Van Disneyland tot het einde van de wereld - Reisverslag uit Kamakura, Japan van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu Van Disneyland tot het einde van de wereld - Reisverslag uit Kamakura, Japan van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu

Van Disneyland tot het einde van de wereld

Blijf op de hoogte en volg Boris en Leonie

29 Januari 2016 | Japan, Kamakura

Na de Carretera Austral, de meest zuidelijke weg van Chili, was het tijd om weer Argentinië in te trekken. Niet alleen om el Chalten en Calafate in het land zelf te bezoeken, maar het was ook de route om naar de zuidelijke parken Torres del Paine en Tierra del Fuego in Chili af te reizen. Met het ontbreken van wegen in het uiterste zuiden van Chili, was iedere toerist verplicht zijn weg via Argentinië te vervolgen.
En zo kwamen we via een detour via el Chalten en Calafate weer terug in Chili, namelijk in Puerto Natales. Een niet heel bijzondere stad, maar aangezien er weinig andere dorpen binnen een straal van een paar honderd kilometer lagen, het startpunt voor vele toeristen om het park Torres del Paine te bezoeken. Het park stond bekend om zijn vele wandelingen voor jong en oud, lui en sportief. Naast dagwandelingen was de zogenaamde 'W' de bekendste met zijn vijf dagen circuit. Als je er op tijd bij was, ofterwijl een half jaar van tevoren, maakte je kans om in de hutten nog een kamer te reserveren. Mocht je geen tent willen dragen kon je in iedere hut een tent met alles erop en eraan huren. Wij gingen uiteraard voor het echte werk, namen onze eigen tent mee en kozen voor de verlenging waarbij we de 'O' ofterwijl een rondtocht van acht dagen gingen doen.
Nadat we al het eten hadden gekocht, in de vroege ochtend nog even flink ruzie hadden gemaakt met onze asociale Israëlische kamergenoten, vertrokken we met de bus richting het park. We waren duidelijk niet de enige. Per dag vertrokken er op twee tijdstippen bussen en wij waren er al samen met drie andere volgepropte touringcars. We waren nu pas echt in het land van de toeristen.
Drie uur reden we door vlaktes waarbij we ons amper voor konden stellen dat we de komende dagen tussen de bergen zouden lopen. Veel groen, ofterwijl we konden vast ook nog wel wat regen verwachten. Eindelijk kwamen we bij het park aan en mochten we aansluiten bij de lange rij wachtende wandelaars bij het informatiehuis. Nadat we ons hadden ingeschreven en geld op de toonbank hadden gelegd, moesten we nog een verplichte film kijken. Geen vuurtje steken, op de paden blijven, alleen kamperen op de campings en van dat soort regels. Tja, met zoveel toeristen mocht je ook wel wat regels opstellen.
Rond een uur of twaalf waren we klaar met alles regelen en konden we vertrekken. De meeste mensen liepen de W van vijf dagen en aangezien wij de O liepen, was er op ons pad helemaal niemand te zien. We liepen via een smal pad door de grasvelden met uitzicht op de bewolkte Torres. Af en toe liet een van de drie rotsen zich een beetje zien. De eerste dag bleek een makkie te zijn. Weinig stijgen en dalen, een makkelijk pad en na drie uur kwamen we aan bij de camping. Een huisje van de eigenaar stond aan de rand van het dal met uitzicht op de omliggende bergen. Samen met zo'n vijftien andere tenten kampeerden we hier in alle rust. Het was prachtig!
Ook de tweede en de derde dag bleken relatief makkelijk. We liepen voornamelijk door gras en duinlandschap tussen de meren, bergen met sneeuw en prachtig rode bloemen. Tot dan toe was het weinig stijgen en dalen. Wel zo lekker, aangezien onze tassen relatief vol waren met al het eten voor negen dagen.
De tweede camping was werkelijk prachtig. Op een groot grasveld omringd door bergen aan de rand van een gletsjermeer vol met lichtblauwe ijsschotsen, stonden we aan de kant samen met een Duits stel genaamd Tine en Lucas. We hadden ze de vorige dag ook al gezien, maar dit keer kwamen we met ze aan de praat. Ze waren ervaren reizigers en hadden al grote delen van de wereld gezien. Inmiddels waren ze net begonnen aan de reis door Zuid Amerika.
Het bleek zo gezellig, dat we bijna iedere dag samen kampeerden. We reserveerden voor hun alvast een plekje op de camping zodat zij mooi naast ons konden staan. Het reserveren was ook wel nodig vanaf de vierde dag. We waren aangekomen bij de 'W', ofterwijl honderden toeristen die deze route iedere dag liepen. Het was dan ook af en toe file lopen met de smalle paden en was het bij aankomst op de campings nog relatief rustig, stond aan het einde van de dag op iedere enigszins vlakke plek wel een tent. Met meer dan honderd tenten deelden we de camping! Wat een drukte, het was net Disneyland. Zo anders dan de eerste paar dagen. Je kon zelfs WIFI krijgen, het moest niet gekker worden! Ook het type mensen veranderde. De eerste dagen ontmoetten we met name mensen die genoten van de rust, hielden van avontuur en van wandelen. Iedereen begroette elkaar. In Disneyland was er echter geen spraak meer van het begroeten van elkaar, maar was iedereen veel meer op zich zelf. Veel meer feestende jongeren die vooral van de avonden genoten ondanks dat ze vermoeid aankwamen. Reden voor ons om iedere keer een mooie uithoek van de camping op te zoeken.
Samen met Tine, Lucas en een ander Duits stel genoten we hier van ons eigen hoekje. We hadden zoveel eten meegenomen dat we zelfs nog een heerlijke kokos flan, koekjes en wat ander eten met hen konden delen. Onze rol koekjes werd door Sinterklaas bij Lucas in zijn schoen gelegd. Het was erg gezellig!
Hoe dichter we weer bij de verscheidene startpunten kwamen, hoe groter de hotels werden. Geen knusse berghutjes meer, maar onwijze hotels waar honderden mensen in konden slapen. En nog waren ze vol!
Ondanks de vele toeristen en de andere sfeer hadden we het prima naar onze zin. Het was anders dan menig andere wandeling die we hadden gedaan, de drukte was niet echt wat voor ons, maar het was zeker bijzonder om dit ook eens mee te maken. Het gevoel dat je alleen door de bergen liep, had je niet meer, maar de natuur was zeker bijzonder!
De Torres met hun drie torens met eronder onwijze gletsjers en een meer waren hier een van de hoogtepunten van. Via een rotsachtige en winderige omgeving waren we hier naar boven geklommen. Erg mooi! Naast deze highlight waren er nog vele andere gletsjers, meren, mooie heuvels met rode bloemen en het prachtige Southern Patagonien Icefield. Dit keer niet zo uitgestrekt zoals bij El Chalten, maar wederom weer erg bijzonder! We liepen via perfect aangelegde paden met om de paar honderd meter een bord. Verdwalen konden we niet. Een groot deel van het gebied liepen we door de dode verbrande bomen. Een jaar geleden had er blijkbaar iemand een vuurtje gemaakt dat iets uit de hand was gaan lopen. Vele honderden kilometers waren verbrand! Het moet voor de brand echt heel anders zijn geweest! Heel erg vond ik het niet, aangezien we op die manier meer door de open vlaktes liepen met prachtige uitzichten. De bossen konden we over een paar maand wel weer in Nederland opzoeken.
Na acht dagen wandelen door de velden en over passen met uitzicht op gletsjers, bergen, meren, bloemen en veel mensen, kwam er een einde aan onze wandeling. We waren samen met Tine en Lucas aangekomen bij het beginpunt, waar we met vele andere toeristen werden opgehaald met de bus. Het was een mooie, bijzondere wandeling die we met vele anderen hadden gedeeld.
Terug in Puerto Natales nodigden Tine en Lucas ons uit in een sushi restaurant. Zelf waren ze ook al eens naar Japan geweest en met onze toekomstige trip leek hen dit een gepast einde van een bijzondere ontmoeting. Het was erg gezellig en veel lachen, waarbij we genoten van de lekkernijen! Een lekker voorproefje op onze trip een maand later.

Na Puerto Natales bezochten we Punta Arenas waar we voor de tweede keer met een vliegtuig tijdens onze reis gingen. Al eens eerder waren we met pa en Marianne het luchtruim in gegaan om de reis wat te versnellen, maar dit keer was het niet eens mogelijk om met de bus te gaan. We gingen naar Tierra del Fuego, verder dan het einde van de wereld. Ushuaia, de meest zuidelijke stad van Argentinië, werd ook wel het einde van de wereld genoemd. Nog zuidelijker lag echter Puerto Williams, onderdeel van Chili, waar je enkel met de boot of met het vliegtuig kon komen. De meest zuidelijke nederzetting van Zuid Amerika en dus verder dan het einde van de wereld, zoals de dorpsbewoners hun dorp zelf noemden. De boot ging slechts een keer per week en aangezien het vliegtuig nog goedkoper was, besloten wij het vliegtuig in te stappen.
Per email en met een bezoek aan het kantoortje van DAP hadden we laten weten dat we mee wilden, waarna we bevestiging kregen met een bericht dat we slechts tien kilo bagage mee konden nemen. Niet heel veel, aangezien we onze campingspullen, winterkleding en wat eten ook meenamen. We wisten niet hoeveel ze daar te koop hadden en dus hadden we alvast wat in Punta Arena ingekocht. Met de rekenmachine waren we de supermarkt doorgegaan om te zorgen dat we niet teveel gewicht meenamen. Tenminste, dat hoopten we, want het bleef een gok hoeveel de overige spullen zouden wegen.
Terwijl we die ochtend nog in t-shirt op het terras van ons hostel met uitzicht op zee zaten, vertrokken we in de middag met thermokleding, drie t-shirts, een trui, winterjas en de zakken vol richting het vliegveld. Wat was dat heet! Na een half uur zweten in de taxi kwamen we aan op het vliegveldje. Bij een vrij incheckbalie zetten we onze tas op de weegschaal. Helaas, we bleken vijf kilo mis te hebben gegokt. We gingen maar even checken of we werkelijk tien kilo mee konden nemen voordat we vijf kilo van onze bagage voor niets weg zouden gooien. En wat bleek?! We konden gewoon handbagage meenemen!!! Hadden ze dat even eerder gezegd! De medewerkster in de stad had ons nog gezegd dat dit niet mogelijk was. Maar goed, we konden in ieder geval onze overtollige vijf kilo in een drysack en vuilniszak doen, aangezien we geen klein rugzakje hadden meegenomen. Eenmaal ingecheckt renden we naar boven naar de toiletten, waar we eindelijk onze vijflaagse kleding konden veranderen in een dunne wandelbroek met t-shirt, een hele opluchting!
Te midden van honderden Chilenen en andere toeristen wachten we bij de gate. Terwijl we nog helemaal lyrisch waren van de handbaggage die we toch wel mee hadden kunnen nemen, keken we om ons heen wie er allemaal nog meer naar dit wandelparadijs gingen. Wat deden al die oudere stellen hier toch tussen? Ik kon me niet voorstellen dat die allemaal gingen wandelen. We realiseerden ons dat we bij de verkeerde gate zaten. Terwijl in deze gate honderden mensen wachtten, zaten er in de gate naast ons, waar wij moesten zijn, zo'n tien mensen. Het vliegtuig was ook net iets anders. Naast het bij velen welbekende normale vliegtuig met straalmotoren, stond ernaast een klein twee propeller vliegtuigje voor een man of twintig. Daar mochten wij zeker in. Inmiddels was het type mensen ook wat veranderd. Aan het soort mensen dat er zat en hun koffertjes was wel te zien dat het bewoners waren die terugkeerden naar huis. Nu kregen we inderdaad het gevoel verder dan het einde van de wereld te gaan.
Een medewerkster kwam omroepen dat we in mochten stappen en dus stonden we samen met een elftal passagiers op, waarna we achter een medewerkster in oranje hesje aan konden lopen. Een klein trapje werd uit het vliegtuig gevouwen waar we een voor een naar boven mochten. Een voor een inderdaad, meer paste ook amper. Wat een klein vliegtuigje!!! We konden er niet eens in staan! Met zeven rijen van drie stoelen, een beenruimte voor kleine Zuid Amerikaantjes en een gangpad waar je overdwars doorheen moest, een lekker knus ding. Met behulp van een open houten schuifdeur waren we gescheiden van de piloot die tevens als steward diende. Toen iedereen zat werd de deur van buiten dicht gedaan, waarna de piloot zich in zijn stoel omdraaide en in het Spaans vertelde dat we zowaar nog vier nooduitgangen hadden en dat het vliegtuig wat turbulentie zou kunnen krijgen. Hij wees nog even naar ons of wij het als gringo's ook wel hadden begrepen, waarna we konden vertrekken.
Het werd inderdaad een vlucht met heel wat turbulentie. Doordat het vliegtuig klein was, had je sowieso al meer het gevoel dat we vlogen in plaats van stil in de lucht hingen, maar met het vrij slechte weer werd het net een kermisattractie. Terwijl iedereen lag te slapen, keken wij, nou ja Boris lag ook grotendeels te slapen, uit over de vele onbewoonde bergen met sneeuw en het water waar Darwin vroeger doorheen voer. Erg mooi! Doordat we niet zo hoog vlogen, vlogen we grotendeels onder de wolken waardoor we prachtig zicht hadden.
Na een uur en een kwartier vliegen kwamen we aan in Puerto Williams, het enige fatsoenlijke dorp van Isla Navarino, ofterwijl het zuidelijke eiland. Even keren op de landingsbaan, trapje uitklappen en we konden weer een voor een naar buiten stappen. Binnen, in een kleine ruimte stonden al wat familieleden op de overige passagiers te wachten. Wij konden er geen bekenden tussen vinden en dus wachtten we geduldig af waar onze tassen zouden verschijnen. Deze konden we na vijf minuten achter het hokje ophalen, waarna we te voet naar het dorp liepen. Het was nog even lopen, aangezien de weg met een grote bocht via een brug om het water heen liep. Gelukkig was een stel zo vriendelijk om ons op te pikken uit de regen. Met z'n allen in de jeep gepropt reden we terug richting het dorp.
Het stel was een hostel iets buiten het dorp aan het bouwen. Ze waren er al twee jaar mee bezig en woonden al die tijd in de puin. Volgend jaar februari zou het eindelijk klaar zijn. Het was niet bepaald een prettige aankomst in het dorp. Het regende en volgens het stel zou het de komende tijd nog wel aanhouden met slecht weer te zijn. Erg fijn, aangezien we plannen hadden om te gaan wandelen in de bergen. Verder was er niets te doen. Twee van de vier wandelingen waren gesloten, aldus het stel. Ze waren tijden niet gebruikt en moesten helemaal overgroeid zijn. We wilden naar het informatiecentrum om daar informatie te vragen over de wandelingen, maar deze bleek niet meer te bestaan, aangezien er geen vrouw in het dorp te vinden was die hier vrijwillig voor de enkele toeristen wilde gaan zitten. Tenslotte werd ons nog even gevraagd of we terugtickets hadden gekocht. Het werd kerst en de vluchten zouden vol zitten. Die hadden we dus nog niet gekocht! Wat deden we hier in vredesnaam. Er was niets te doen buiten wandelen, het weer werd slecht en we konden er niet meer weg. Nou ja, dat werd ons allemaal de eerste vijf minuten verteld. We zouden wel zien, hopelijk viel het allemaal mee. Ik had er in ieder geval niet heel veel vertrouwen meer in.
We hadden onderdak gevonden in een hostel aan de plaza die bestond uit een grote voor kerst opgetogen boom met wat bankjes eromheen. Bij alle hostels waar we aanklopten werd niet opgedaan. Enkel in dit hostel stond toevallig een Australische toerist voor de deuren die ons de deuren opendeed en een kamer aanbood.
Het was een rustig dorp aan het Beagle kanaal. Een dorp met een enkele hoofdstraat met simpele huisjes. Dit keer niets toeristisch. De straat bestond slechts uit drie kleine hostels, twee supermarktjes maar vooral woonhuisjes. We hadden nog geen toerist gezien, behalve de ene Australier die als receptionist fungeerde. Een heel bijzonder sfeertje met aan de ene kant de Beagle Channel waar Darwin vroeger doorheen voer en aan de andere kant de besneeuwde bergen. Het was hier zomer maar nog maar maximaal tien graden. Overal brandde de houtkachel en kwam de rook uit de schoorstenen.
Al snel gingen we na aankomst naar het kantoortje waar ze vliegtickets verkochten. Eens kijken of we hier nog weg konden komen. We wilden graag een vlucht voor de 22ste December, maar deze bleek inderdaad uitverkocht te zijn. De 23ste misschien? Nee, ook uitverkocht. Dan misschien de 21ste of de 24ste. Nee, nee, nee, was het antwoord. Allemaal vol. Ik vroeg maar vriendelijk wanneer dan de eerste vlucht was waarop we weg konden, want we wilden dit eiland sowieso een keer verlaten. Ja hoor, we konden de 29ste weg, nog net voor oud en nieuw en een week later dan gepland. We baalden, al hadden we nog wel de hoop om wat alternatiefs te vinden om te doen. In het dorp was slechts een toeristisch kantoortje waar ze tenten, slaapzakken en dergelijke verhuurden. Eens kijken of zij meer wisten. Ze wisten ons heel wat op te beuren! Naast de zes daagse wandeling die we van plan waren, konden we nog een andere wandeling maken, waarbij we hengels konden huren en konden vissen. We zaten elkaar helemaal dolenthousiast aan te kijken. Vissen! Dat hadden we nog nooit gedaan en leek ons prachtig. Onze eigen vis vangen, schoonmaken en opeten! Nou ja dat schoonmaken zagen we beide nog niet zo zitten, maar het avontuur stond ons wel aan. Hij had genoeg ideeën en met zijn voorspelling dat het weer beter werd, waren we weer helemaal in ons doen. We hadden genoeg avontuur voor de boeg en het dorp had echt de sfeer die we zochten: verder dan het einde van de wereld.

De volgende dag begonnen we aan onze zesdaagse wandeltocht waarbij we GPS en een hengel hadden gehuurd. We hadden het in de ochtend rustig aan gedaan, aangezien we nog wat eten in moesten kopen, de spullen moesten huren en we toch maar vijf uur hoefden te wandelen. Dit viel echter wat tegen. We wandelden door de bossen waarbij grote delen van het bos door stormen waren neergevallen. In plaats van een relaxte wandeling werd het dus veel klimmen, kruipen en de weg zoeken. De bomen met de signalering waren omgevallen en dus was het aardig zoeken geblazen. Na uren klimmen en klauteren hadden we het op een gegeven moment wel gezien. Vooral aangezien we het idee hadden dat dit wellicht drie dagen zo zou zijn en met een vijf uur durende relaxte wandeling in het achterhoofd, werd dat iets zwaarder. Gelukkig bleek het mee te vallen. Na een vier uur durende zoek en survival tocht bleken de bossen plaats te maken voor open velden. Open natte velden die voornamelijk uit water bestonden. Met onze schoenen zeiknat volgden we de enkele paaltjes die af en toe niet te onderscheiden waren van de dode bomen die er stonden. Toch heel wat beter dan de bossen, waar het voor geen meter bleek op te schieten. Vele meren, gemaakt door bevers waren er ontstaan door de jaren heen. Grote bomen die in een punt waren afgekauwt door bevers waren omgevallen en van de takken hadden ze dammen gemaakt die meren vormden. Wat een stel bevers al niet konden veroorzaken!
Helaas werd het in de avond steeds slechter weer en eenmaal op de pas aangekomen, hadden we zelfs sneeuw. Door de sneeuw die de opgestapelde stenen en de signalering op de rotsen bedekte konden we het pad niet meer vinden en besloten we daar te blijven. Het Allinghi meer waar we die dag naartoe hadden gewild leek ons te ver met het slechte weer en met het zoeken naar de paden kon dat nog wel even duren. Tussen de rotsen en besneeuwde struiken op de pas zochten we een onbesneeuwd rotsachtig stukje wat nog vlak was. Vlug om de grote donkere wolken voor te zijn, zetten we onze tent op, waarna we al snel in slaap vielen. Het was een zware dag!
De volgende dag werden we wakker in een landschap waar die nacht een dikke pak sneeuw op was gevallen. Onze schoenen waren bevroren en steenhard. We zaten dicht bij Antarctica en dat was wel te merken, het was steenkoud! Met de harde wind en de sneeuw leek het ons niet verstandig die dag verder te lopen en dus besloten we hier te blijven. Het werd een hele dag met de winterjas aan en muts op in de slaapzak in de tent. Een hele dag liggen in de tent, help! Dat leek me een lange dag worden. Gelukkig bleek dit mee te vallen. We hadden continue wat te doen. Door de harde wind, moesten we om het half uur onze slaapzak uit om op slippers door de sneeuw naar buiten te gaan en te checken of alle stenen nog goed op de scheerlijnen stonden. Daarna werd het weer te tent in en werd het bijten door de pijn heen van de bevroren tenen. Haringen waren hier niet mogelijk in de harde stenen ondergrond. Enkele touwen waren inmiddels al vastgevroren en hoefden we ons geen zorgen meer om te maken. Af en toe klopten we de tent af, waardoor we geen iglo effect kregen en onze tent het door het gewicht zou begeven. We hadden inmiddels wel een halve meter sneeuw aan alle kanten om ons heen liggen en dus was de wind aan de onderkant van de tent wat gaan liggen, wat ervoor zorgde dat de sneeuw niet meer tegen de binnentent aanblies. Wel was het vaak tentstokken vasthouden in verband met de harde wind om onze niet bepaald specialistische tent te beschermen tegen de harde storm. We hoopten maar dat hij het zou houden!
Met het kamperen boven op een pas was er niet even een stromend riviertje naast de deur en dus warmden we de verse sneeuw in de tent op. Heel voorzichtig met het continue vasthouden van het gasflesje om een brandje te voorkomen. Wel waren we inmiddels door onze chocolade voorraad heen. Een dag in de tent bleek de trek naar chocolade aardig aan te wakkeren.
Die nacht werd een nacht van weinig slapen maar veel kijken naar de tentstokken of die het door de wind niet zouden begeven. Niet dat het hielp om ernaar te kijken, maar toch. Gelukkig bleek de tent stevig genoeg en werden we de volgende ochtend beloond door een wit landschap met dit keer een prachtig blauwe lucht. Dit was werkelijk prachtig!! We hadden het beste uitzicht door het slapen op de pas. Had het toch nog een voordeel gehad!
Nadat we onze schoenen in de zon hadden laten ontdooien, de tent uit de sneeuw hadden getrokken en in hadden gepakt, vertrokken we richting refugio Darwin. We liepen door vele moerasvelden vol met meren ontstaan door het werk van bevers en mochten enkele bevers en hun huizen bestaande uit vele takken in het meer ontmoeten. Erg nat en leuk!
Enkel de laatste 700 meter was nog wat klim en klauterwerk via omgevallen bomen om bij de refugio aan te komen, maar het was de moeite waard. Met nog slechts enkele staande bomen om zich heen, stond daar de houten hut aan de rivier aan de rand van een moerassig terrein, zo'n honderd meter van het meer Lago Windhond vandaan. Voor de ingang lag nog een grote omgevallen boom, maar de schade aan het huis bleek gelukkig mee te vallen. Slechts enkele bomen waren tegen de zijkant aangevallen, waardoor een deel van het uit spaanplaten bestaande dak kapot was, maar een groot deel nog prima waterdicht was. Enkel wat ontwricht. In het midden van het huisje stond een kachel met aan de ene kant een grote tafel met vislijnen, afgesneden gasflesjes, touwen, een visnet, messen, wat overgebleven eten en wat ander prullaria, Aan de andere kant stonden zes stapelbedden, nou ja wat smalle latjes waar je zelf je matje op kon leggen. Wij zetten onze tent op de grond op, om het nog iets warmer te houden. De nachten ervoor hadden we het koud genoeg gehad en we waren wel toe aan wat warmte. Heerlijk! Een eigen huisje met buiten een kampvuurtje en een meer in de buurt om onze viskunsten eens uit te proberen. Dit leek ons wel wat om langer te blijven.
En dat deden we! In plaats van verder te wandelen met behulp van GPS door de bossen om het meest zuidelijke puntje te bereiken, besloten we extra dagen in de hut te blijven. We hadden inmiddels genoeg van het ploegen door bossen en aangezien dit pad niet eens bestond en je dus echt moest bush whacken ging onze voorkeur uit naar een visuitje dat we tot nu toe nog nooit hadden gedaan.
Nooit hadden we gedacht dat we er uiteindelijk vier nachten zouden blijven slapen, maar aangezien we het zo naar onze zin hadden en genoeg vis wisten te vangen samen met de gevonden backpackers maaltijden uit de hut om het tekort aan eten weer op te vullen, bleven we langer dan gepland. Het was heerlijk. Vier dagen waren we helemaal alleen, hadden onze eigen hut en vingen onze eigen vis. Iedere dag maakten we de wandeling naar het meer. Het meer lag op slechts honderd meter van onze hutje, maar met een wandeling van een half uur door de bosjes langs de oever kwamen we aan bij een strandje vol met dode bomen, waar het ideaal vissen was. Met onze onderbroek, winterjas en muts op stonden we tot onze middel in het water om zo diep mogelijk te kunnen vissen. De een met de gehuurde vishengel terwijl de ander met een blik en visdraad met blinker een gokje waagde. Tussendoor warmden we ons op bij het kampvuur en aten onze marshmallows die heerlijk smaakten. We hadden zelfs zoveel vis op de laatste dag gevangen dat we er een als lunch op het strand klaarmaakten. Verser kon niet. Waar we de eerste dag slechts een vis wisten te vangen, wisten we de tweede en derde respectievelijk drie en vijf vissen te vangen. Wat waren we enthousiast! Bij het vangen van de eerste vis rende ik al juichend naar Boris. We waren zo blij als kinderen dat het gelukt was! Nu alleen nog het mindere werk. Boris had blijkbaar prima begrepen dat de rest van het werk voor hem bedoeld was. Terwijl ik met mijn handen op mijn oren aan de andere kant van het strand heel hard riep om mijn moeder, sloeg Boris ondertussen met een houten stok de vis dood. Ook hij bleek er enigszins moeite mee te hebben, maar gelukkig wilde hij wel de dappere dodo zijn om het werk wel uit te voeren. Daarna restte hem enkel nog het schoonmaken. Hij had het net als ik nog nooit gedaan, maar bleek er met de vis sneller in te worden. In een visnet namen we de schone vissen aan het eind van de dag weer mee terug naar de refugio.
We hadden ons prima voorbereid en hadden naast al ons lichtgewicht eten voor de overige dagen ook aluminiumfolie, zout, een citroen en mayonaise meegenomen. Op het vuurtje dat we buiten hadden gemaakt, legden we de ingesmeerde vissen, totdat ze na tien minuten gaar waren. Samen met de aardappelpuree en de mayonaise smaakten ze heerlijk! Naast een enkele regenboogforel hadden we voornamelijk zalmen van rond de kilo die perfect roze waren. Nog nooit hadden we zulke lekkere vis gehad en nog wel zelf gemaakt. Daar kon geen gekweekte Albert Heijn vis tegen op.
Helaas werd het na vier dagen tijd om te vertrekken. We hadden nog veel langer kunnen blijven, maar ons eten was nu inmiddels wel aardig op en we wilden ook nog een andere wandeling maken. En dus vertrokken we na een stevig ontbijt terug richting Puerto Williams. Dit keer hopelijk zonder extra tussenstop op de pas en in twee dagen. Het ging inderdaad een heel stuk sneller dan de heenweg. We wisten waar we heen moesten, er lag veel minder sneeuw, het weer was beter en we hadden al heel wat minder gewicht bij ons van al het eten dat we op hadden gegeten. Na een nacht aan de rand van wat bosjes met uitzicht op een meer waar een bever druk aan het werk was, vervolgden we onze weg naar Puerto Williams, waar we na een wat sneller klim en klauterwerk dan de heenweg vrij vroeg weer aankwamen.
We zochten een ander hostel dat wat gezelliger was en wisten een leuk knus huisje bij de hosteleigenaresse Patty te vinden. Haar kinderen waren inmiddels het huis uit en dus had ze de drie extra kamers omgebouwd tot slaapkamers. Met slechts plek voor acht gasten, een knusse woon en eetkamer aan de hoofdstraat en met een erg gezellige Patty, werd het een leuk verblijf.
Voordat we aan onze vijfdaagse tocht van de meer populaire wandeling Dientes de Navarino begonnen, kochten we nog wat eten in. Gelukkig was de wekelijkse boot met verse groente en fruit net aangekomen en dus konden we zelfs nog wat niet beschimmelde vitamientjes inslaan voor de eerste dag.
De volgende dag vertrokken we aan onze vijfdaagse wandeltocht Dientes de Navarino. De wandeling begon met het beklimmen van de Cerro Bandero, ofterwijl de berg waar bovenop de vlag van Chili wapperde. Een mooi fotomomentje voor de voorpagina van een fotoboek. We hadden een prachtig uitzicht over Puerto Williams, de Beagle Channel en de laatste uitlopers van de Andes. Daarna vervolgden we onze weg over de rotsachtige omgeving richting de besneeuwde bergen, waar inmiddels de Dientes ofterwijl tanden in zicht kwamen. Een bergketen bestaande uit vele scherpe rotsen met een laag sneeuw eroverheen. Het laatste stukje was nog even pittig. De steile hellingen met losse steentjes zonder duidelijk pad maakten het glad en eng. Gelukkig bleek dit niet lang aan te houden en bereikten we na vijf uur wandelen in de net begonnen regen de camping. Aan de rand van een meertje omringd door bergen stond al een tent van een stel Canadezen die hem wijselijk op een houten platform dat diende als uitzichtpunt op hadden gezet. We zochten snel een vlak plekje dat nog enigszins droog was waarna Boris in de stortende regen de haringen nog eens goed vast zette. Eenmaal binnen hoorden we de laatste toerist van die dag, een jonge Israëliër. Hij was een heel stuk natter geworden en kon alles nog in de stortende regen en sneeuw oppakken. Gelukkig waren wij net klaar.
De volgende dag werden we wakker in een dik pak sneeuw. De Canadezen bleken niet verder te lopen maar vanaf deze plek verscheidene wandelingen rondom te maken. De steile hellingen van gisteren was hen teveel en wilden ze niet nog eens behalve de terugweg meemaken. Nadat we nog een stel appels van de Israëliër hadden gekregen in ruil voor het droge wc papier en een plastic zak dat we hem hadden gegeven aangezien alles nat was, vertrokken we richting de volgende camping. De Israëliër bleef nog even om al zijn kleding en tent te laten drogen.
Die dag liepen we via veel verse sneeuw richting de voet van de berg Betelini, waar we de volgende dag een uitstapje maakten naar boven. Met de vele ijsvlaktes die stijl naar beneden liepen waren we blij met de ene wandelstok die we nog over hadden. Met onder ons een meer staken we de vele sneeuw en ijs vlaktes voorzichtig over. Continue hadden we uitzicht op de Dientes en de vele meren die het gebied kende.
De volgende morgen stonden we vroeg op om de berg Betelini op te klimmen. Waar onderaan de berg nog bossen stonden werd het bovenop enkel grijze stenen die her en der bedekt waren door ijs. Eenmaal boven hadden we een prachtig uitzicht op het meer Lago Windhond, waar we de week ervoor nog hadden gevist, de vele gebergtes en Kaap Hoorn in de verte. Gelukkig waren we op tijd vertrokken en waren we de harde wind die even later opkwam net voor.
Die avond hadden we het geluk dat wij als eerste bij Lago Escondido aankwamen. Een Belg van rond de vijftig en twee jonge jongens kwamen een paar uur later, toen wij inmiddels al onze tent op het uitzichtsplatform hadden opgezet. Een keer vlak kamperen met een droge ondergrond. Ook wel lekker. De tent had inmiddels wel bewezen harde wind aan te kunnen, dus met de hulp van de scheerlijnen aan de balken en wat stenen moest het vast en zeker goed komen. Het was kerstavond en dus tijd voor iets lekkers. De chocolade Kerstman die langskwam smaakte heerlijk, samen met een gevonden chili hot beans en beef stroganoff droogmaaltijd. Dit bleek gezien het protest van onze magen de volgende dagen niet helemaal een goed plan te zijn geweest, maar het was in ieder geval makkelijk en eens iets anders op zo'n kerstavond.
De kerstdagen brachten we rondom de Dientes door. Het werd een witte kerst voor ons. Eerste kerstdag was het vooral veel wandelen over de berghellingen waar her en der sneeuw op lag, afgewisseld door bossen en meren ontstaan door beverdammen en moerassen. Tweede kerstdag mochten we de pas over, waarbij we vooral over een rotsachtige grijze ondergrond liepen. Eenmaal aan de andere kant van de pas, werden we verrast door onwijze ijsschotsen die verticaal naar beneden liepen. Nu begrepen we ook waarom de gids aangaf je beter niet op het ijs te begeven in verband met lawine gevaar!

Net als kerstavond hadden we ons weten te verwennen met iets anders dan de Italiaanse wandeldagen met pasta. Aardappelpuree werd bijgestaan door salami en bonen als hoofdmaaltijd, een chocolade pudding gemaakt van gletsjerwater, melkpoeder en puddingpoeder en tenslotte heerlijke oploscappuccino met tiramisu koekjes en een cakeje met chocolade stukjes. Om te smullen! De Belgische medewandelaar was hier ook maar wat blij mee.

De laatste dag terug naar Puerto Williams werd een dag van vooral veel glibberen en glijden door de modder naar beneden. Het pad was niet altijd goed zichtbaar en dus moesten we ons een weg banen door de dichte bossen. Avontuurlijk, modderig, vermoeiend, maar leuk.
Met deze modderige dag kwam er een einde aan onze wandelingen op Isla Navarino, het eiland met het enige dorp Puerto Williams, verder dan het einde van de wereld. Ondanks dat we het even niet meer zagen zitten toen we een week langer moesten blijven in verband met volle vluchten en het weer dat als slecht voorspeld werd, werd het een onvergetelijke ervaring. Het dorp was zeker bijzonder te noemen met zijn einde van de wereld gevoel en met de wandelingen door het ruige sneeuw en het berg gebied een mooie afsluiter van onze trip in Patagonië.

Er restte ons enkel nog een terugvlucht naar Punta Arenas dat nog simpeler bleek te kunnen dan de heenweg. Met dit keer slechts negen passagiers hoefden ze niet eens onze tickets te zien, gingen de tassen niet door een scanner en kwam er geen beveiliger aan te pas. Enkel een meisje was er als medewerkster die ons naar het enige vliegtuig van dat vliegveldje bracht. Wat een ervaring!
Terug in Punta Arenas hadden we weer twee bedden geboekt in ons heerlijke hostel met prachtige woonruimte met uitzicht over de zee vol met dolfijnen. We konden er bij komen van al onze wandelingen, hadden weer even tijd om de blog bij te werken en met Japan in zicht, konden we hier ook weer eens wat voor voorbereiden.
Al hadden we totaal niet het gevoel dat het het einde van het jaar was, ook wij mochten oud en nieuw vieren, dit keer in Punta Arenas. Nadat we heerlijk hadden gegeten met rundvleesreepjes en rijst met soja saus, vertrokken we om kwart over elf richting het strand. Een bewoner van Punta Arenas die we in Puerto Williams hadden ontmoet, had ons gezegd dat er veel vuurwerk zou zijn en dus waren we benieuwd en wilden we dit niet missen. Er waren inderdaad al heel wat mensen op de been. Allemaal liepen ze langs het strand richting het centrum. Na zo'n twintig minuten lopen kwamen we de grote menigte tegen. Ze hadden zich met maskers, hoedjes en slingers verzameld en een ieder had een fles champagne bij zich. Ook wij hadden onze backpackers champagne, appel cider bij ons, maar aan maskers hoedjes of slingers hadden we niet gedacht. Een stel vierende Chilenen was dit ook opgevallen en gaf ons een stel glitterende maskers en mooie toepasselijke oranje strikken. Nu hoorden ook wij erbij. Boxen met muziek en veel geklets maakten de sfeer. Terwijl wij nog vragend om ons heen keken al wachtende op een een of ander signaal dat het nieuwe jaar van start was gegaan, begon opeens iedereen elkaar te omhelzen. Blijkbaar was het hier gewoon een kwestie van een gokje en zat aftellen er niet bij. We wensten elkaar een gelukkig nieuwjaar, waarna we nog van vele anderen de beste wensen kregen. 2016 Moest vast een heel mooi jaar gaan worden. Een paar honderd meter verderop werd het vuurwerk afgestoken. Niet zo mooi als dat ze het in Nederland zouden doen, maar voor een Zuid Amerikaans land viel het ons zeker niet tegen. Bijna een kwartier lang werden de hoge gekleurde knallers afgestoken. Na het einde pakte iedereen zijn spullen bij elkaar en vertrok direct in de richting van huis. Een file van auto's bleef achter samen met vele flessen lege appel cider. En wij... We hadden gedacht dat iedereen nog wel bleef doorfeesten op het strand, maar dat bleek dus niet het geval. Iedereen keerde zo snel mogelijk terug naar huis om daar met familie het nieuwe jaar feestelijk te beginnen. En dus zat er voor ons weinig anders op dan ook terug te gaan naar het hostel, waar we gelukkig nog gezellig konden nakletsen onder het genot van sushi en wijn met een Iers stel dat hier noodgedwongen door een knieblessure al twee weken zat tijdens hun fietsvakantie. Pech voor hun, maar gezellig was het wel!

De eerste dag van het jaar brachten we rustig al hangend in het hostel en wandelend langs het strand en door de stad door. Alle winkels zaten dicht, de bussen reden niet en uitslapen konden we wel gebruiken. Twee januari was het alweer tijd om naar ons laatste werkadres van Zuid Amerika te gaan. Het gezin in Paillaco waar we al eens eerder hadden gezeten gingen we weer bezoeken. We mochten alleen nog even dertig uur met de bus.
Met twee kilo aan pannenkoeken stonden we buiten het hostel in de vroege ochtend te wachten op onze geregelde taxi. Hoe kon het ook anders, de taxi kwam niet opdagen. Met meer dan een half uur lopen van het busstation en zware tassen op onze rug was het niet mogelijk om te rennen richting de bus en dus hielden we een collectivo aan. Normaalgesproken zijn dit een soort bussen die continue dezelfde route rijden. Er zat niemand in, dus we vroegen de man al smekend of hij ons, samen met een ander stel alsjeblieft bij de bushalte af kon zetten. Gelukkig, zo slecht als dat de taxichauffeur zijn werk uitvoerde, zo vriendelijk bleek deze collectivo bestuurder. En zo kwamen we nog op tijd voor onze grote trip.
Het werd een lange en vooral saaie trip van dertig uur richting het noorden. Patagonië bestond vooral uit grote kale vlaktes en dat hadden we door. Driehonderd kilometer konden we rijden over een kale grasvlakte tot het volgende dorpje waar verder niets te beleven viel. We konden even kijken naar wat huisjes, waarna weer een driehonderd lange leegte volgde. Saai, heel saai! Gelukkig hoefden wij dat in tegenstelling tot sommige anderen niet op de fiets af te leggen.
Na dertig kilometer in de bus te hebben gezeten, kwamen we aan in Osorno waar we nog eens twee bussen van ieder bijna een uur verder namen, totdat we dan eindelijk in Paillaco, onze eindbestemming aankwamen. Gloria, Julio, opa, oma en de kinderen Christoffer en Bryan van 24 en 22 jaar oud, woonden zo'n drie kwartier rijden buiten het dorp en dus besloten we familie van hen in het dorp te bezoeken. We hadden hen al eens eerder ontmoet en zij woonden op loopafstand in het dorp. De dochter van tien zag ons al aankomen en kwam enthousiast op ons afrennen. Wat leuk! Ze wist zowaar onze namen nog en dat nadat we hier een half jaar geleden slechts een keer op een feestje waren geweest. We werden warm ontvangen met broodjes en zelfgemaakte koffielikeur gemaakt van vooral melk, alcohol, koffie, kaneel en kruidnagel. Ondertussen hadden ze de familie gebeld en waren zij onderweg naar het dorp om ons op te halen. Die avond kwamen we na een half jaar weer terug op de boerderij bij de familie Zapato. Ook Bruno, een Spaanse student die er vrijwilligerswerk net als wij deed, was er. Erg leuk om iedereen weer te zien! Het voelde direct als thuis. Wat heerlijk ook om weer op het platteland in de rust en de prachtige uitzichten te zijn. Heerlijk!
Er was zelfs nog een vulkaanuitbarsting zo'n honderd kilometer hiervandaan. Toen we dit hoorden, sprinten Bruno, Boris en ik naar de hoogste heuvel rondom het huis om hier wat van mee te kunnen krijgen. Helaas bleek het geheel bewolkt en konden we er niets van zien. Bij terugkomst in het huis werden we door oma Rosa, die inmiddels wel wat vulkaanuitbarstingen gewend was uitgelachen dat wij helemaal naar boven waren gegaan om dit mee te mogen maken. Voor haar bleek het de normaalste zaak van de wereld. Helaas mochten we dus naast het gerommel dat klonk als onweer in de verte weinig meemaken van de uitbarsting.
De twee weken bij de familie vlogen om! Toen we hier in de winter waren, was er weinig te doen qua werk. Daarentegen kwam het gezin nu om van het werk. 379 Hooibalen moesten op de kar worden gestapeld en af worden geladen, aardappelvelden moesten worden bijgewerkt, bossen moesten schoon worden gemaakt, hele velden moesten ontdaan worden van het onkruid diablo, iedere dag waren er weer nieuwe rijpe frambozen en zwarte bessen om te plukken en iedere ochtend stond er melken met de voor hun nieuwe melkmachine voor twee koeien op het programma. Kortom het was simpelweg te veel om allemaal voor mekaar te krijgen, maar zo vloog de tijd wel voorbij. Tussen het werken door hadden we nog genoeg tijd om andere leuke dingen te doen. Het was er zo warm dat er tussen de middag nooit werd gewerkt. Meestal gingen opa Beto en oma Rosa voor een siësta naar bed, terwijl wij met Gloria, Bryan en de Spaanse uitwisselingsstudent Bruno naar het meer gingen op zo'n half uur rijden van het huis. Een heel groot meer omringd door bossen en wat dorpjes was een mooi uitje voor vele families in de omgeving en aangezien het schoolvakantie was, waren er ook altijd genoeg mensen op het strand. We maakten uitjes naar dorpjes in de omgeving en bezochten de rivier die inmiddels al een heel stuk lager stond dan in de winter. Na een paar dagen vertrokken Gloria, Julio, Bryan en Christoffer naar hun andere huis in Santiago, op 12 uur rijden van hier, terwijl wij achterbleven met opa en oma. Een heel stuk rustiger maar net zo leuk. Ze moesten zo hard werken op hun bijna zeventigste dat het hen af en toe een beetje teveel werd. Geld om uitjes te maken hadden ze niet en dus nodigden wij hen uit om mee te gaan naar thermaalbaden op zo'n drie uur rijden van hun huis. Ze hadden er al eens over verteld en wij hadden gevraagd hoe ze het vonden. Opa antwoordde met pretogen dat hij hier wel iedere dag kon zitten en dus leek ons dit een perfect tripje om hen en onszelf gelukkig mee te maken. We kochten in het dorp meer dan drie kilo vlees in, pakten de picknickmand vol met lekkere spullen en vertrokken in de auto op weg naar de Argentijnse grens. Waar het in de buurt van hun huis nog vooral vlak was, werd het richting Argentinië steeds bergachtiger. Na drie uur rijden tussen de bergen en weilanden met het laatste uur enkel onverharde weg, kwamen we aan bij de thermaalbaden. Vele picknickbankjes stonden tussen de bomen, waar al zo'n vijftal gezinnen hun auto bij een tafel hadden geparkeerd en waren begonnen met het maken van een vuur. Dat was ook precies wat wij als eerste deden, een vuurtje steken voor de asado ofterwijl barbecue. In plaats van dat we eerst naar de thermaalbaden gingen, werd hier op typisch Chileense wijze eerst de asado voorbereid. Was de meegenomen plaat eenmaal warm, werd er niet een voor een een stukje vlees opgelegd, maar werd de meer dan drie kilo aan hompen vlees er in een keer op geschoven. Wat een boel! En dit allemaal onder het toeziend oog van onze beschilderde watermeloen, William. We hadden met z'n vijven de grootste schik. Terwijl opa, die sowieso nooit stil kon zitten, zich bezig hield met het vlees en het vuur, nam oma alvast de mate, ofterwijl een thee dat met een rietje met filter direct uit een beker met kruiden werd gedronken. De eerste drie uur waren we zoet met het eten van het vlees, kletsen en het kijken naar een stel ossen dat boomstammen aan het verslepen was. Het vlees was nog niet op, maar aangezien we vol zaten en voor nu even klaar waren met eten, vertrokken we dan toch naar de thermaalbaden, zo'n vijftig meter wandelen vanaf onze tafel. Een grote cementen bak met aan de ene kant een grote brandweerslang met heet water en aan de andere kant een slang met koud water. Zo'n twintig man was aan het genieten van het warme water dat uit de vulkaan hiernaast afkomstig was. Terwijl opa als een kreeft genoot van het hete water, verplaatsten wij ons na zo'n tien minuten langzaam naar het koelere water. Na een uur in het grote bad te hebben gelegen bezochten we de nabijgelegen huisjes met ieder een eigen bad. Vier houten huisjes stonden naast elkaar met binnen een houten kist die je zelf kon vullen met een combinatie van heet en koud water. Vervolgens kon je in je eigen badje genieten van de hitte.
Na het badderen, keerden we terug naar onze tafel om de restanten vlees en andere lekkernijen op te eten. We hadden genoten, net als opa en oma, waar we minstens zo blij mee waren. We keerden uitgerust en ietwat verbrand terug naar huis.
De laatste dagen van ons bezoek, waren Julio, Gloria en Bryan weer teruggekeerd naar het platteland en dus gingen we er met zijn achten op uit. We toerden met twee auto's door de heuvels, langs de meren en langs de toeristische dorpjes. Er waren niet zozeer veel buitenlanders, maar vooral Chilenen die er in hun vakantie op uit trokken om naar de stranden en dorpjes langs de meren te gaan. De omgeving met de vele bossen, meren en houten huisjes deed wel wat denken aan Zwitserland. De terugweg bleek de oude pick up de heuvels niet meer aan te kunnen. Net aan het begin van een dorp, zo'n uur rijden voordat we thuis waren, begaf de wagen het. We duwden hem aan de kant, probeerden zelf wat te fixen, waarna we er een monteur die er toevallig naast woonde bij haalde. Het koelwater was op, waardoor er her en der wat was verbrand. Helaas, we konden niet verder. Inmiddels was de rest van het gezin, dat een heel stuk voor ons reed omgekeerd en ook aangekomen. Terwijl opa bij hen in de auto stapte om thuis te komen, gingen Bruno, Boris en ik al liftend verder. Het hele gezin zag het blijkbaar niet zo zitten dat wij al liftend verder gingen, aangezien ze er niet zo veel vertrouwen in hadden. Zij vonden maar dat we een taxi moesten nemen, maar daar dachten wij anders over. Ze waren nog geen vijf minuten weg, of we werden al opgepikt door een vriendelijke Chileen die ons helemaal tot de onverharde weg, zo'n vijf kilometer van het huis af bracht. We konden ze nog bijna inhalen, wat een mazzel!
De laatste dag van ons bezoek, bezochten we nog Valdivia, een grotere stad dichtbij Paillaco. Bryan studeerde hier en wist ons dus uitstekend rond te leiden. Via de markt met zogenaamde handgemaakte prullaria uit de fabriek, liepen we via de rustige hoofdstraat naar het meer waar we langs de promenade genoten van het mooie weer en het blauwe water. We namen de bus naar het populaire bierhuis 'Kunstmann' waar we een drie liter kan honingbier bestelden en we een driehonderd gram aan filet americain, iets typisch van de omgeving wegtikten. Het was een mooi einde van onze twee weekse hereniging met het gezin Zapato. Die avond vertrokken we helaas al met de nachtbus naar Santiago, onze laatste eindbestemming in Zuid Amerika. We namen afscheid van het gezin Zapato, waar we in de afgelopen tijd heel veel van waren gaan houden.
In Santiago hadden we als beloning op het einde van onze Zuid Amerika trip een appartementje gehuurd via Airbnb. Helaas was het appartement dat we de vorige keer met Marcel en Karin hadden gehuurd vol, maar dit bleek ook weer een prachtig onderkomen te zijn. Midden in de stad, op de negentiende verdieping hadden we een huisje met balkon met uitzicht over de stad en de bergen. Nou ja, in verband met een grote brand in de buurt van Santiago was het vooral een grote rookwolk dat in de stad hing, dus hadden we de eerste dag weinig uitzicht. Met meer dan 35 graden, was het prima vertoeven op ons balkon in de schaduw en in het huisje met de blower. Met de koelkast vol met zelfgemaakte kwarktaart, een kilo ijs, fruit en vele zelfgemaakte milkshakes en ijskoffies hadden we het prima voor mekaar. Het waren drie dagen van vooral relaxen in en om ons huisje, een bezoek aan een groot winkelcentrum voor de laatste inkopen en een bezoek aan het laatste deel van de hunger games, de film die we in de bioscopen in Zuid Amerika volgden.
Het was een mooi en relaxed einde van onze bijna twee jaar durende trip door Zuid Amerika. Het gevoel dat we het continent gingen verlaten hadden we tot de laatste dag nog niet. Enkel op de dag van vertrek kwam het besef dat er een einde aan onze Zuid Amerika trip was gekomen. Wat vreemd! Toch wel een beetje verdrietig dat er een einde aan onze reis was gekomen, maar we hadden de afgelopen twee jaar in ieder geval enorm genoten. Het was een continent met vele verschillen tussen rijk en arm, vele culturen en natuur dat van droge woestijn tot de jungle, zoutvlaktes, meren, gletsjers, vele gebergtes en de zee wisselde. We hebben kennis mogen maken met vele voor ons nog nooit geziene dieren als, walvissen, pudu's, struisvogels, lama's, vicuña's, condoren, apen, papagaaien, krokodillen en piranha's. We hebben zoveel nieuwe mensen mogen ontmoeten en zoveel nieuwe culturen mogen leren kennen. Het was een onvergetelijke trip waar we nog vaak over zullen vertellen en over terug zullen denken. Onwijs gaaf!

Inmiddels zitten we in het vliegtuig naar Japan. Behalve dat we hier tussen de vele Japanners zitten, beseffen we nog niet echt dat we hier nog twee maand heen gaan. Dit komt nog wel. Eens kijken wat dit land ons te bieden heeft. We hebben er zin in!

Voor foto's zie:

Laatste deel van:
https://goo.gl/photos/z5yf3NCJuXcT4vAv5
en:
https://goo.gl/photos/Pqci6E1SZK8iFWQ26
en:
https://goo.gl/photos/paKyXf2hoHpSs6SH7

  • 29 Januari 2016 - 20:42

    Ine:

    Wauw wat een verhaal weer,zo fijn om te lezen dat jullie het zo naar de zin hebben.
    Geniet van Japan en laat ons daar zo als mogelijk weer van meegenieten!!
    Zeeuwse groetjes Frans -Ine

  • 29 Januari 2016 - 20:43

    Margot:

    Wat een mooi verslag , heb weer genoten. Ga morgen foto s kijken. aaaah het einde van de zuid america reis. De cultuur schok hebben jullie nu al gehad. lekker verder genieten en denk............. groeten Margot

  • 31 Januari 2016 - 13:17

    Carien:

    Hoe moet het nu toch verder met ons achterblijvers nu we 's avonds op de bank met de laptop op schoot niet meer kunnen genieten van jullie avonturen in Zuid Amerika? Dat wordt afkicken......
    Gelukkig hebben we Japan nog!

    Heel veel plezier daar en lieve groetekes xx

  • 08 Februari 2016 - 13:52

    Paul:

    Het was weer leuk om jullie riskante avonturen te lezen omdat ik wist dat alles weer goed afgelopen was. Mooie foto's met heel veel sneeuw en ook leuke foto's en verhalen bij opa en oma. Wat moeten jullie een opslagcapaciteit hebben om al die herinneringen vast te houden ;-)
    Nu wachten op de verslagen uit Japan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Boris en Leonie

Actief sinds 04 Maart 2014
Verslag gelezen: 817
Totaal aantal bezoekers 37968

Voorgaande reizen:

08 Maart 2014 - 31 December 2024

Zuid Amerika

Landen bezocht: