Maandje werken en Japanse cultuur snuiven 2 - Reisverslag uit Fukuoka, Japan van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu Maandje werken en Japanse cultuur snuiven 2 - Reisverslag uit Fukuoka, Japan van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu

Maandje werken en Japanse cultuur snuiven 2

Blijf op de hoogte en volg Boris en Leonie

22 Maart 2016 | Japan, Fukuoka

Kazu zette ons bij een stoplicht aan de grote weg af, waarna we al na vijf minuten opgepikt werden door een vrouw. Voordat we instapten vroeg ze vanalles, waarvan wij uiteraard niet begrepen wat ze wilde. We wisten in ieder geval dat zij had begrepen waar wij heen wilden, antwoordden dat alles 'ok' was en stapten in. Met ons boekje 'Japans voor beginners' probeerden we enigszins te communiceren. Ze was al 60 jaar, had drie kinderen en twee kleinkinderen. We leerden het woordje voor ambulance nadat deze voorbij was gekomen, maar heel veel verder kwamen we niet. Het was in ieder geval veel lachen en proberen elkaar duidelijk te maken. Na een half uur stopten we bij een grote supermarkt waar ze uitstapte en wat afval wegbracht. Ze probeerde duidelijk te maken waar ze erna nog op wachtte, maar daar werden we niet heel wijs van. Ze maakte nog geen duidelijke tekens dat wij uit moesten stappen en dus bleven we geduldig in de auto wachten. Na een kwartiertje kwam een vrouwtje aanrijden, waarna ze wat kaarten uitwisselden en ze weer verder reed. Gelukkig! We hadden best wat extra tijd, maar wilden in ieder geval voor het eind van de middag aankomen bij ons volgende werkadres. De eerste skypeafspraak vanuit Tokyo hadden we door de gezelligheid in het hostel ook al vergeten, en we wilden niet nog eens te laat komen.
We reden langs de rivier tussen de heuvels langs verschillende kleine dorpjes. Hier werd het wel steeds meer platteland. De heuvels aan weerzijden van de rivier maakte het ook onmogelijk om huizen te bouwen, waardoor het enkel kleine dorpjes waren die aan weerszijden van de rivier lagen. Af en toe belde een vriendin die ze later op zou pikken. We konden nog verstaan dat ze vertelde over twee Hollanders die bij haar in de auto zaten. Ze was maar wat enthousiast. Deze vriendin stapte na een uurtje bij ons in de auto. Zij kon enkele woordjes Engels, wat het al een heel stuk makkelijker maakte. Nog eens een half uurtje verder, werden we bij een convenience store in een klein dorpje aan de doorgaande weg afgezet. Er kwamen hier genoeg auto's langs en het moest ons zeker lukken verder te komen.
Terwijl Boris de winkel in liep om zijn highlightje van de dag, namelijk eten kopen te verrichten, praatte ik buiten met een oudere man die zich afvroeg wat wij hier deden. Uiteraard was het net als vele andere keren niet een uitgebreid gesprek, maar werd voor hem in ieder geval duidelijk dat we aan het liften waren en twee maanden in Japan verbleven. Toen ik hem vroeg of hij ons mee zou kunnen nemen mocht hij die kant op gaan, was hij snel verdwenen. Dat was blijkbaar iets te veel van het goede. Hij kon er in ieder geval om lachen.
We namen weer plaats met ons megagrote bord aan de kant van de weg, waarna er al snel een postbode op zijn motortje stopte. Met de woorden 'dozo', ofterwijl alsjeblieft, gaf hij ons een blik met chips, waarna hij direct weer vertrok. Wat bizar!!! Ze stoppen hier terwijl ze je niet kennen, geven je te eten en vertrekken weer. Wat leuk!
Ook hier hoefden we niet lang te wachten op onze volgende lift. Hij zou niet ver rijden, maar wist ons bij een grotere stopplaats voor meer verkeer te brengen. Hij zette ons af, waarna hij binnen vijf minuten terug kwam. De vriendelijke man was naar een informatiecentrum geweest en had een kaart met Japanse namen meegenomen. Wij lieten meestal op een kaart met Romaanse tekens zien waar we heen moesten, maar de Japanse zouden ze hier volgens hem beter begrijpen. Ook hij was al zo vriendelijk!
Ook de laatste rit verliep weer soepeltjes. We werden meegenomen in een dit keer niet vierkant maar heel luxe wagen met van binnen lederen bekleding. Het was een man van weinig woorden die op weg was naar Nagano. We vertelden hem dat we naar Yaizu station wilden, waarna hij dit op zijn ingebouwde tomtom invoerde, wel enig om moest rijden, maar dat maakte hem blijkbaar niets uit. Hij bracht ons in een keer naar het eindstation. Hoe bizar!!! De mensen in de stad zagen er allemaal zo verlegen uit, maar ondertussen ging het liften hier uitermate soepel! Dat hadden we niet verwacht.

Op het station aten we nog even een broodje, die hier overigens prima smaken, dronken een koffie, waarna Hila, onze volgende host ons kwam ophalen. Ze kwam aan in een totaal niet Japanse wagen. Een oude zwarte Jeep. We reden via de supermarkt om daar nog even wat eten in te slaan voor onze vrije dag, waarna we doorreden naar het huis waar we de komende week verbleven. Dit keer was het heel wat meer een plattelandsgevoel. Tussen de theevelden en bossen liep langs de rivier een klein landbouwweggetje waar her en der een dorpje aan lag. Zo ook het dorpje van Hila en Dai, waar zo'n twintigtal huizen stond. Hun typisch Japanse huisje bestond uit twee delen. Een deel dat ze in de zomer verhuurden als Airbnb en het andere deel dat werd verbouwd om zelf in te wonen. Nu, in de winter woonden ze zelf in het huis dat ze in de zomer verhuurden.
Het huis was werkelijk prachtig! Bij binnenkomst kwam je in een halletje dat op natuurlijke wijze met een grindpad, plantjes, bamboe en hout was aangelegd. Hier deden we onze schoenen uit, waarna we een kijkje namen in de verschillende kamers. Iedere kamer bestond uit tatami matten met eromheen typisch Japanse deuren van papier. Ze hadden twee slaapkamers en twee woonkamertjes. Een van de woonkamers had een kachel om 's avonds heerlijk verwarmd aan te zitten. De badkamer was net als het overige huis typisch Japans. Een bad waar je met opgetrokken knieën in kon zitten en ernaast een houten krukje waar je zittend kon douchen. Het water liep weg via het grind dat eronder lag. Erg mooi allemaal, ze hadden duidelijk smaak voor inrichting!
Hila van 32 uit Israël en Dai van 36 uit Japan waren ontzettend lieve mensen. Ze deden alles om het naar onze zin te maken en ons thuis te laten voelen. Gelukkig konden ze beiden Engels, wat het een heel stuk makkelijker maakte om te communiceren.
Iedere ochtend stonden Dai en Hila op om vier uur om te beginnen met werken. Hila maakte uitgebreid het huis schoon, kookte alvast de lunch en het diner, terwijl Dai aan het klussen was in het nieuwe huis. Om zeven uur, toen wij opstonden, stond zowaar ons ontbijt al klaar! Een netjes opgemaakt plankje met ei, tomaatjes, komkommertjes, een koekje, toast en beleg. Met een heerlijke koffie een perfect begin van de dag. Na het ontbijt begonnen we aan het werk.
Het werk was zo bijzonder en zo gaaf! Zo begonnen we de eerste dag met het werken met bamboe. We reden een half uur via de kleine landbouwweggetjes en dorpjes naar het terrein van Dai en Hila aan de rand van een bamboebos. Aan de ene kant van de onverharde weg lag bij elkaar geknoopt bamboe onder plastic afdakjes en stond een groot kokend houten vierkant bad, terwijl aan de andere kant vele honderden bamboe stammen van zo'n twee meter in vier rijen tegen een lat aan in de zon lagen te drogen.
Wij begonnen met het splitten en koken van de bamboe. Boris zijn taak was het splitten van de bamboe. De bamboe met een diameter van zo'n 15 tot 20 centimeter waren ieder 2.20 lang. Met een soort van bot mes met handvaten aan beide kanten was het zijn doel om de bamboe in de lengte doormidden te trekken. Het was duidelijk waarom ze hiervoor mannen vroegen. Het was zwaar, heel zwaar! Dai deed het eerst voor en met zijn spieren zag het eruit alsof het niets was. Dit bleek echter anders. Boris had het echter prima naar zijn zin, werkte hard door en kreeg menig eens de opmerking om ook eens te rusten. Hij had het naar zijn zin!
Ik hielp Hila ondertussen met het koken van de bamboe. Een groot kokend bad stond naast de gesplitte bamboe. Met een schort en watervaste handschoenen legden we zo'n dertig halve bamboelatten stuk voor stuk in het kokende bad. Vervolgens legden we het enorme deksel erop, waarna het wachten was. Twintig minuten moest het koken, waarna we de bamboe weer een voor een uit het water tilden en op de auto legden. Door het koken van de bamboe, haalden we de olie uit de stammen waardoor het langer goed bleef. Het werd namelijk verkocht aan kunstenaars die er de mooiste artikelen, zoals vogelkooitjes, mandjes, lampenkappen en andere dingen van maakten.
Nadat we de bamboe uit het bad hadden gehaald, kon de volgende lichting er in en de gekookte bamboe gedroogd worden. Hiervoor werden ze verticaal tegen een lat aan op de grond op een bamboe houder gezet. Hier stonden ze zo'n twee maand lang te drogen. Speciale bamboe werd voor het drogen nog extra gewassen. Met washandjes stonden we dan met z'n vieren de bamboe nauwkeurig af te spoelen met het snikhete water. Gelukkig bleef dit beperkt tot slechts enkele stammen.
In de middag, als we uiteraard weer het dorpsalarm voor de lunch hoorden, legde Hila haar picknickmatje met mandje klaar. In de ochtend had ze al rijst met een salade gemaakt, waar we in de middag heerlijk van genoten. Het was erg gezellig! Beiden hadden ze jarenlang gereisd en hadden we gespreksstof in overvloed. Na de lunch werkten we nog een uurtje waarna we terugkeerden naar huis, waar we de middag heerlijk vrij waren. Niet alleen werkten we hier aan de blog of het uitzoeken van hostels, ook maakten we mooie uitstapjes rondom het huis. Je kon er prachtig wandelen in de heuvels tussen de bossen, de groene thee velden en de dorpjes. Er was geen toerist te bekennen wat het extra bijzonder maakte.
Naast het bamboe koken mocht Boris ook een dagje het bos in om bamboe te hakken. Het was een precies en zwaar klusje. De bamboe moest netjes recht zijn en mocht niet beschadigd worden met het omvallen. Met de vele bomen die her en der door elkaar stonden, was het dan ook een hele klus om een geschikte boom uit te zoeken. Nadat ze een boom gevonden hadden, was het Boris zijn taak de boom in de juiste richting om te laten vallen. Met een touw die zo hoog mogelijk om de boom werd geworpen, trok Boris aan de boom, terwijl Dai met een kettingzaagje de boom doorzaagde. Dai tilde alsof het niets was de tien meter hoge boom op, waarna deze op de grond kwam staan, waarna ze hem op gecontroleerde manier om lieten vallen. Vervolgens werd de boom naar de zijkant van de weg gebracht, waarna ze met de handzaag de boom in stukken van 2.20 meter zaagden. Het bleek al met al een hele klus. In vijf uur, wisten ze negen bomen om te zagen. Het was in ieder geval een hele ervaring!
Terwijl Boris druk was in het bos, hielp ik Hila in de tuin, aan de rand van de weg om deze zomerklaar te maken. Er was genoeg onkruid om weg te halen en met de wens om alles tot het laatste blaadje weg te halen, bleek ook dit een hele klus. Met de vele nieuwsgierige 80 tot 90 jarige buurtjes die een voor een langskwamen was het een bijzondere ervaring. Bij elkaar op de koffie komen, kennen ze hier in Japan niet. Ze spreken elkaar aan op de weg, maken een praatje, maar komen verder ook niet binnen. Heel persoonlijk worden ze ook niet. Het blijft bij 'wat een mooie dag, hè', of 'wat zien de witte kolen er dit jaar goed uit hè'. Hier houden ze daar wel van.
Naast het koken en hakken van bamboe en het werken in de tuin, hebben we ook helpen klussen in het nieuwe huis. Houten planken moesten er tegen de muren getimmerd worden. Met de goedkoopste latten die ze hadden gekocht, was het eerst nog een hele klus om deze netjes glad te schuren. Vervolgens werden ze opgemeten, gezaagd en op de juiste plek getimmerd. Het was erg leuk om hier hun nieuwe huis steeds mooier te zien worden.
Op onze vrije dag maakten we een wandeling naar en om het dorp dat op zo'n vijf kilometer afstand lag. Het was miezerig weer en dus namen we de paraplu mee om tussen de heuvels, vele theevelden en bossen te wandelen. Groene thee was hier erg populair in de omgeving. Grote velden met lange rijen hegjes lagen er tegen de heuvels aan. In de zomer plukten ze hier de nieuw gevormde blaadjes om hier groene thee van te maken. Voor ons waren het nu vooral buxusachtige struiken die het landschap verdeelden in velden van lange banen. Een bijzonder gezicht!
Eenmaal bij het dorp aangekomen, namen we plaats in een typisch Japans restaurant. Met onze schoenen bij de ingang, namen we plaats op de kussens aan de lage tafeltjes op de tatami matjes. Nu we in deze regio waren, moesten we de groene thee soba proberen. Soba is een gerecht bestaand uit noodles in een soep. Dit keer dus groene noodles. Het was heerlijk! We genoten er volop, al kijkende naar de vele toerbussen gevuld met de iets minder beleefde Chinezen die een toertje namen in het theehuis aan de andere kant van de weg.
Ook wij hadden een theeceremonie die middag gereserveerd. Theeceremonies zijn hier onwijs populair in Japan. Hila had al een beetje uitgelegd hoe het werkte, zodat we er niet helemaal verloren bij zouden zitten, mochten ze geen Engels kunnen. Een mooi tempel achtig huis lag te midden van netjes aangelegde tuinen. In het souvenir winkeltje kochten we tickets. De medewerkster van het winkeltje leidde ons naar het theehuis waar een stelletje vrouwen in traditionele kimono klaar stonden om de volgende gasten te ontvangen. Blijkbaar zorgden wij voor enige stress toen we aankwamen. Geen idee wat ze allemaal tegen elkaar zeiden, maar ze werden er behoorlijk zenuwachtig van. Waarschijnlijk kon er niemand Engels dat voor hun voor enige stress zorgde. Wij vonden het wel grappig. Een van de vrouwen nam ons via de gangetjes met tatamivloeren en traditionele schuifdeuren mee naar een klein kamertje. Via een klein poortje op een hoogte van zo'n 1.20 meter kwamen we uit in de kamer waar wij plaats mochten nemen. In een van de hoeken stonden wat bloemen. De vorige Japanse toeristen werden direct de kamer uit geleid, waarna wij plaats namen op de grond. De vrouw maakte heel beleefd en enigszins verlegen duidelijk dat ze geen Engels kon. Wel had ze een kaart met plaatjes en een korte Engelse en Franse beschrijving van hoe het werkte. Terwijl zij de thee ging halen, lazen wij aandachtig de kaart door. Even later kwam ze terug met een lekkernij. Een halve ronde bol ter grote van zo'n drie centimeter legde ze voor ons neer, terwijl wij netjes op onze knieën op de grond plaats hadden genomen. Op alle plaatjes zaten ze in deze houding en zo beleefd als dat de Japanners waren, wilden wij niet onbeleefd over komen. Blijkbaar was duidelijk dat dit voor ons niet bepaald aangenaam was, en maakte ze met een van de enige Engels woordjes die ze kende duidelijk dat we anders mochten zitten. "Relax, relax" zei ze, waarna wij snel onze knieën onder ons vandaan haalden en iets comfortabeler gingen zitten. Hoe die Japanners toch altijd voor elkaar krijgen om op de meest oncomfortabele manier lange tijd te zitten, geen idee, voor ons was dit in ieder geval niet weggelegd.
Terwijl de zoetigheid voor ons neer was gelegd, keken we op de kaart wat we precies moesten doen. De zoetigheid kwam er niet op voor en dus werd met handen en voeten duidelijk gemaakt hoe we deze mochten eten. Er zijn werkelijk zo veel regels! Zo wordt de thee normaal gesproken achter een lijn neergezet. Moet je deze pakken met je rechterhand en aan je buurman geven. Dan maak je een diepe buiging naar je buurman om deze te bedanken dat je de thee eerst mag nuttigen. Vervolgens pak je met je rechterhand je kopje terug en zet je deze op je linkerhand. Uit respect voor de medewerkster draai je het label op het kopje naar haar in drie draai bewegingen, neem je een slokje thee en draai je het kopje uiteindelijk weer terug. Inderdaad, het was niet zomaar even genieten van een theetje onder het genot van een gezellig gesprekje. Wij wilden zoveel mogelijk de regels volgen, maar blijkbaar vond de medewerkster alles wel prima. De zoetigheid namen we in stukjes naar binnen, waarna we aan de groene thee begonnen. Gelukkig niet eentje die smaakte alsof je op pruimtabak aan het kauwen was, maar dit was meer van het type verse blaadjes wegtikken.
Helemaal volgens de regels deden we het niet, maar het was zeker erg lachen. Ook de medewerkster had waarschijnlijk de tijd van haar leven. Ze probeerde met handgebaren uit te leggen hoe wij de thee moesten drinken, waarbij ze vooral veel lachte. Na een half uur werd het tijd voor ons om te vertrekken. Wij hadden een bijzondere ervaring gehad en de medewerkster lachten achter ons nog hard na.
Na de theeceremonie wandelden we terug naar huis. Onderweg sprak een Japanner in een auto ons nog aan. Waarschijnlijk wilde hij ons een lift geven, maar aangezien we geen woord met elkaar uit konden wisselen, bleef het bij een niet te begrijpen gesprek.
De laatste avond bij Hila en Dai namen ze ons mee naar een onsen met een groot restaurant. Dit keer gelukkig meerdere baden, binnen en buiten en in de aanwezigheid van de Engels sprekende Hila een heel stuk aangenamer dan de vorige keer in Minami Alps, waar een stel oude Japanse vrouwtjes opgepropt in een badje zaten. We genoten er van de heerlijke warme baden, het uitzicht en de afkoeling van het steenkoude bad. Na afloop namen we plaats in het restaurant. Her en der stonden lage tafeltjes waar de mensen na het nemen van een onsen relaxten. Al tv kijkend, slapend of zoals wij genietende van een heerlijk diner. Verse rauwe vis, heerlijk!
We hadden graag langer willen blijven, langer mee willen werken om het huis af te krijgen, meer gezellige dagen willen beleven met Hila en Dai, maar helaas was het na een week alweer tijd om te vertrekken. We hadden een andere plek geregeld, waar we voor een kwartje een huis konden huren en eventueel nog wat werk konden doen.
En zo vertrokken we met de trein en de bus naar ons volgende adresje. Voordat we de trein namen, stapten we samen met Hila nog even een supermarkt in om eten in te slaan. Nou ja even, we hebben er wel een uur rondgehangen. Het was ons niet precies duidelijk wat er van ons op het volgende adres verwacht werd en dus sloegen we eten in voor anderhalve week. Hila leidde ons ondertussen van gangpad naar gangpad om alle onbekende producten uit te leggen. Een prachtig uitje!
Met twee grote kartonnen dozen extra namen we vervolgens de trein en de bus naar het kleine dorpje. Het enige wat we hadden was een google maps afbeelding van het huis en een naam van de man die ons zou helpen. We moesten maar rondvragen had Taiki gezegd. Het huis hadden we geregeld via Taiki. Hij was lid van de workaway website, via waar wij altijd ons werk regelden. Aangezien zijn vrouw echter hoogzwanger was, kon hij ons niet hosten, maar hij wist wel een ander adresje. Dat was dit huisje dat ze via de NPO, een Japanse vrijwilligersorganisatie waar hij ook lid van was verhuurden voor een kwartje. In Japan komen steeds meer huizen op het platteland leeg te staan. De jongeren trekken naar de stad en de ouderen overlijden op het platteland. Deze huizen proberen ze in stand te houden door ze te verhuren. Enkel via Japanse websites en dus was het ideaal om Taiki die Engels sprak als tussenpersoon te hebben.
Nadat de buschauffeur duidelijk had gemaakt dat wij onze eindbestemming hadden bereikt, pakten we onze backpacks en stapten de bus uit. Eerst nog even op Japanse wijze de bus betalen. Bij binnenkomst in de bus, pak je een ticket uit de automaat, waar een nummer op geprint staat. Boven de buschauffeur staat een scherm met alle nummers en het bedrag dat je tijdens de reis moet betalen. Bij het uitstappen gooi je dit briefje samen met gepast geld in een automaat, waarna je uit kunt stappen. Uiteraard maakt de buschauffeur nog een kleine hoofdknik en zegt vanachter zijn mondkapje nog iets onverstaanbaars, dat de hele bus via de microfoon kan horen.
Wij stapten uit aan de rand van een heel klein dorpje. Het bestond enkel uit een dertigtal huisjes langs de rivier met eromheen heuvelachtige bossen. Geen idee waar we moesten zijn. Met de foto van google maps liepen we de straten door op zoek naar het oude plattelandshuisje achter twee rijstveldjes aan de weg. We konden het niet vinden en vroegen een oud vrouwtje, want ja ze zijn hier op het platteland allemaal oud, naar Mr. Matsunaga. Ze legde uit waar hij woonde. We begrepen er uiteraard niets van, maar hadden in ieder geval begrepen dat we de weg nog wat verder af moesten lopen. Uiteraard kwamen we Mr. Matsunaga niet per toeval midden op de weg tegen en dus vroegen we bij aankomst aan de andere kant van het dorp nog maar een keer naar Mr. Matsunaga. Het vrouwtje had wel in de gaten dat we weinig anders dan 'goedendag' en 'dankjewel' in het Japans begrepen en dus liep ze met ons mee om de weg te wijzen. We kwamen aan bij een van de huisjes langs de rivier, waar Mr. Matsunaga woonde. Een klein Japannertje van zo'n 60 jaar met een kaal geschoren hoofd. Hij zag eruit alsof hij in een tempel woonde. Met zijn pretoogjes en zijn Engels dat beter was dan menig andere Japanner, heette hij ons welkom en liet hij ons huis zien, dat zo'n drie huizen verder lag. Inderdaad, een 150 jaar oud plattelands huisje achter de rijstvelden. Achter de glazen schuifdeuren stonden wat gebruiksvoorwerpen die ze vroeger op het land gebruikten. Erachter weer een stel papieren schuifdeuren waarachter de verschillende kamers lagen. Een slaapkamer, en twee woonkamers met een lage tafel en wat kussens op de grond. Een van de ruimtes werd gebruikt om te eten. Geen grote eettafel maar een zestal kussens om een ingegraven bak in de grond dat vol lag met as. Met de aanwezige kolen kon je hier een vuurtje maken om eventueel wat te koken of lekker warm bij een soort van haard te zitten. Ernaast lag de keuken die nog helemaal vol lag met attributen alsof er een gezin van twintig man in had geleefd. Wat leuk! Dit was echt typisch Japans! Geen netjes opgeruimd hotel, maar een lekker chaotisch enigszins stoffig plattelands huisje te midden van Japanners die nog nooit buitenlanders hadden gezien. Wij waren de eerste buitenlanders in het dorp. En dat was wel te merken aan de reacties van de buurtbewoners tijdens de week!
Taiki kwam die middag langs om ons een bezoekje te brengen. Een jonge hippe vader van drie kinderen waarvan de vierde deze week geboren zou moeten worden. Hij had zowaar ook nog eens twee dozen met eten meegenomen!!! Dat hadden we even niet verwacht, wat lief! Dozen vol met eten en snacks. Naast onze twee dozen, hoefden we in ieder geval niet te verhongeren.
Het was inmiddels ook duidelijk wat we de komende week gingen doen. In ruil voor een paar daagjes werken konden we gratis verblijven in het huisje en kregen we dus nog te eten ook. Niet alleen aten we alleen in het huisje, ook werden we uitgenodigd door Mr. Matsunaga om bij hem te komen eten. Zo ook die avond.
Om een uur of zes kwamen we bij hem aan. Een kleine chaotische ruimte gevuld met wat campingstoeltjes, een houtkachel en vooral heel veel prullaria werd omringd door wat schuifdeuren waarachter de keuken, woon en slaapkamer zat. De buurman, Mr. Suzuki, of tenminste, die naam maakten wij er maar van, was er ook. Het was duidelijk dat ze van een drankje hielden. We begonnen met een biertje, maar al snel werd de wijn en sake ingeschonken waarna het ene na het andere drankje kwam. Met twee jaar amper alcohol te hebben gehad, tikte dit aardig aan. Het was gezellig, heel gezellig. Beide mannen konden redelijk Engels en waren maar wat geïnteresseerd in ons. Ze waren zo anders dan de indruk die we tot nu toe van de gemiddelde Japanner hadden gekregen. Waar ze in de grote stad nog vooral overkwamen als uitermate beleefd, een soort van robots zonder emoties en extreem netjes gekleed, hielden deze mannen wel van een potje ouwehoeren en hadden ze wel degelijk emoties. Erg leuk!
De volgende dag was onze werkdag aangebroken. Als het aan Mr. Matsunaga lag hoefden we geen enkele dag te werken, maar verkenden we de omgeving. Wij hadden echter wel zin in wat werk en wilden ook niet voor niets in hun huis zitten met al het eten dat we van hen hadden gekregen. Via een klein plattelandsweggetje reden we via zigzagpaden naar boven. Vele bossen en groene theevelden lagen langs de weg. Na tien minuutjes rijden op een weg die de auto amper aankon, kwamen we aan bij een rotswand aan de rand van een van de vele bochten. Onze taak was het weghakken van het zand. Het was echter wel taak om rood zand te vinden en dus werd het nog even zoeken. Na het hakken van het zand, werd het zand gezeefd waarna het op een grote plastic doek werd gelegd. Twee vierkante meter wilden ze hebben, dus we hadden nog wel even te gaan.
In de middag kwam Mr. Matsunaga nog even langs om ons de lunch te brengen. Rijstballen omringd door nori, ofterwijl gedroogd zeewier, gevuld met tonijn of vlees. Samen met de groene thee die Mr. Suzuki had verbouwd smaakte het heerlijk!
Na een dagje hard werken, hadden we alweer een dagje vrij. Uiteraard werd dit geen dagje relaxen voor het huisje, maar een fietstocht door de omgeving. Wel hadden we nog even een heerlijk ontbijtje in de zon voor ons huisje onder het toeziend oog van vele knikkende of enkele modernere zwaaiende buurtbewoners. We fietsten door de omgeving, met name langs rivieren en door kleine dorpjes waar ze onder andere aardappelen en gedroogde pruimen voor 100 yen verkochten. Zelf hadden we deze route uitgezocht en ervoor gezorgd dat het niet te heuvelachtig werd. Halverwege werd de weg echter geblokkeerd door allemaal grote borden met Japanse tekens. Geen idee wat het allemaal betekende, maar met het grote rode kruis werd wel duidelijk dat het niet de bedoeling was de weg te vervolgen. Daar stonden we dan, aan de andere kant van de heuvel... De enige weg terug was dezelfde weg terug of via de heuvel. En dus werd het klimmen voor ons. Zwaar werd het, heel zwaar. We hadden in de twee jaar amper gefietst en met iets te kleine fietsen met amper versnellingen werd het heel wat zweten. Wel waren het mooie kleine landbouwweggetjes door de bossen. Na een uur zweten kwamen we boven, waar we genoten van ons uitzicht en de lunch die we in de ochtend hadden voorbereid. Naar beneden was een heel stuk relaxter. Met een lekke band die we om de paar minuten op moesten pompen, werd het een race naar beneden. Enkel een beetje hobbelig met de binnenband die 20 centimeter groter was dan de buitenband en er simpelweg in gepropt was. Vermoeid maar voldaan kwamen we in de namiddag terug. We stopten direct bij het lokale winkeltje om hier nog wat lekkers te halen. Het vrouwtje van het winkeltje kende ons inmiddels wel, probeerde altijd een vergeefs praatje te maken en gaf ons zowaar nog wat gelei mee om te eten. Alleen al voor dat vrouwtje maakten we iedere dag een tripje van zo'n 50 meter.
Die avond brachten we een bezoek aan de lokale onsen. Van Mr. Matsunaga hadden we kaartjes gekregen en na een fietstocht waren wel toe aan een lekker bad. Het was heerlijk! Terwijl we keken naar de aapjes die achter het bad in de bomen klommen, genoten we er van het heerlijk warme water. Na afloop maakten we nog een praatje met de nieuwsgierige medewerkers. Ook hier waren ze behoorlijk verlegen, maar ondanks dat bleven ze allemaal om ons heen staan en probeerden ze in hun zeer gebrekkige Engels vragen te stellen. Ze maakten een foto met ons allemaal, printten deze uit en wezen naar de muur waar deze snel zou komen te hangen samen met de tekst die we op een groot wit vel hadden geschreven. Na afloop kregen we zowaar twee handdoekjes en een oerlelijke portemonnee mee! Wat zijn de Japanners gul! Overal waar we komen krijgen we cadeautjes of te eten. Zijn ze gewoon zo vriendelijk of zien wij er als sloebers uit? Leuk is het in ieder geval wel!
Na de onsen genoten we er van ons zelfgemaakt kampvuurtje van kolen in de woonkamer. Met een zalmpje op het rooster, witte rijst uit de rijstkoker en een heerlijke miso soep hadden we een typisch zelfgemaakt Japans diner. Heerlijk! De marshmallows die we van Taiki hadden gekregen voldeden prima als nagerecht.
Taiki haalde ons de volgende dag op om een paar dagen bij hem in Shizuoka te verblijven. We wilden graag de stad zien, waarna hij direct aanbood dat we ook wel bij hem konden verblijven. Wat een gastvrijheid! Het kwam hem daarnaast ook goed uit, aangezien zijn baby inmiddels geboren was en hij wel wat oppas kon gebruiken. Zijn vrouw lag nog in het ziekenhuis en dus brachten we voordat we bij zijn huis aankwamen nog even een bezoek aan het ziekenhuis. Boris en ik hadden nog niets gegeten en dus besloten we tijdens het bezoek van Taiki aan zijn vrouw wat om de hoek te gaan eten. "Why?" vroeg Taiki verbaasd, "you can go with me". We hadden zijn vrouw nog nooit gezien, maar ja hoor, uiteraard konden we mee op bezoek bij haar en de baby. We liepen door de gangen die net als in Nederland een groot doolhof bleken. Na een toertje door het ziekenhuis dat niet heel veel anders aandeed dan in Nederland, kwamen we aan bij de juiste afdeling. Achter glas lagen hier alle baby's. Zeven stuks in een gewoon bedje en twee kleine in de couveuse. Vijf blauwe en twee roze bordjes hingen erbij waaraan je kon zien dat er wel degelijk jongens en meisjes lagen. Wij zagen echter een zevental hetzelfde uitziende baby's liggen. Wat een schatjes!!! De vrouw van Taiki kwam even later in haar nachtjapon de gang oplopen. Ze was zo blij dat wij er ook waren. Konden we mooi een beetje op de kinderen passen. Hier in Japan moesten alle vrouwen verplicht in het ziekenhuis bevallen en er vijf dagen verblijven. Ze vond het wel relaxed. Iemand anders die er 's nachts uit ging om voor de baby te zorgen.
Na het bezoek aan het ziekenhuis reden we via de supermarkt naar huis. Een groot huis aan de rand van de stad. Taiki was architect en had zelf zijn bovenverdieping, dat de speelkamer voor de kinderen was ontworpen. Hier brachten wij het grootste deel van de tijd door. Spelen met de trein met de twee zoons van Taiki. Het dochtertje was ziek en bracht dus grote delen van de tijd in bed door. Behalve een duidelijke 'no' en 'come on', kenden de beide kinderen amper Engels, maar ondanks dat hadden we de grootste lol. Ze hadden van oma een grote tas vol met snoep en chocolade gekregen, iets dat Taiki niet echt kon waarderen. Toen vader even boven aan het werk was, nam een van de zoons ons mee naar beneden. We moesten onze ogen dicht doen, gingen de keuken in en bij het openen van onze ogen, stonden er vier bordjes op tafel met op het midden en groot netjes opgemaakt bord vol met chocolade. Tja, wat konden wij hier nog van zeggen. We hebben heerlijk gesmuld van alle zoetigheden en chocolade net als de kinderen. Of het echt verantwoord was, geen idee, lekker was het in ieder geval wel!
De laatste avond aten we bij de moeder van Taiki die ernaast woonde. Haar andere zoon vertrok de volgende dag voor werk naar Tokyo en dus had ze samen met haar dochter een afscheidsdiner gemaakt. En wij mochten mee genieten. Het was heerlijk!! Ze had borden vol met tempura, ofterwijl gefrituurde vis en groentes gemaakt. Het was een van de lekkerste maaltijden die we tot nu toe in Japan hadden gehad, ondanks dat ze hier overal heerlijk eten hebben. Het was erg gezellig! Met nog een koffie uit een kartonnen filterzakje voor ieder apart kopje, genoten we nog na van de vele bijzondere dingen die we met elkaar wilden delen.
De volgende dag keerden we terug naar ons huisje op het platteland waar we met Mr. Matsunaga en zijn vrienden in het bamboebos gingen werken. Iedere zondag kapten ze aan de rand van het bos bamboebomen, sleepten deze via de helling naar beneden en verpulverden deze met de machine. Met het stelletje ouwehoerders mochten wij een ochtendje meewerken. Ze hadden de grootste lol met hun witte helmen en veiligheidsbrilletjes. Na twee uur werken, vonden ze het wel weer even voldoende en reden we naar een lokaal restaurantje. Er was blijkbaar een feestje gaande aangezien er aan de tafeltjes een twintigtal mensen in nette kleding in kleermakerszit aan het eten was. Hiermee was al het grootste deel van het restaurant gevuld, maar wij pasten er gelukkig nog bij. Ondanks dat ze ons vertelden dat we een beetje stil moesten doen aangezien er een feestje bezig was, waren ze zelf maar wat aan het ginnegappen. Truckjes met elastiekjes, het vouwen van bh's met servetjes en het vastzetten van bierdopjes in de oogkassen waren hun voornaamste bezigheden. We lagen dubbel van het lachen. Zo konden Japanners dus ook zijn! Naast het grootste plezier dat we hadden, kregen we ook nog eens een heerlijk maal. Typisch Japanse dunne reepjes biefstuk met lekkere kruiden er over heen. Met een biertje en sake erbij was het een leuk Japans uitstapje met een stelletje ouwehoerders die we in Japan nog niet hadden gezien.
Terwijl zijn vrienden in de middag weer aan het werk gingen, nam Mr. Matsunaga ons mee om de omgeving te laten zien. We begonnen bij de lokale tempel waar de roze bloemetjes al her en der omheen begonnen te groeien. Mr. Matsunaga kwam er regelmatig om 'zen' te worden. Ook wij namen buiten op het terras op een kussen plaats. Hij legde ons uit in kleermakerszit helemaal rechtop te zitten met onze handen in de vorm van een cirkel onder ons middel. Vervolgens was het de bedoeling diep in te ademen en vooral aan niets te denken. Uiteraard ging dat laatste niet helemaal zoals dat de bedoeling was, maar leuk om mee te maken was het zeker. De monnik en zijn vrouw kwamen nog even langs om een praatje met ons te maken. We kregen groene thee en een lekkernij. Heel bijzonder.
Na het bezoek aan de lokale tempel, reden we richting de stad Shizuoka. In de stad was die dag bij een grote tempel een soort van feest waarbij ze thee ceremonies hielden. Het was bijna sluitingstijd en dus was de grootste drukte inmiddels voorbij. Buiten stonden wat stalletjes met uiteraard zoetigheden, terwijl binnen de mannen klaar zaten om thee in te schenken. We verruilden onze schoenen voor een stel uitgelopen bruine nepleren slippers, waarna we de tempel doorliepen en in een van de grote kamers plaatsnamen aan een grote lage tafel met een andere vrouwelijke Japanse toerist. De serveerder, dit keer niet in kimono maar in net pak, legde wat uit over de lokale thee, serveerde ons een lekkere zoetigheid, waarna hij de thee tot de laatste druppel leegschonk in onze glazen. De laatste druppel, daar ging het blijkbaar om, die was het lekkerst. Het ging hier niet zozeer om de ceremonie, maar meer om het proeven van de bijzondere thee. Uiteraard zaten er wat regels aan, zoals ongemakkelijk op je knieën zitten, de thee met de ene hand op de andere hand vasthouden en het leek erop alsof vriendelijk glimlachen er ook bij hoorde. Het was erg leuk om mee te maken.
Na de theeceremonie toerden we nog wat rond door de stad, reden naar een uitzichtspunt en wandelden over het strand waar we uitzicht hadden op de besneeuwde Mt. Fuji. Mr. Matsunaga had die avond een heerlijk diner gemaakt. Op zijn houtkachel grilden we stokjes met kip, speciale rubberachtige plakken gemaakt van groente, verse rauwe vis en uiteraard plakrijst. Het was heerlijk! Aangezien ons huisje inmiddels was geboekt door een stel andere Japanse toeristen, verbleven we die nacht bij Mr. Matsunaga.
Mr. Matsunaga had in de zomer een ijs verkoop huisje in zijn tuin staan. Dit moest echter nog flink geschrobd worden wat een mooie bezigheid voor ons was. Samen met het uitgraven van een geul vanuit de rivier, via zijn tuin en een klein vijvertje, hadden we een mooie dagtaak. Zo konden we in ieder geval nog wat doen om hem te bedanken voor het huisje, zijn diners en grote gastvrijheid. In de middag kwam hij aan met een bento box. Een typische box gevuld met sushi, vlees, vis, rijst en groente dat ze hier voornamelijk op de stations verkopen. Mensen nemen het mee als ze met de trein reizen of in dit geval als ze geen zin hebben om te koken. Samen met Mr. Matsunaga en een vriend die een micro brouwerij in elkaar zette, genoten we in het zonnetje van de bento box en zelf gemaakte warme citroensap.
De volgende dag was het alweer tijd om te vertrekken. Maar niet voordat we een heel bijzonder bezoek aan de lokale tempel hadden gemaakt. De monnik en zijn vrouw hadden ons uitgenodigd voor het ochtend ritueel. We kwamen binnen in de grote ruimte achter de schuifdeuren. Aan de rand stond een Boeddha met vele versierselen eromheen. Terwijl wij aan de rand samen met Mr. Matsuna en zijn drie vrienden plaatsnamen op de kussens, ging hij voor de Boeddha zitten waarna hij zo'n vijf minuten ging zingen. Hij las van een papier voor vol met Japanse tekens, geen idee of het wat betekende, vast wel. Daarna moesten we dertig minuten in kleermakerszit zitten. Helemaal zen worden, ofterwijl ons hoofd leeg maken. Nou, dat lukte niet echt! Probeer eens dertig minuten op een dun kussen met rechte rug te zitten. Dan kun je echt je hoofd niet leeg maken. Deze wordt steeds voller met ideeën hoe je je rug, je knieën en je kont enigszins kunt verlichten van de pijn. We waren dan ook vooral bezig met het kijken naar het wierrookstokje dat ongeveer een half uur zou branden. Na een half uur mochten we gelukkig weer onze benen strekken en liepen we lekker stijf naar een andere ruimte waar de vrouw van de monnik ondertussen het ontbijt had voorbereid. Wat bijzonder!!! We waren van tevoren gewaarschuwd dat we waarschijnlijk heel simpel te eten kregen en na een uur wel weer honger zouden krijgen. Integendeel!!! Het was een uitgebreid vegetarisch maal met de lekkerste en meest onbekende lekkernijtjes. Zelfs de rijst had ze verse gember door gedaan, waardoor het extra lekker smaakte. We kregen zelfs een nagerecht!! Een geknede rijstbal in zwarte sesamsaus. Werkelijk heerlijk! Het smaakte een beetje naar chocolade.
Tijdens het eten, kwamen de monnik en zijn vrouw erbij zitten. Heel bescheiden en beleefd vroegen ze ons naar ons reizen. De monnik bleek een schoonzus te hebben die uit Nederland kwam. Hoe toevallig! Het was voor hun de eerste keer dat ze zoiets deden. Voor ons was het bijzonder, maar voor hun zeker ook! Na een uur te hebben ontbeten en gekletst, was het tijd om te vertrekken. Het was een van de meest bijzondere belevenissen tot nu toe in Japan. Echt fusee, of yugen, zoals ze hier de typische Japanse cultuur voelen.
Met deze hele bijzondere ervaring kwam er tevens een eind aan ons bezoek aan Mr. Matsunaga en Taiki. Ons maandje werken op drie verschillende adressen zat erop en er restte ons nog een heerlijk maandje rondreizen door het westen van Japan.
Inmiddels zitten we in Fukuoka, onze laatste bestemming in Japan, mogen nog een paar uurtjes van de stad genieten en vertrekken vanavond met het vliegtuig naar Nederland. Heel vreemd idee, dat totaal nog niet tot ons doordringt. We kijken uit om iedereen weer te zien en te spreken.
Tot snel en later meer over onze trip!

Voor de foto's zie:
https://goo.gl/photos/7dc4Y7w7YpXGX15A7




  • 22 Maart 2016 - 10:41

    Margot:

    Wat een bijzonder land met voor ons vreemde gewoontes. tot morgen en denk...... nog even dan

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Boris en Leonie

Actief sinds 04 Maart 2014
Verslag gelezen: 4121
Totaal aantal bezoekers 37986

Voorgaande reizen:

08 Maart 2014 - 31 December 2024

Zuid Amerika

Landen bezocht: