Maandje werken en Japanse cultuur snuiven 1 - Reisverslag uit Fukuoka, Japan van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu Maandje werken en Japanse cultuur snuiven 1 - Reisverslag uit Fukuoka, Japan van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu

Maandje werken en Japanse cultuur snuiven 1

Blijf op de hoogte en volg Boris en Leonie

22 Maart 2016 | Japan, Fukuoka

Na vijf dagen Tokyo, twee dagen Nikko en een dagje Kamakura, was er een einde gekomen aan het eerste deel van onze reis. Het was tijd om te werken. De werkplek waar we in eerste instantie twee tot drie weken heen zouden gaan, had last minute afgezegd, maar gelukkig wisten we met heel wat telefoontjes en stress een nieuwe plek te regelen. En wel in Minami Alps City, bij onze host Kazu op een boerderij met fruit. We hadden gemengde gevoelens. We wilden graag werken, de Japanse cultuur leren kennen, maar of deze werkplek voor ons zo geschikt was, wisten we niet. We hadden een aantal keer met Kazu via de email en telefoon contact gehad en hij was nogal stug en vooringenomen. Een paar dagen voordat we daar kwamen, moesten we nog even veertig sites met de gewoontes van Japanners doorlezen, er werd ons verteld dat hij menig keer slechte ervaringen had gehad met buitenlanders en daarnaast zouden we er rekening mee moeten houden dat het heel koud zou worden. Het was winter en dat maakte de Alpen niet bepaald de locatie om buitenwerk te doen. Geen vruchten aan de bomen om mee te werken, maar een verroest greenhouse dat geschilderd moest worden. Dit zou het enige werk worden, schilderen, schilderen en nog eens schilderen. Wij zouden dan ook de enige werkers zijn. We wilden echter wel heel graag werken en dus besloten we er toch anderhalve week heen te gaan. Zou het niet bevallen, konden we altijd weer vertrekken.
En zo zaten we om half zeven 's morgens in de trein van Kamakura naar Tokyo om daar de highway bus verder te nemen naar Minami Alps. City Een bus later was volgens Kazu 'very rude'. Je kwam in Japan altijd in het begin van de dag aan bij een host.
We dachten op het platteland uit te komen, maar dit bleek even anders te zijn. Met de bus reden we van stad naar stad en ook Minami Alps City bleek aardig wat cement te kennen. We werden afgezet bij het toeristen kantoor. Een gebouw aan de grote weg, buiten het centrum. In de zomer was dit gebied druk bezocht door toeristen die hier met hun familie een dagje fruit gingen plukken en eten. Nu waren het vooral de bewoners en twee backpackers uit Nederland die aanwezig waren. Kazu was wel bekend bij het centrum. Hij werd gebeld dat we er waren en terwijl hij naar ons toe kwam rijden, mochten wij in de zogenaamde wachtruimte plaatsnemen. Lang hoefden we niet te zitten. Binnen vijf minuten kwam Kazu aanlopen. Een ripbroek met werklaarsjes eronder, oud geblokt overhemd, een veel te grote jas en een muts op zijn hoofd. Inderdaad, een echte boer.
Buiten stond zijn auto, de vierkante bak die 90 procent van de Japanners leek te hebben. We reden door het dorp, dat niet heel dorps aandeed met de grote supermarkten, grote gebouwen en het vele cement via zijn huis naar ons verblijf. Hij woonde samen met zijn moeder, naast het huis van zijn broer, kinderen en kleinkinderen. Een typisch Japans vrijstaand huis. Hier zouden we iedere ochtend en avond gaan eten bij zijn zus.
Ons huis lag op zo'n anderhalve kilometer aan dezelfde weg. Voordat we naar binnen gingen, moesten we eerst buiten onze hadden en mond spoelen. We kwamen uit de grote stad en dus was het tijd onszelf te reinigen.
Een typisch Japans huis, met prachtige daken en een mooie tuin met terras had Kazu uitgebouwd met een verblijf voor de vrijwilligers. Een woonkamertje bestaande uit een grote tafel met stoelen en eromheen her en der slaapkamers. Samen met zijn vijf katten die ernaast opgesloten zaten, verbleven we hier de komende anderhalve week. Het had hier al een heel stuk meer een plattelands gevoel. Vanaf het nieuw gebouwde houten terras hadden we uitzicht over de vele kleine landbouwveldjes waar voornamelijk fruitbomen op geplant waren en in de verte de besneeuwde Mt. Fuji, de meest bekende berg van Japan. Terwijl Kazu het middageten maakte, deelden wij onze eerste indrukken van de ontmoeting. Kazu bleek lang niet zo erg als gedacht, het platteland bleek zo platteland nog niet en we hadden inmiddels een aardig gerust gevoel over de komende anderhalve week.
Nadat wij alle vogelpoep van de tafel had verwijderd, kwam Kazu na een kwartier aan met een bak noodles, een heerlijke appel van eigen land uit eigen vriezer en een lekkere bak warme groene thee. Niet zo eentje die naar oud pruimtabak smaakte zoals ze hier in vele restaurants ook kennen, maar een fatsoenlijke naar normale groene thee smakende bak. Lekker!
Die middag begonnen we gelijk met werken. Achter zijn huis lagen de veldjes met zijn kersen, appels en andere fruitbomen. Vele kleine veldjes waren gescheiden door kleine weggetjes en in iedere hoek stond een dixie toilet. Her en der waren de oude mannetjes aan het werk op hun land. Oud waren ze zeker! Met een gemiddelde leeftijd tussen de tachtig en negentig jaar was hier een hoog gehalte aan schatjes. Pensioen kenden ze niet, ze werkten totdat ze dood waren. Van enkele velden was inmiddels ook wel duidelijk dat de eigenaar was overleden en hij geen zoons of dochters had die dit overnamen. Hoog gras en enkel nog verroeste stellages. Op ieder veldje stonden de fruitbomen die overkapt werden met de zogenaamde greenhouses. Geen greenhouse bestaande uit glas en compleet afgesloten, maar enkel stellages bestaande uit ijzeren buizen in de vorm van een halve cilinder waar in de zomer plastic overheen werd gelegd. Om roest te voorkomen werd dit iedere vier jaar opnieuw geschilderd. Het was duidelijk waarom hij ons meerdere malen had gevraagd of we hoogtevrees en een goede ziektekosten verzekering hadden. De steigers waren meer dan acht meter hoog en het enige waar we op konden staan waren de buizen. Het zou wel even wennen worden.
Grote tonnen met zilveren verf en oplosmiddel hadden we meegenomen waarmee we de kleine emmers vulden. Wat ijzerdraad vormden we zo, dat we deze op konden hangen tijdens het werk. Nadat we onze stoffen en plastic handschoenen aan hadden gedaan, klommen we met kwast en emmer naar boven. Het was inderdaad even wennen! De arbodienst kenden ze hier blijkbaar niet. Vooral bovenop waar je met je handen bijna net zo hoog vast moest houden als je schoenen was het even slikken. Meerdere keren was er al iemand naar beneden gevallen en zo ook Kazu zelf. Hij was echter een echte ninja, zoals hij zelf zei en kwam met beide benen op de grond. Ons plan was toch wel onze beide benen continue op de grond of de steigers te houden.
Het was die dag zweten geblazen! Niet vanwege de hoogtevrees, maar vanwege de hitte die we niet verwacht hadden. We waren gewaarschuwd dat het heel koud zou worden en dus waren we naar boven gegaan met vele lagen kleding, thermokleding een muts en handschoenen. Met de zon volop aan de hemel was dit iets te veel van het goede. We hoefden in ieder geval niet kou te lijden.
Met vier grote greenhouses te gaan was het flink aanpoten. Boris deed de bovenste vier stangen, terwijl ik onderaan alles van een laagje verf voorzag. Hadden we even genoeg van dezelfde houding, rustten we even uit op de stangen en ruilden we van hoogte. We hadden een prachtig uitzicht over de omliggende velden, oude mannetjes en de Mt. Fuji in de verte.
Na twee uur kwam Kazu al toeterend met een bak koffie en wat lekkers aan. "Guys, break, break!", riep hij, waarna hij zich verontschuldigde dat hij later was dan gepland. Zijn moeder, die inmiddels niet meer voor zichzelf kon zorgen had hulp nodig en dat deed hij tegenwoordig. Hij had dan ook zijn handen vol aan het verzorgen van eten, het doen van de was, het schoonmaken van het huis en het zorgen voor zijn moeder. Tussendoor werkte hij op het land met de vele fruitbomen.
Kazu bleek een onwijze schat te zijn! Hij was enkel bezig om het ons naar onze zin te maken. We hadden ons zo op hem verkeken. In de zomer had hij wel tot twintig vrijwilligers van over de hele wereld. Met de Japanse cultuur van beleefdheid wilde dit begrijpelijk nog wel eens botsen met backpackers die het vrijwilligerswerk nog wel eens wilden zien als een mooie gratis overnachtingsplek. Zijn houding naar ons voordat we hier kwamen werd steeds begrijpelijker. Gelukkig! Hij bleek onwijs blij te zijn met ons en wij met hem.
Iedere dag begonnen we onze dag met een fietstochtje van zo'n anderhalve kilometer op veel te kleine fietsjes naar beneden over een plattelandsweggetje naar het huis van zijn zus Yokosan, dat op hetzelfde erf als zijn huis lag. Via de open keuken kwamen we uit bij de grote eettafel met erachter de zithoek met grote televisie. Standaard stond hier de televisie aan. Vaak met vele praatprogramma's gevuld met animaties en vrolijke muziekjes. Samen met haar man Nori woonde ze op de onderste verdieping, terwijl erboven haar zoon met gezin woonde. Ze konden een beetje Engels en met ons zeer gebrekkige Japans en het boekje 'Japans voor beginners', konden we toch nog aardig communiceren en leerden we weer wat woordjes bij. Boris wist ze nog wel eens door elkaar te halen, waardoor mensen werden begroet met 'Arigato', ofterwijl dankjewel en we geld in ontvangst namen met de woorden 'Konichiwa', ofterwijl goedendag.
Yokosan kookte werkelijk heerlijk! In de ochtend kregen we verschillende hapjes zoals gebakken zalm, worstjes, beenham, salade, uiteraard aangevuld met plakrijst. Op ons sushi ontbijt in Tokyo na, hadden we zelden zo lekker gegeten!
Na het ontbijt vertrokken we naar de greenhouses om het schilderen van de vorige dag te vervolgen. Praten met de buren was er niet bij. Dat deden ze hier blijkbaar niet, heel apart. Zelfs elkaar groeten deden ze amper. Enkel een van de buurmannen die we altijd op hetzelfde punt naast zijn auto in de ochtend zagen, zwaaide met een grote glimlach naar ons. Hij was blijkbaar enigszins verwesterd, aangezien ze hier in Japan elkaar niet begroeten door te zwaaien, maar uiteraard met de welbekende knipmesbeweging. Wij hielden het op zwaaien.
Tussendoor kwam Kazu altijd nog even langs. Al bescheiden toeterend maakte hij bekend eraan te komen, waarna we naar beneden klommen en op een stel kratjes wat dronken. Koffie, een rijstdrankje gemaakt van sake resten of andere frisdrank verzorgde hij. Altijd met iets lekkers, zoals koekjes, rijstcrackers of fruit. Het fruit van hier was overheerlijk! Doordat ze hier veel fruit wegknippen om alle energie naar enkele vruchten te laten gaan, hebben ze hier veel grotere en zoetere vruchten. Erg lekker!
Om twaalf uur ging hier iedere dag het lunchalarm af. Door de hele stad klonk een baby achtig kerk muziekje waarmee duidelijk was dat het tijd was om te lunchen. Heel bijzonder! Wij mochten nog drie kwartier doorwerken, waarna we naar het huis van Kazu fietsten. Achter de schuifdeuren op het opstapje in de hal namen we plaats, waarna hij met de lunch aankwam. Een bord vol met curry, stew of andere lekkernij, tezamen met een groene thee, soepje en de niet te ontbreken plakrijst. Het werd aangevuld totdat zelfs Boris vol kwam te zitten. Af en toe kwam moeders voorbij schuiven die inderdaad wel wat zorg kon gebruiken. Nadat Kazu zijn moeder had geholpen met het eten van haar lunch, kwam hij bij ons op de trap zitten. Hij had jarenlang in Amerika gestudeerd en kon dus prima Engels. Hij vertelde over zijn ervaringen met andere backpackers, de bijzondere Japanse cultuur en het reilen en zeilen van zijn fruit picking farm. Hij was echt zo aardig en schattig! Waarom hij geen vrouw had, mocht Joost weten.
In de middag keerden we terug naar de steigers om de verroeste stangen verder te voorzien van verf. Het werk op zich was niet heel bijzonder. Iedere dag in de ochtend en in de middag stonden we op de steigers met z'n tweeën. We maakten het een uitdaging om zo ver mogelijk te komen, wilden de vier greenhouses afkrijgen voor vertrek en vooral niets aan de achterzijde overslaan. Doordat Kazu tussendoor langskwam met een drankje en een leuk gesprek, we tussendoor nog mochten lunchen en we zelf pauzes inlasten met uitzicht op Mt. Fuji in verband met de enigszins oncomfortabele houdingen, brak het de dag en vlogen ze alsnog vrij snel voorbij.
Om vijf uur ging alweer het dagelijkse dorpsalarm en was het ook voor ons tijd om het werk neer te leggen. We klommen naar beneden, legden de emmertjes verf en kwasten onder het plastic, waarna we af en toe samen met Kazu zijn hond Taro uitlieten. Hier in Japan hebben ze typisch Japanse hondjes. Heel schattig! Het zijn een soort kleine husky honden met een kleur. Met een emmertje en plastic zakjes liepen we drie rondjes om de velden. Begon Taro aanstalten te maken om een drol weg te leggen, werd het voor ons rennen om de emmer er op tijd bij te houden. Uiteraard ruimden ze in Japan altijd de hondenpoep op. Met een emmertje of met zakjes die langs de kant van de weg te verkrijgen zijn. Na het uitlaten van Taro en een gezellig gesprek met Kazu, fietsten we richting Yokasan. Hier werden we iedere avond weer verrast door een heerlijk typisch Japans avondeten. Typisch Japanse gerechten kwamen op tafel, bestaande uit vele onbekende groentes, vlees, vis, tofu en plakrijst. We kregen zowaar nog wat cadeautjes mee, zoals een typisch Japanse kimono en wat zelfgemaakte potjes jam. Wat lief!
Voordat we terug naar ons huis gingen, fietsten we altijd nog even naar de supermarkt. Niet dat we niet genoeg eten hadden gehad, maar het was gewoon leuk in zo'n grote supermarkt rond te kijken naar onbekende producten en uiteraard wat lekkers te halen. Snacks hadden ze er genoeg. Voordat we een keuze uit de vele nootjes, chips of chocolaatjes konden maken, pakten we eerst de zakjes op om te voelen hoeveel er eigenlijk in zat. We weten inmiddels aardig hoe een zakje van 72 gram of 56 gram aanvoelt. De zakjes zagen er net zo uit als in Nederland, maar blijkbaar hielden ze hier van hoeveelheden die twee tot drie keer zo klein waren dan in Nederland. Wij hielden echter van snacken in grote maten. Meestal was een deel al opgegeten voordat we het huis bereikt hadden, maar we hadden er in ieder geval van genoten.
Naast de dagen dat we werkten, hadden we ook dagen die we vrij waren. Zo ook de tweede dag dat we er waren. Het was niet de bedoeling om vrij te hebben, maar de sneeuw maakte het onmogelijk om te werken. Het werd dan ook een dagje van binnenzitten, dingen uitzoeken en een kort tripje naar de supermarkt. Tijdens het reizen waren we zo bezig om van hot naar her te vliegen om alles te kunnen zien, dat we amper de tijd hadden om dingen uit te zoeken. Dit was een mooie dag om wel weer eens in de Lonely Planet te kunnen bladeren.
Naast deze regeldag hadden we nog twee andere vrije dagen. De eerste dag maakten we een wandeling vanaf ons huis de heuvels in. Het dorp lag aan de rand van de alpen en met ons huis aan de rand van het dorp was het een perfecte locatie voor een tochtje de heuvels in. We liepen via de agricultuur veldjes door de bossen langs de kleine shrines omhoog. Shrines bestaan hier uit kleine houten of stenen huisjes met meestal een aantal Japanse poppen binnen. Aan de shrine hangen gevouwen witte slingers en eromheen staan enkele beelden. Voor de shrine ligt meestal geld bestaande uit muntjes van mensen die hier hun wens in vervulling hoopten te laten gaan. Hoe hoger we kwamen hoe meer glibberen en glijden het werd. Het had de week ervoor flink gesneeuwd en de sneeuw was hier inmiddels spiegelglad ijs geworden. We kwamen nog langs een stel vogelaars die met hun halve meter lens wachtten totdat de roofvogels in de andere heuvel hun vleugels spreidden en ze een mooi kiekje konden maken. Ook wij mochten even door de lens kijken en voor zover we konden maakten we een praatje met hen. Nadat het enkel lopen over ijs werd, besloten we terug te keren, na een heerlijk lunch die we van Yokosan hadden meegekregen. Dit keer niet bestaande uit rijst met zelfgekookte groentes en vlees, maar broodjes met beleg en yoghurt. Ook wel weer eens lekker!
Ook de volgende dag hadden we vrij en werden we door Kazu meegenomen naar Kawaguchi ko, het meer Kawaguchi, dat vlakbij de Mt. Fuji lag. Hij had daar een vergadering over het toerisme in Japan. Na twee uur rijden en de weg te hebben gevraagd aan een voorbijganger, kwamen we aan in het hotel waar de vergadering plaatsvond. Terwijl iedereen netjes in pak was, was Kazu op zijn wijze netjes gekleed. Met zijn Ollily stijl sjaaltje, zijn nette ripstof broek en overhemd viel hij net iets uit de toon, maar dat maakte hem blijkbaar niet uit. Hij stapte het hotel in, terwijl wij richting het meer liepen. Wat een toeristische mooie plaats! Het grote meer werd omringd door hotels, restaurants en souvenir winkeltjes. De groene parkjes waren nog wit van de sneeuw en met de blauwe lucht en Mt. Fuji op de achtergrond een prachtig gezicht. Wij waren duidelijk niet de enige die hier een dagje uit gingen. Vele Japanners liepen hier met gezin en fototoestel rond. We liepen wat door het dorp waarna we met de kabelbaan naar boven gingen. We hadden best kunnen lopen, maar even de echte toerist uithangen had toch ook wel wat. Boven hadden we een prachtig uitzicht over het blauwe meer, de omliggende Japanse daken, heuvels en uiteraard Mt. Fuji. We kregen nog een gratis ansichtkaart met onze foto erop, waarna we verder de heuvels in gingen. Hier waren we de enige. De meesten gingen met de kabelbaan naar boven, maakten een foto en vertrokken weer naar beneden. Wij hadden echter onze zinnen gezet op een wandeling door de heuvels. Het was prachtig. We liepen via de laaghangende bomen die allemaal prachtig glinsterden door het ijs dat aan de takken hing. Overal gekraak van ijspegeltjes die naar beneden vielen. Heel bijzonder!
Na twee tot drie uur wandelen, keerden we alweer terug naar beneden. Kazu was bijna klaar met vergaderen en dus werd het tijd terug te keren naar het hotel. Maar niet voordat Boris zijn baseball kunsten had vertoond. Hier in Japan is baseball de meest populaire sport. Op zaterdag en zondag zie je dan ook her en der mensen in baseball kleding op weg naar hun wedstrijd. Vele velden zijn vol met jonge of oudere baseball spelers die hier hun partij proberen te winnen. Omringd door een kooi van touwen stond Boris in een van de zes hokjes waar een automaat ballen hard op hem afschoot. Het bleek moeilijker dan verwacht. De ballen kwamen zo hard op hem af dat het een hele uitdaging was om ze te raken. Onder toeziend oog van vier nieuwsgierige Japanners wist hij zo'n vier van de dertig ballen te raken. Nog even oefenen dus!
Terwijl we wachtten op Kazu die toch nog een extra vergaderingetje had ingepland kochten we een ijsje in een nabijgelegen snackbarretje. IJs van groene thee was hier populair en dus probeerden we het groene ijsje dat her en der in vergrote vorm aan de kant van de weg stond. Groene thee smaakte het inderdaad naar. Mijn voorkeur had toch de ouderwetse vanille.
De terugweg met Kazu reden we via de vele grote winkelketens met neonlichten terug naar huis. We hadden de lader van de laptop kapot en dus bezochten we een van de grote elektronica zaken. Kazu deed het woord om uit te leggen dat we op zoek waren naar een lader. De verkoper liep weg en kwam even later terug met een lader die voldeed aan de hoeveelheid ampères en het voltage. Tot onze grote verbazing kon hij deze echter niet verkopen. Onze laptop kwam niet exact overeen met het type en dus voldeed het niet aan de verkoopeisen. We voelden ons echter zo onthand zonder laptop hier in een land waar je van tevoren hostels moest boeken, we graag onze blog enigszins up to date wilden houden en onze foto's kwijt wilden dat we nog een smeekbede deden. Een opmerking van ons dat het ons eigen risico was, mocht echter niet baten. We stonden met onze mond vol tanden!! Een grote elektronica zaak vond veiligheid belangrijker dan de verkoop!!!! Dat is in Nederland wel anders
De laatste paar dagen werkten we extra hard om te zorgen dat we de vier greenhouses af konden krijgen. En het bleek gelukt te zijn! Kazu was zo blij met onze aanwezigheid en ons werk dat hij ons meenam naar een onsen. Onsens, letterlijk 'naakte vriendschap' zijn thermaalbaden die heel populair zijn in Japan. Iedere dorp kent wel een of meerdere onsens. Van tevoren kregen we nog even een lijstje waarop stond hoe het precies werkte. Dames en heren waren gescheiden. Voor de makkelijkheid voor de niet Japans lezende hingen er rode gordijntjes voor de dames en blauwe gordijntjes voor de heren. Nadat je je kleding in een van de mandjes had gelegd, liep je de onsen naar binnen. Hier stonden douches met shampoo, conditioner en zeep. Het was de bedoeling zittend te douchen, en vooral te zorgen dat je het water niet te ver weg spetterde, zodat je de andere gasten niet nat maakte met jouw vieze water. Na je flink gewassen te hebben, waar sommige mensen wel een kwartier over doen, mocht je plaatsnemen in een van de baden. Hete, heter en nog hetere baden waren aanwezig naast meestal een koud bad om weer even af te koelen. Een handdoekje van zo'n 30 bij 70 centimeter nam je mee naar binnen die je in het bad op je hoofd of aan de rand van het bad legde. Er werd van je verwacht deze vooral niet in het bad te leggen. Nadat je voldoende had gebadderd kon je je even snel afspoelen, waarna je je zo goed mogelijk af moest drogen voor terug te keren naar de kleedruimte. Daarna kon je je weer aankleden en was het relaxte uurtje voorbij.
Mijn relaxte uurtje bleek echter niet zo relaxt te zijn. Nadat Kazu en Boris door de andere gordijntjes naar binnen waren gegaan, stapte ik de dames kleedkamer in. Ik deed mijn jas uit, waarna ik door de ramen een kijkje nam naar de baden. Ik had mooie ruime baden verwacht met eventueel een buitenbadje. Daarentegen was het een klein bad volgepropt met Japanse oude vrouwtjes die allen met elkaar aan het kletsen waren. Nee, dit was echt niets voor mij! Ik deed mijn jas weer aan, stapte de kleedkamer uit, liep via de receptie naar het schoenenhok waarna ik naar buiten wilde lopen. Kazu wilde zo graag dat hij ons een dagje uit kon aanbieden, dat ik het sneu vond om niet te gaan. Het was echter niets voor mij, dat ik mij beter buiten kon vermaken en na afloop niets tegen Kazu zou zeggen. Dit liep echter wat anders. Voordat ik naar buiten liep, kwam de receptionist naar me toe om te vragen of alles goed was. Ik zei dat alles prima ging en ik zo terug kwam. Blijkbaar waren ze echter nogal bezorgd dat ik buiten was blijven wachten dat ze Kazu uit zijn bad hadden gehaald en hij me kwam halen. Oeps... Dit was niet helemaal de bedoeling. Nadat hij vergeefse pogingen had gedaan om mij terug het bad in te krijgen, wachtte ik in het receptie kamertje terwijl hij weer terug het bad in ging. Echt praten met de receptie kon ik niet, maar ze hadden maar wat schik om mij. Ik kreeg wat lokale hapjes en wat tekeningen die aan de muur hingen. Ik had dan wel niet Kazu blij gemaakt, maar de receptie in ieder geval een onvergetelijke avond bezorgd.
Na een half uur kwam ook Boris met een knalrood hoofd terug. Hij was het bad wel in geweest, had het lekker en bijzonder gevonden, maar vond het na een half uur wel welletjes. Blijkbaar hadden ze bij de heren elkaar uitgebreid gewassen. Na dit gehoord te hebben, was ik maar wat blij dat ik niet naar binnen was gegaan! Kazu bleef gelukkig nog een half uurtje langer badderen.
Na anderhalve week geschilderd te hebben, heerlijk te hebben gegeten en gezellige conversaties met de onverwachts lieve Kazu te hebben gehad was het voor ons tijd om te vertrekken. Kazu had voor ons een metersgroot bord gemaakt waarmee we gingen liften naar onze volgende werkplek in Yaizu bij Shizuoka. Met de tekst 'up' en 'down' was duidelijk welke kant boven moest. Hij had ook ons vorig liftavontuur meegekregen waarbij we het verkeerde bordje lieten zien, dus hij zou nu wel gedacht hebben om het extra duidelijk te maken voor die gringo's.

Sorry, je bent nog niet klaar, deel 2 heb je ook nog te gaan :)
De foto's staan daar.

  • 01 April 2016 - 12:50

    Dolf:

    Mooie ervaringen in een bijzonder beschaafd land !

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Boris en Leonie

Actief sinds 04 Maart 2014
Verslag gelezen: 300
Totaal aantal bezoekers 38001

Voorgaande reizen:

08 Maart 2014 - 31 December 2024

Zuid Amerika

Landen bezocht: