalen haalden. De nationale snack in Chili was hier de empanada, bestaande uit een maanvormige gefrituurde deegbal gevuld met vlees, kaas, vis of een combinatie. Wij kozen voor de empanada ‘Mariscos’ ofterwijl een empanada kaas met welgeteld drie garnalen. Het was in ieder geval heerlijk!
Door zijn steile hellingen stonden er in Valparaiso her en der trammetjes die je zo’n vijftig meter hoger brachten. Uiteraard wilden wij dit een keer meegemaakt hebben. Aangezien we hier precies aankwamen nadat een buslading vol met toeristen was gedumpt was het nog even wachten. Ons half uurtje wachten werd beloond met een minuut durende tocht naar boven in een houten cabine van zo’n vijf bij twee meter breed. Boven hadden we een mooi uitzicht over de haven en uiteraard de vele kraampjes die hier voor de toeristen waren opgesteld. Het was een mooi einde van ons bezoek aan Valparaiso!
Van Valparaiso vertrokken we met de bus naar La Serena. Het was nog een hele strijd om kaartjes te kunnen krijgen. Met de vakantie van de Chileen waren de bussen behoorlijk vol. Gelukkig wisten we uiteindelijk nog kaartjes te krijgen voor de laatste bus.
Ook in La Serena hadden we via Airbnb een appartement geboekt. Dit keer niet op de vierentwintigste verdieping van een flatgebouw in het centrum, maar zo’n dertig minuten lopen in een net nieuw gebouwd condominio. Zo’n twintigtal appartementencomplexen van twee hoog stonden er in een met gras en klimtoestellen gevulde omgeving. Net een paar maand oud, waardoor het grootste deel leegstond. Dit keer geen zicht op een onwijze stad, maar zicht op een leeg appartement aan de overkant van de straat. We hadden niets te klagen, het appartement stond er spik en span bij.
Het was zondag en dat bleek een rustdag voor de meeste Serenen te wezen. Er was dan ook helaas bijzonder weinig te beleven in de stad. Na het langslopen van enkele koloniale gebouwen, het bezoeken van een dit keer origineel marktje en een blik te hebben geworpen op het strand en de zee dat er door het slechte weer enigszins grauw uitzag, zochten we ons onderkomen in een Arabisch restaurant. Alweer zo’n echte Chileense onderdompeling. We genoten hier van onze koffie, vruchtensapjes en empanada’s die dit keer meer dan drie garnalen telden. Heerlijk! Met op de achtergrond de televisie met echte buikdanseressen hadden we een kort uitstapje naar Marokko gemaakt.
Om de omgeving te verkennen en her en der onderweg te kunnen stoppen, besloten we een auto te huren. In de vroege ochtend vertrokken we langs de zee richting het noorden. Laaghangende bewolking zorgde voor een bijzonder landschap. De zee was gevuld met een witte wolkenmassa waar her en der de zwarte rotsen uit naar boven staken. Een erg mooi gezicht!
Na een uur rijden, verlieten we de grote weg om door een droge heuvelachtige omgeving met her en der cactussen onze weg te vervolgen naar Punta de Choros. We kwamen aan bij een visserdorpje. Her en der lagen de gekleurde vissersbootjes. Er was geen toerist te bekennen. We stapten uit bij een van de houten aanlegsteigertjes waar onze komst al direct opgemerkt werd. ‘Turistas, turistas’, werd er geroepen, waarna er een man naar ons toe kwam om te vragen wat we wilden. We wilden in een boot naar Isla Damas om daar pinguïns, zeehonden en wellicht dolfijnen te kunnen zien. Prima, het was enkel nog wachten op acht andere toeristen waarmee de boot gevuld kon worden. Helaas was deze man echter niet van de Conaf, ofterwijl de officiële gidsen organistie en dus vervolgden we onze weg zo’n honderd meter verder naar de volgende aanlegsteiger. Enkele vissersmannen hingen bij elkaar over een auto en keken nieuwsgierig naar onze komst. Eenmaal aangekomen bij het huisje van de Conaf wist de ranger ons helaas te vertellen dat de zee te wild was en we niet konden gaan. Wat jammer! Een gok wagen om met de andere niet officiële gids te gaan, leek ons niet zo verstandig en dus restte ons enkel het kijken naar de wilde zee die Karin verraste met een stel natte schoenen en het drinken van een koffie met smaakje bij het enige kraampje dat openwas. Helaas! Het was een mooie tocht erheen, een zeker bijzonder rustig vissersdropje dorpje, maar de pinguïns, zeehonden en dolfijnen moesten we helaas missen.
Isla Damas was gelukkig niet het enige dat er op ons verlanglijstje stond om te bezoeken met de gehuurde auto. We hadden nog twee volle dagen om de Elqui Vallei te bezoeken. Een vallei ten oosten van La Serena dat bekend stond om zijn grote productie van wijn, fruit en voornamelijk pisco, het nationale drankje gemaakt van druiven. En dus reden we terug via La Serena om daarna de Elqui Vallei in te duiken.
Op weg naar onze eerste overnachtingsplek in Pisco Elqui bezochten we enkele knusse dorpjes in de vallei. Er was bijna geen toerist te bekennen, naast het bezoeken van de kerk en het struinen door de knusse straatjes viel er amper wat te doen, wat het juist ook wel wat extra’s gaf. Een van deze dorpjes stond bekend om zijn zoetigheden en dus stapten we bij een bord ‘Dulceria el Molle’ een klein winkeltje in, waar achter de toonbank koekjes onder een deken verstopt lagen en de muren vol met bonnetjes hingen. Terwijl we de auto typisch Zuid Amerikaans midden op de twee baanse brug parkeerden, aten wij onze lekkernijen aan de kant van de rivier met uitzicht over de glooiende vallei op. Via een onwijs stuwmeer vervolgenden we onze weg naar Pisco Elqui. Her en der de wijngaarden tegen de droge grijze heuvels, een rivier slingerend door de vallei en bergen met sneeuw in de verte.
Pisco Elqui werd onze basis van waaruit we de vallei verkenden. Een klein lieflijk dorpje met enkele lage kleurrijke huisjes, her en der kunstzinnige graffiti op de muren en enkele pisco destillerijen omgeven door droge heuvels gevuld met inmiddels uitgebloeide wijngaarden. Aan de hoeveelheid hostels in het dorp was te zien hoe toeristisch het hier moest zijn in de zomer. Nu waren er echter op wat voornamelijk Chileense toeristen amper toeristen te bekennen. Wij hadden een klein huisje tussen de fruitbomen weten te huren. Met wat relaxte stoeltjes en een hangmat voor de deur zeker geen verkeerd onderkomen!
Niet alleen wilden we de vallei met de auto verkennen, ook was er vanuit een naburig dorp een fietsroute te maken. We zouden geen echte Nederlanders zijn als we deze niet zouden doen. En dus reden we naar het dorp Vicuña waar onze bestuurster Karin de auto prachtig wist in te parkeren. Met volle vaart reed ze naar achter om net als de overige auto’s goed strak te parkeren. Terwijl wij buiten toekeken en bijkwamen van de schrik, stapte Karin nietsvermoedend de auto uit. Met alle ramen dicht had ze niets van ons stop geschreeuw gehoord. Het was inderdaad zeer netjes! Minder dan vijf centimeter met de andere auto scheelde het en een hele bult aan duiten in onze portemonnee. Keurig, geslaagd!
We liepen naar de fietsverhuur waar we luxe mountainbikes met een hoog gehalte ‘reetleet’ zadel mee kregen. We fietsten over onverharde wegen tussen de uitgedroogde wijngaarden, door kleine dorpjes waar niet veel meer stond dan een kerkje en een plaza. Met de felle zon, het stijgen en dalen en amper beschutting was het een hele opgave, maar meer dan de moeite waard! Om een beetje bij te komen van de hitte, bezochten we een restaurant dat op het verfrommelde a4tje aangegeven stond. Nou ja restaurant, het bleek een Hare Krisna oord te zijn dat regelmatig feesten en muziek gelegenheden organiseerde. Met de vele bankjes en tafeltjes hoopten we er nog wat te drinken te kunnen kopen en dus riepen we of er iemand was. Een man, niet gekleed in jurk of andere typische kleding, maar gewoon in korte broek met shirt stond ons vriendelijk te woord. Het enige wat hij ons kon aanbieden was water. Prima! Hij kletste honderduit over zijn Hare Krisna bestaan en was maar wat geïnteresseerd in onze reis. Met het geklets, het relaxen op de bankjes en het bijtanken van water, konden we er na een gezellig half uur weer helemaal tegen. We vervolgden onze tocht via wat dorpjes naar ons begin- en tevens eindpunt Vicuña. Vermoeid, een reet van steen, maar zeer voldaan kwamen we na een viertal uur fietsen weer terug om onze calorieën weer aan te vullen met een lekkere empanada en onze temperatuur weer te laten dalen met een heerlijke frisdrank op een van de vele binnentuinen. Heerlijk!
Vanwege het beperkte licht vanuit de dorpen in de Elqui vallei, stond de omgeving niet alleen bekend om zijn vele pisco maar ook om zijn vele telescopen om het heelal te bekijken. En dus gingen we in de avond na een mislukt veel te doorbakken kip avondmaal voor de heren en een iets betere avocado met vette frietjes voor de dames een basiscursus sterrenkunde doen bij de zogenaamde Mamalluca telescoop. In het dorp verzamelden de ongeveer tweehonderd man zich om in grote optocht door het pikkedonker met busjes en auto’s over de onverharde wegen naar het boven het dorp gelegen telescopen complex te rijden. Het werd een negen kilometer lange bijzondere stofrit in een keten van lichtjes van alle auto’s in het donker. Enkele gebouwtjes met onwijze koepels stonden naast te parkeerplaats te pronken. Gelukkig werden de Spaanstalige van de Engelstaligen gescheiden en bleven wij achter met een relatief klein groepje van zo’n twintig niet Spaans sprekenden. Via een hellend gangetje om het observatorium liepen we naar boven om uiteindelijk in de koepel van zo’n tien meter doorsnede te komen. De Chileense komeetjager vertelde maar wat enthousiast over zijn kennis van het heelal en de sterren. Het was helaas bijna volle maan en dus minder te zien, maar volgens onze kenner nog genoeg om de avond mee te vullen. Met een denderend lawaai opende hij de koepel voor een kwart waarna de heldere sterrenhemel te zien was. Wat onwijs helder en bijzonder! Met zijn GPS apparaatje vulde hij de naam van de planeet of ster in, waarna de halve meter brede telescoop die in het midden van de koepel stond automatisch de juiste positie in nam en we om de beurten een kijkje konden nemen. Naast de maan met zijn bergen en kraters namen we een kijkje naar bij elkaar gelegen sterren die wit, rood en blauw gekleurd waren vanwege hun verschillende leeftijd. Het meest indrukwekkende vond ik de planeet Saturnus. Net als in de boeken zag je de planeet met zijn bijbehorende platte ring en zijn manen. Net alsof je naar een plaatje keek, maar dit keer door een onwijze telescoop in het echt. Erg apart! We sloten de avond af met het nemen van foto’s door de kleinere buiten gelegen telescopen van de maan. Voordeel van het bijna volle maan zijn was dat we de maan erg mooi konden zien!
Een tocht door de Elqui vallei zonder een bezoek aan een pisco destillerij was uiteraard uit den boze en dus bezochten Boris, Karin en ik last minute nog een ouderwets pisco huis. Marcel genoot ondertussen van de rust en ruimte bij het hostel. In een twee uur durende toer werden we rond geleid van de grote tanks waar de druiven in op werden gevangen, werden verpulverd en het vocht werd gescheiden naar de door hout verwarmde verwarmingsvaten waar de drie types alcohol geproduceerd werden, tot de ruimte waar de wijn handmatig in de flessen werd gegoten en tenslotte de flessen werden voorzien van kurk en etiket. Wat een werk! We sloten de toer af met het proeven van twee types pisco en een wijntje. Wat goor! Tenminste die pisco dan. Een fruitig aftreksel van benzine lijkt me de meest toepasselijke beschrijving. We hadden maar geen fles aangeschaft.
De volgende dag was het alweer tijd om te vertrekken uit de vallei. Wat was het mooi en bijzonder geweest! Amper toeristen te bekennen in een lieflijke vallei bestaande uit droge grijze heuvels, vele wijngaarden en enkele knusse dorpjes. Het was weer eens een ervaring die je niet zomaar in Europa tegen zou komen.
Na onze auto zonder enig krasje of deukje terug te hebben gebracht, nog een nacht in ons Airbnb appartement in La Serena te hebben geslapen, namen we de nachtbus naar San Pedro de Atacama, het dorp in de woestijn van Chili. Marcel en Karin hadden de duurdere bus met ligstoelen genomen, terwijl wij voor de backpackers optie kozen en een nacht zittend doorbrachten.
Het zou Zuid Amerika niet zijn geweest als we midden in de nacht stil kwamen te staan. De bus was kapot en het was wachten op een mechanicus uit een stad zo’n uur rijden hiervandaan. Niet dat het ons veel uitmaakte, maar we hoopten toch in ieder geval voor Marcel en Karin aan te komen. Want wat moeten zij toch zonder ons…?
De bustijden typeren trouwens echt het zogenaamde ‘mañana, mañana’ cultuurtje van Zuid Amerika. Zo is het de normaalste zaak dat de bus later vertrekt dan gepland. De bus is nog niet vol, de chauffeur is er nog niet, ze zijn nog even aan het kletsen, bedenk het maar. En is de bus dan eindelijk vertrokken, is het geen uitzondering dat de buschauffeur nog even stopt bij een winkeltje om koffie te halen. En zo vertrek je zo een half uur later, staat nog eens een kwartier samen met een volle bus aan passagiers op de chauffeur te wachten voor zijn thermoskan koffie of moet hij nog even een plasje plegen. Gelukkig kunnen ze dat wel snel.
We wachtten en wachtten in het stoffige kleine woestijndorpje San Pedro totdat Marcel en Karin zo’n drie uur later dan gepland aankwamen. Ook zij hadden op een andere bus moeten overstappen en aangezien, geheel op Zuid Amerikaanse wijze, de chauffeur er nog niet was, moest iedereen nog maar even geduld hebben. Uiteindelijk waren we allemaal, gelukkig heelhuids in San Pedro aangekomen. Een dorpje in een van de droogste woestijnen ter wereld met zo’n 5600 inwoners dat een twintigtal jaar geleden nog enkel uit een paar adobe huisjes bestond. De inwoners waren arm en hadden nog nooit een buitenlander gezien, laat staan dat ze wisten hoe de rest van de wereld funcioneerde. Inmiddels was het een van de meest toeristische plekken van Chili geworden en kon het dorp de toeristen amper aan. We hadden een hostel geboekt aan de rand van het dorp. Via onverharde weggetjes liepen we langs de nog altijd arme huisjes naar ons hostel. Een gezin, donkere huidskleur, jongens en meisjes allemaal lange haren, runde het hostel. Een paar kleine huisjes stonden om een binnenplaatsje. Met de kleurrijke kleedjes aan de muren, de ondergrond van zand, het typische vrouwtje van het hostel een leuk nog enigszins lokaal plekje. De toeristen waren we tot dan toe amper tegengekomen. Dit veranderde wel toen we het centrumpje bestaande uit voornamelijk twee kruisende straatjes doorliepen. Het was een grote mensenmassa aan toeristen. Met aan de straat enkel restaurantjes, toerorganisaties en hostels was het inderdaad duidelijk een toeroord geworden. Iedereen kwam er voor een ding: het zien van de zoutvlaktes, gekleurde meren en geisers. Boris en ik hadden dit als een van onze hoogtepunten van onze trip al met pa en Marianne gedaan en dus boekten we enkel voor Karin en Marcel de toer. De volgende dag vertrokken zij in alle vroegte met een busje naar de Boliviaanse grens om daar met een jeep verder te toeren over de Salar de Uyuni, ofterwijl de zoutvlaktes.
Boris en ik vermaakten ons ondertussen met de gehuurde mountainbikes op de zogenaamde Quebrado del Diablo. We fietsten door een snikheet landschap van knalrode droge rotsachtige heuvels. Smalle stoffige mountainbike paadjes tussen de tientallen meters hoge rotsen maakte het een bijzondere tocht. Met het beklimmen van een van de heuvels hadden we uitzicht over het ruige landschap, dat zich tot in de verre verte uitstrekte. Erg mooi en een hele verassing dat ook dit landschap hier te vinden was!
In de avond fietsten we naar Valle de la Luna, ofterwijl de vallei van de maan om daar de ondergaande zon te bekijken. Over de verharde weg met uitzicht over de oranje rode omgeving van een en al rotsen, fietsten we tussen de toerbusjes naar ons uitzichtspunt vanwaar we de ondergaande zon bekeken. In plaats van tussen de vele toeristen te zitten aan het begin van het pad, stapten we van onze fiets en wandelden over een richel naar het einde. We hadden lekkere broodjes, uiteraard koekjes en wat te drinken meegenomen om te genieten van het laatste stukje zonlicht van die dag. Terwijl we in het begin nog heerlijk alleen waren, kwam een schoolklas vol met tieners steeds dichterbij. We hoorden de docent al zeggen ‘ssst.. Er zijn mensen die hier willen genieten van de rust’. De rust was zeker lekker, maar een schoolklas vol met tieners waarvan er enkele maar wat nieuwsgierig in ons bezoek waren, had toch zeker ook wel wat. Romantisch aangelegd waren we toch al niet. :)
Begon het met twee jongens die voorzichtig naar ons toekwamen om met ons te kletsen, eindigden we met een hele groep jongens om ons heen. Tussen de jongens door, hadden we een prachtig zicht over de oranje, gele en rode rotsen, bedekt met wit zout. Naar mate de zon verder onder ging, veranderden de kleuren langzaam in een steeds geler wordend spektakel. Erg mooi!
Om op tijd terug te zijn voor het inleveren van de fietsen, haastten we ons in het donker met onze hoofdlampjes terug naar het vijftien kilometer verderop gelegen dorp. Het was een mooie en bijzondere mountainbike dag geworden. Hopelijk hadden Marcel en Karin het net zo mooi op hun toer!
In Chili hadden we de smaak van het liften te pakken gekregen en dus liften we vanaf San Pedro de Atacama richting Iquique, waar we een tussenstop bij Pica maakten. Onze laatste lift, stopte in tussengelegen dorpjes, maakte met ons een wandeling door het dorpje om ons uiteindelijk in Pica bij de camping af te zetten. Wat een vriendelijkheid! Een van de redenen waarom liften zo leuk is!
Pica was een klein dorpje met een gezellige plaza, een mooie kerk, wat kleine straatjes, maar als hoogtepunt waren er de zogenaamde ‘baños termales’. Vanuit de wijde omgeving vertrokken ze hiernaar toe. Onze laatste lift was al niet zo enthousiast toen we het erover hadden en bij aankomst bleek waarom. Een klein badje tussen wat zogenaamd ‘natuurlijk’ aangelegde rotsen en planten lag naast een oud omkleedcomplex. Wat omaatjes waren er blijkbaar al een tijdje geleden in gelegd en dreven er nog rond in hun bandjes. Baños termales ofterwijl heetwaterbaden. Koud was het niet, maar met een temperatuur waarbij je er echt even doorheen moest en na een half uur dobberen toch echt wel kippenvel kreeg, kon je ook weer niet van heet spreken. Dat dacht ook het enige andere ietwat arrogante en uit de hoogte Hollandse stel dat er later in kwam. Onze tas vol met eten om gezellig aan de rand van het zwembad op te eten hadden we maar op de plaza opgegeten. Hier was het heel wat gezelliger met alle kleurrijke bloemen en de vele passerende mensen. Ach ja, af en toe iets dat tegenviel was goed om je van de mooie dingen meer te laten genieten.
Vanuit Pica kregen we een lift van een Indiase man. Hij was in de oorlog uit India gevlucht, had een Peruaanse vrouw aan de haak geslagen en had hier zijn leventje weer opgebouwd. We waren van plan om halverwege nog in het dorpje ‘La Tirana’ te stoppen. ‘You are sure?’ vroeg hij, terwijl hij uitlegde dat er werkelijk niets te doen was. Hij reed met ons door het dorp, stopte bij de kerk zodat we hier naar binnen konden gaan en foto’s konden nemen, waarna we doorreden naar Iquique. Er was inderdaad niets te doen! Een stoffig saai dorp waar we maar beter doorheen konden rijden. Halverwege werden we nog meegenomen naar een restaurant waar hij ons op een lunch trakteerde. Wat waren de mensen hier toch vriendelijk zeg! Dat kon je je in Nederland toch niet voorstellen. Allereerst al dat een wildvreemde je van de kant van de weg oppikt en vervolgens ook nog eens mee te eten neemt. Nou ja ik zou het eigenlijk eens moeten proberen, nooit gedaan.
Iquique, een kustplaats in het noorden van Chili was onze laatste eindbestemming samen met Marcel en Karin. Op de busterminal wachtten we geduldig met een bakje koffie en empanada op de jonkies die net de toer in de Salar de Uyuni hadden gehad. Hoe zouden ze het hebben gehad? We waren zo benieuwd! Hopelijk hadden ze net zo genoten als dat wij met pa en Marianne hadden gedaan. En daar kwamen ze aan, al vooraan boven in de bus zittend zwaaiden ze. Gezellig! Na vijf dagen met z’n tweeën, konden we nog even met z’n vieren genieten in Iquique. Gelukkig, ze hadden genoten van de trip. Buiten een onvergetelijke beroerde eerste nacht vanwege de hoogte, een Chileense vrouw die als een vent kon snurken en een ietwat dubbelzinnige sociaal gevoel had, hadden ze genoten van de omgeving en plezier gehad met de groepsgenoten. Met twee Mexicaanse meisjes die hun hielpen om het Spaanse taaltje onder de knie te krijgen was het communiceren ook hard meegevallen. Mooi!
Zo’n twee blokken van de zee hadden we ons appartement via Mercadolibre, ofterwijl Marktplaats gehuurd. We hadden ons geld met moeite al over weten te maken en dus was het hopen dat het appartement ook echt bestond. En ja hoor, via een welkomstbord op de voordeur voor Marcel en Karin kwamen we in ons leuke appartementje op de 24ste verdieping. Alles zat erop en eraan. Een barretje scheidde de keuken van de kamer. Ieder stel had zijn eigen slaapkamer en zowaar waren er twee badkamers. Het mooiste was wederom het balkon! Een hoekbalkon van zo’n 12 meter lang, gaf uitzicht over het strand, de zee en een deel van de stad. Wat hadden we weer een relaxt onderkomen. En wat was het leuk dat we nog een week konden genieten met z’n vieren!!!
We genoten er volop! Niet alleen struinden we langs het strand over de mooi aangelegde boardwalk langs de palmbomen met uitzicht over de zee met hoge golven, ook wandelden we door het centrum om hier te genieten van het relaxte sfeertje zonder auto’s en souvenirs in te kopen. Allemaal waren we niet van het hele dagen aan het strand liggen en met een temperatuur die de eerste dagen wat tegenviel was dit sowieso niet mogelijk. Ik vertelde nog dat het hier nooit regende, maar wat bleek: in acht jaar had het hier niet geregend, maar wij mochten het toch meemaken! De kinderen waren maar wat enthousiast en sprongen in de plassen, terwijl het water op de inmiddels zeer gore wegen bleef liggen. Wat een eer, dat wij dit mochten meemaken..!
We hadden genoeg dingen voor alle dagen weten te vinden om te doen. Zo zijn we gaan sandborden in de duinen vlak achter de stad. Terwijl Marcel en Karin bij een oversekste praatjesmaker in de taxi zaten, deelden Boris en ik de taxi met een nabijgelegen hostelmedewerkster, die ons het sandboarden onder de knie zou brengen. In de duinen waren helaas geen kabelbanen te bekennen en dus werd het met het vroegere snowboard naar boven lopen. Een hele opgave met het zand dat bij iedere stap naar boven weer een halve stap naar beneden zakte. Eenmaal boven kregen we ieder een kaars om onze boarden te waxen, waarna Maria, onze instructrice voordeed hoe we naar beneden moesten. Gewoon door de knieën, balanceren met de armen, niet naar achteren leunen en gaan! Recht naar beneden!!! Het was makkelijker gezegd dan gedaan. Met een steile heuvel naar beneden was het even wennen om hier recht naar beneden te racen. Het ging toch vrij snel! Met wat vallen, opstaan en heel veel zweten naar boven lukte het ons uiteindelijk allemaal om zonder vallen beneden te komen. Blijkbaar was de basis om snel naar beneden te komen, waarna we bochtjes mochten maken om de snelheid iets te beperken. Vreemde volgorde.. Marcel wist zijn kunsten echter iedere keer te bezegelen door bij benedenkomst om te vallen. Op naar Bottrop bij terugkomst in Nederland!
Van de ouders hadden we wat geld als cadeau gekregen en dus besloten we met z’n allen te gaan parapenten. De moeders kregen bij het horen spijt van hun cadeau, maar wij hadden er in ieder geval zin in. Bij ons appartement werden we door een tweetal springers opgehaald, waarna we een half uur reden naar een hoger geleden deel van Iquique. Alsof we eruit zagen dat we flink in onze broek scheten, vertelde de man ons nog dat we heel ‘tranquilo’ ofterwijl rustig de lucht in zouden gaan. We zouden het wel zien!
Bij aankomst boven waren er al wat jongens bezig met het klaarmaken van de parachutes. Wij hezen ons in ons zeer charmante pakje, kregen nog wat laatste aanwijzingen, werden aan onze instructeurs vastgemaakt, waarna we konden rennen. Ik vertrok als eerste. De parachute werd omhoog getrokken, waarna ik samen met mijn instructeur begonnen te rennen. Al snel voelde je je door de parachute naar boven trekken, waardoor de grond langzaam onder je vertrok. En daar hing ik dan. Gaaf!!!! Zo relaxt daarboven en je had helemaal niet het gevoel alsof je hoog zat of snel ging. We maakten een ommetje door bij de duinen vlak langs de grond te gaan. Toen pas had je door dat je toch wel zo’n dertig kilometer per uur ging. Her en der zag ik ook Marcel, Karin en Boris verschijnen. Boris was blijkbaar op hilarische wijze vertrokken. Met zijn lange benen had hij nog een heel stuk moeten rennen, terwijl de instructeur er maar bij bungelde en de aarde al lang niet meer aan kon raken.
We zweefden boven de stad, konden elkaar af en toe begroeten en genoten volop van onze tocht. Hoe relaxt was het daarboven! Helemaal stil al zwevend over de huizen met uitzicht over de blauwe zee en de achtergelegen zandduinen. We eindigden de vlucht met een tocht vlak langs een appartementencomplex, waarna we rustig op het strand landden. We waren allemaal helemaal enthousiast van de afgelopen dertig minuten! Het was een van de mooiste dingen die we hadden gedaan in onze gezamenlijke trip. Dankjewel ouders!!!
Sandboarden en parapenten waren niet de enige activiteiten die op ons verlanglijstje stonden. Ook wilden we graag bodyboarden. Het was een populaire sport en met het kijken naar alle waarschijnlijk veel geoefende bodyboarders die in de golven de mooiste truckjes deden, leek dat ons ook wel een mooie uitdaging. Met het verdwijnen van de te hoge golven en het verschijnen van de zon was de laatste dag voor vertrek hier optimaal geschikt voor. Al lachend stonden we op het strand onze charmante pakjes aan te trekken. Enige moeite kostte het wel om ons te hijsen in de lekker strakke pakjes, des te meer tijd hadden we om bij te komen van het lachen. De bijbehorende flippers en moeilijke manier van lopen maakten de vier sulletjes helemaal compleet. Terwijl Marcel en Boris de golven al getrotseerd waren en ergens achterin de zee dreven, gaf de lifeguard Karin en mij nog wat tips. Dat we het voor het eerst deden was wel duidelijk: mijn linker slipper zat rechts, mijn rechter slipper zat links en de bovenkant zat onder. Eerst maar eens alles fatsoenlijk aandoen. Hij vertelde ons te blijven bij het schuimige gedeelte ofterwijl niet zo ver te gaan zoals ‘los dos chicos’, ofterwijl Marcel en Boris. We hielden wel stoer onze bodyboards in de hand en liepen tegen de golven in, maar ondertussen hadden we toch wel onze twijfels. Zo van een afstandje leek het heel simpel, maar iedere keer die hoge golven over je heen, was toch best eng. Bij iedere golf doken we naar de voorkant van ons bord, staken ons hoofd onder water en gingen als echte professionals onder de golven door. Marcel en Boris waren inmiddels ook teruggekomen en dus probeerden we met z’n allen de juiste golven te vinden. Lastig was het zeker! Welke golf moest je hebben en wanneer moest je beginnen met paddelen? Iets waarvoor we wel iets meer ervaring dan een paar uurtjes nodig hadden. Met het zwemmen tegen de golven in, bleek het een pittige maar zeer uitdagende sport. We zaten dan ook regelmatig aan de kant waar we bij kwamen van het fanatieke zwemmen. Helaas was het bodyboarden, ondanks enkele vergeefse pogingen niet zo voor Karin weggelegd die dan ook voornamelijk op het strand toekeek. Er was genoeg te zien, genoeg te fotograferen en met een lekker zonnetje ook zeker niet verkeerd.
Boris, Marcel en ik probeerden ondertussen de fijne kneepjes van het vak onder de knie te krijgen. Hoe langer we in de zee lagen, hoe beter het ging! We kregen in de gaten welke golven we een beetje konden nemen en hadden we er een te pakken, scheurde je heerlijk door het water! Echt gaaf! Helaas werd het avontuur beëindigd toen mijn schouder bij een van de pogingen in de zee uit de kom ging. Einde van het sportieve avontuur! Helaas, voorlopig rustig aan doen. Al was ik maar wat blij dat dit de laatste dag van de vakantie met Marcel en Karin gebeurde en we ervoor nog alles samen konden doen wat we hadden willen doen.
Die avond trakteerden Marcel en Karin ons op een heerlijk etentje. Het was een van de beste etentjes in Zuid Amerika die we hadden gehad! Onder het genot van een Pisco sour genoten we van onze zeer mooi opgemaakte borden met eten in het sfeervolle tuintje van het restaurant.
De volgende dag was het alweer tijd om te vertrekken. Nadat we een lekker taartje met koffie hadden gegeten in een van de koffiezaakjes van Iquique vertrokken we met de taxi naar het vliegveld. Het was alweer tijd om gedag te zeggen. Wat jammer zeg!!! Het was weer een onvergetelijke tijd geworden waarbij we veel hebben gezien, gedaan en gezellig hebben bijgekletst. Wat ging die tijd toch snel! Bij aankomst denk je nog, we hebben wel drieënhalve week samen, maar voordat we het wisten, stonden we Marcel en Karin alweer uit te zwaaien. Het leek iedere keer weer moeilijker te worden om afscheid te nemen van de mensen die weer naar Nederland vertrokken. We hadden in ieder geval genoeg ideeën om samen te doen als we weer terug waren in Nederland. Marcel en Karin, bedankt voor de onvergetelijke tijd! Het was gaaf, we missen jullie!!
Foto’s zie:
https://goo.gl/photos/GmdgY3JH3VTtQK4h8
-
02 September 2015 - 19:53
Karin:
Wat een super leuk verhaal! En nog leuker dat wij erbij waren :-D Erg herkenbaar allemaal en fantastisch om terug te lezen!!
Werkze weer de komende weken en geniet van alles wat jullie nog gaan doen! Want voor jullie het weten is het alweer maart... -
03 September 2015 - 20:06
Carien:
Wat een mooie reis hebben jullie gemaakt, Marcel en Karin.
En, wat ook erg belangrijk is, jullie hebben heel veel plezier gehad!
Dat lees ik in het verslag en het is ook aan de foto's te zien!
Boris en Leonie, jullie zijn alweer verder getrokken. Op naar het volgende avontuur.....
Geniet ervan!
Heel veel liefs uit Zwolle xx -
04 September 2015 - 17:01
Dineke:
Mooi om te lezen en te zien wat jullie allemaal samen hebben gedaan. En fijn dat jullie zo genoten hebben van de jonkies.
Blijf nog even genieten.
xxx -
05 September 2015 - 20:10
Diny:
Wat een super vakantie hebben jullie gehad. Ontzettend leuk om te lezen.
Leonie en Boris geniet er nog ff van, veel plezier. -
06 September 2015 - 10:40
Marcel:
Super verhaal, en herkenbaar! We hebben er erg van genoten!
Wel een kleine correctie: ik was erbij, daar met die glijbaan in Valparaíso, het viel allemaal wel mee ;)
Heel heel heeeeel veel plezier daar nog, kijk nog veel rond, en op naar Bottrop!
Marcel -
07 September 2015 - 21:41
Ria Oostwal:
Wat een geweldig verhaal weer. Zo knap ook Leonie dat je alles zo gedetailleerd kan opschrijven.
Genieten voor jullie daar......en wij van en wij van de prachtige verhalen.
Groetjes Herman en Ria
-
08 September 2015 - 18:40
Paul:
Wederom een mooi verhaal en mooie foto's. Het is nu wel gebleken dat jullie als reisleiders van alle markten thuis zijn.
We zien uit naar het volgende verhaal met foto's -
09 September 2015 - 23:09
Margot:
De jonkies kunnen er ook wat van. leuke spannende activiteiten. Ik zie het voor me Boris lopen en de ander al bungelend aan de parachute. fietsen , over de golven surfen. Ach kan natuurlijk ook in de duinen van vlieland
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley