Afwisseling van bergen en zee; onwijs gaaf! - Reisverslag uit Chachapoyas, Peru van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu Afwisseling van bergen en zee; onwijs gaaf! - Reisverslag uit Chachapoyas, Peru van Boris en Leonie - WaarBenJij.nu

Afwisseling van bergen en zee; onwijs gaaf!

Door: Boris en Leonie

Blijf op de hoogte en volg Boris en Leonie

16 Mei 2014 | Peru, Chachapoyas

Het vorige verslag is inmiddels alweer vier weken geleden en dus hoog tijd voor een volgende update. Bij deze :)

De bergstad Huaraz hebben we verlaten en we zitten inmiddels in de 2335 meter hoge stad Chachapoyas in een erg knus en gezellig hostel. Tussen de verschillende berggebieden door hebben we een leuk uitstapje naar de kust gemaakt. Niet alleen leuk als afwisseling, maar we willen natuurlijk ook geen Peruaanse hoogtepunten missen. Het waren weer onwijs mooie, gevarieerde en indrukwekkende weken die als een speer voorbij vlogen!

Na Huaraz stond Yungay op het programma, een net zo stoffige stad als ieder ander dorp en net als altijd stonden de taxichauffeurs ons bij de uitgang van de bus al op te wachten. Dit keer besloten we eens een tuktuk uit te proberen in plaats van rond te struinen door de stad onder het toeziend oog van de inwoners op zoek naar ons nieuwe hostel. We hadden amper onze arm in de lucht gestoken of de eerste tuktuk stond al voor ons klaar. Nadat we met behulp van de Lonely Planet onze eindbestemming hadden duidelijk gemaakt, stapten we in op het bankje achter op de omgebouwde bromfiets. Nog geen 100 meter verder hadden we onze eindbestemming bereikt. Het hostel was nog nooit zo dicht bij het busstation. Het was een kort maar krachtig ritje! Het rijden in een tuktuk konden we nu in ieder geval afstrepen van ons to do lijstje.

Of het nu onder het mom van ‘het rijden in de tuktuk vinden we tof!’ of ‘we hebben geen zin om te lopen’ was, de volgende dag besloten we nog eens een ritje te maken. Dit keer naar de Campo Santo van Yungay, hopelijk een iets langere tocht. Campo Santo Yungay is een begraafplaats waar 25 duizend mensen liggen. Nou ja begraafplaats, ze zijn allemaal bedolven door een aardverschuiving in 1970 van metershoge stenen en aarde. De enige overlevenden waren aanwezig op de hoger gelegen begraafplaats, hoe bizar is dat. Het was een indrukwekkende parkachtige begraafplaats, waarbij op de achtergrond de berg te zien was, waar de hele aard massa vandaan was gekomen. Her en der stonden kruizen van hele families die omgekomen waren. Enkele waarschijnlijk overlevende ouderen zaten op de bankjes en bedelden om geld. Erg indrukwekkend om te zien!
Slechts enkele delen van de stad waren nog aanwezig, zoals een verwrongen bus, een tankwagen en een kerk. Het was een heel vreemd idee om te lopen over een compleet weggevaagd dorp, waarvan een groot deel van de bevolking nu nog geleefd zou hebben. Dit doet je realiseren wat de natuur al niet kan doen.

Van Yungay was het een hele tocht naar de volgende bestemming, namelijk zeven uur in de bus, waarbij we helaas alleen ‘s nachts konden rijden. Om half vijf ‘s morgens kwamen we aan in onze volgende bestemming, namelijk Trujillo, waar we nog een aantal uurtjes in de wachtruimte van de bussen door konden hangen totdat het licht werd.
Nadat we een actieve tijd in de bergen hadden gehad, besloten we ons tijdelijk te vestigen in de rustige meer westerse badplaats Huanchacco vlakbij Trujillo. Nadat we de overvolle bus gevuld met schoolkinderen en andere zwetende Peruanen hadden verlaten, werden we verwelkomd door een prachtig strand gevuld met onwijze pelikanen, kleine van stro gemaakte vissersbootjes, surfers en wederom vele eet- en prullaria tentjes. Dit was pas echt vakantiegevoel. Met een tropisch aandoende camping gevuld met hangmatten konden we ons hier toch wel een weekje kunnen vermaken :).

Uiteraard kon er niet continue gehangen, gelegen en geslenterd worden, maar moest er ook wat actiefs op het programma staan. En dus werd er een veel naar uitgekeken surfles gepland. Huanchacco was de beste plek voor beginners, dus dat konden we toch niet overslaan. De dag bleek echter niet zo geschikt, aangezien de zee in jaren niet zo wild bleek te zijn geweest. Niet alleen was dit te zien aan de weinige surfers die er op zee te vinden waren vergeleken met de eerste dagen, maar ook aan de pier die gesloten was aangezien de golven het hout compleet verbogen hadden. Nadat we het surfen toch maar een dag uit hadden gesteld, besloten we de dag erna toch te gaan, we konden niet langer wachten.

Nadat we onze theorie en praktijkles in de surfschool hadden gehad, mochten we ons hijsen in de surfpakken om als echte professionals de zee in te gaan. Terwijl wij samen met twee andere toeristen klaar lagen om onze net geleerde theorie in de praktijk te brengen, hingen de instructeurs aan de balken van de pier. Het was toch iets ruiger dan ze hadden verwacht. Gelukkig lieten ze na enkele minuten toch het hout los en hielpen ons de golven te overwinnen. Ze hielden onze planken vast en bij de eerste de beste golf was het tijd om onze kunsten te vertonen. ‘Paddle, paddle, paddle, jump!’ werd er van achter geroepen en hup, daar stonden we!!! Wow, het lukt echt! Zo gaaf om op een surfplank te staan en te worden voortgeduwd door de golven. Dit gaan we veel vaker doen!
En dat deden we. De volgende dag huurden we pakken en planken en gingen vol goede moed de zee op. Dit keer stond er echter niemand achter om de juiste golven uit te kiezen en aanwijzingen te geven. Het bleek toch iets moeilijker dan verwacht, maar het maakte de kick en het plezier er zeker niet minder op. Op naar de volgende surfplek!

Naast surfen in Huanchacco hebben we de nabijgelegen stad Trujillo bezocht en wat culturele hoogtepuntjes waaronder Chan Chan afgestreept. Chan Chan, de grootste adobe Pre-Columbian stad van Zuid Amerika met toentertijd 60 duizend inwoners en rijk aan goud, zilver en keramiek, aldus de Lonely Planet. Het bleek een hele grote zandvlakte te zijn met tien wijken, bestaande uit onwijze muren die door weer en wind vervallen waren. Een van de wijken was nagebouwd en gerestaureerd. De stenen waren gedecoreerd met menselijke en dierlijke figuren. De bouw van tegenwoordig is toch eigenlijk maar saai vergeleken met vroeger. Zelfs als cultuurbarbaar was dit nog zeer indrukwekkend om te zien. Een groot dorp dat nog voor een groot deel intact was en 700 jaar geleden de mensen in leefden. Bizar om je voor te stellen.

Na een week aan de kust te zijn geweest, vonden we het weer tijd de bergen in te trekken. En dus namen we een lokale bus richting het centrale busstation. Drie kwartier was het rijden volgens de vrouw die ons de bustickets had verkocht en dus leek ons half negen vertrekken vroeg genoeg om de bus van tien uur te halen. Toen het echter al half tien was en we het busstation nog niet hadden bereikt, werden we toch wat zenuwachtig en vroegen hoe lang het nog ging duren. Drie minuten zei de jongen die alle tussenbestemmingen omroept aan de wachtende op straat. Het werden drie hele lange minuten, waarbij we exact om tien uur bij het busstation aankwamen. De hekken waren al gesloten, maar gelukkig konden we nog mee. De Peruaanse tijden moeten we toch nog even aan wennen.

Dit keer hadden we een busroute uitgekozen niet via de snellere doorgaande geasfalteerde wegen, maar zoals de lonely het beschrijft de ‘hopelessly nerve wracking mountain route’. Helaas bleken de Peruanen wat sneller dan verwacht met het aanleggen van een fatsoenlijke weg. De hoogtes en afgronden waren er wel, maar de valium was helaas niet nodig. Fijn voor het thuisfront.

Met de bus werden we afgezet bij Tingo Viejo, waarbij we onze weg zelf mochten vervolgen naar de hoger gelegen Tingo Nuevo. Het kostte wat zoeken en zweten, maar vergezeld door een hond genaamd Rex, kwamen we uiteindelijk net voor het donker aan in een klein wijkje waar een oude man op gympjes met een cowboy hoed ons verwelkomde. Hij kreeg blijkbaar zelden meer toeristen en verontschuldigde zich er bijna voor, dat hij geen warm water en televisie had. Wij vonden het juist wel wat hebben, lekker primitief, bedden van stro, een dak van plastic en onze trouwe waakhond die trouw de hele nacht voor onze deur bleef liggen.

Vanaf het dorp was Kuelap, een oude stad bovenop de bergen gebouwd tussen 500 en 1493 AC al te zien. Grote geel bruine achtige muren staken boven de groene berg in de verte uit. Vele busjes gingen er heen om de toeristen rond te toeren, maar uiteraard deden wij het te voet. Het slingerpad de berg op wat ons te wachten stond was te zien en volgens onze vriendelijke hosteleigenaar was het een klimmetje van zo’n drie uur. Uiteraard was dit weer Peruaanse tijd en deden wij er ondanks dat we flink doorstapten vijf uur over. We waren compleet bekaf, maar toen we bovenkwamen en ons realiseerden dat we 1200 meter hadden gestegen, begrepen we waarom. Het was de moeite echter dubbel en dwars waard! Omringd door twintig meter hoge muren was het een indrukwekkende stad, bestaande uit vele ronde huisjes die nog bestonden uit een metershoge muur van steen, waarvan een groot deel overwoekerd was door planten. Een wederom erg bijzonder bezoek!

Terwijl Rex met zijn staart tussen zijn benen toe zat te kijken hoe wij ons samen met vijf anderen in een taxi propten, gingen we de volgende dag op weg naar Chachapoyas. Een mooie tocht langs een hoogstaande rivier zo aan het einde van het regenseizoen.
Chachapoyas bleek een erg leuke stad te zijn. Niet teveel chaos van toeterende auto’s, maar kleinere straten en zelfs een winkelstraat waar enkel voetgangers kwamen. Een grote uitzondering vergeleken met de rest van de steden. Natuurlijk hadden we onze dagelijkse bezoeken aan de markten niet overgeslagen. Een jugos ofterwijl verse vruchtensap van papaja, appel of gemengd fruit ging er zeker menig keer in. Ook in het toeristen cafeetje Fusiones hebben we heel wat kopjes koffie, thee met uiteraard wat zoetigheden weg gewerkt. Met zulke dagen worden de kilootjes wellicht weer op pijl gebracht.

Uiteraard waren er ook diverse uitstapjes vanuit Chachapoyas te doen. Zo zijn we vanuit de stad naar de Canon del Sonche gelopen. Een groot ravijn omringd door rotswanden. Een prachtig uitzicht dat doet denken aan de Grand Canyon maar dan in het klein. Het doet je realiseren hoe hoog, uitgestrekt en hoe dun bevolkt het land is. Werkelijk prachtig!

De meeste toeristen komen naar Chachapoyas om de Gocta waterval te bekijken. Met een hoogte van 771 meter is dit de derde grootste waterval van de wereld. Terwijl menig toerist een toer boekt en enkel de onderkant van de waterval bezoekt, besloten wij op eigen houtje een rondwandeling van twee dagen te doen, langs zowel de boven als onderkant van de waterval. Het bleek een onwijs goede keuze! Met name de ‘camping’ waar we sliepen was een ervaring op zich. Het dorpje waar we na een uur klimmen in terecht kwamen had een kleine vvv, waar zich die dag nog enkel twee andere toeristen hadden gemeld. In ons beste Spaans vroegen we of we ergens konden kamperen en na nog een aantal maal om bevestiging te hebben gevraagd, bleek dit midden op de plaza, het centrale plein in het dorp te zijn. Met de aanwezige bankjes, verlichting en toekijkende dorpsbewoners was dit een hele leuke ervaring.

De volgende dag hebben we onze tocht vervolgd naar de waterval. Een immense waterval met twee verschillende verdiepingen. Hoe dichterbij we kwamen, hoe harder het ging waaien en hoe natter we werden. Natuurlijk zijn we zo dicht mogelijk naar de waterval toegegaan totdat de wind te hard werd en we helemaal doorweekt waren. Het was een onwijs gaaf gevoel, zo dicht bij die enorme kracht van water!

De tocht naar de waterval was een goede oefening voor de vierdaagse Gran Villaya trek waar we de volgende dag aan begonnen. Na een uur in de taxi te hebben rondgescheurd over de stoffige, bochtige en met gaten gevulde wegen, werden we afgezet op het punt waar de auto niet verder kon. Verder gingen alleen de daarvoor bestemde auto’s en met een vertrektijd van drie uur ’s morgens zat dat er voor ons niet in. Een wandeling over de modderige weg bracht ons naar de Valle de Belen. Het was werkelijk prachtig! Een slingerende rustige rivier omringd door groene grasvlaktes gevuld met koeien en de omliggende deels roodachtige rotsen en bergen maakte het compleet. Na vier uur wandelen, kwamen we aan bij de zogenaamde camping, bestaande uit een niet meer gebruikte hut en een grasveld dat tegenwoordig door de plaatselijke koeien, stieren en paarden gebruikt werd. Een vuurtje maken van het natte hout en onze niet meer te gebruiken foldertjes lukte helaas niet en dus zijn we nadat we onze heerlijke pasta, tomaat en makreel mengsel op hadden, de muggenvrije tent in gegaan om te lezen in de e-reader en ons Spaans op te krikken met de net gekochte Engelse leerboekjes voor Catalaans sprekenden.

De volgende dag verlieten we de vallei, waarbij het open landschap langzaam veranderde in dichtbegroeide bossen. Glibberen en glijden door de modder werd afgewisseld door stenen paden die de Inca trail voorstelden. Na vijf uur wandelen kwamen we in het gezellige kleine dorpje Congon. Een dorpje van 300 inwoners waarvan het grootste deel op deze zondag buiten op straat zat om te kletsen met de medebewoners, te volleyballen, te voetballen of hun geld op te maken aan het bier. Onze tent konden we opzetten naast het voetbalveldje waar een twintigtal jongens op dat moment aan het voetballen was. In de pauze waren ze maar wat geïnteresseerd in ons Engels-Spaanse boekje en nadat we ze wat lessen hadden gegeven heeft Boris zijn voetbalkunsten onder vol gejuich en gelach van de jongens vertoond. Het was een erg gezellige, relaxte en leuke sfeer.

Het werd een regenachtige nacht, een niet al te goed voorteken voor de meestal modderige wandelpaden die ons de volgende dag te wachten stonden. En dat bleek inderdaad zo te zijn. Het was een prachtige wandeling door regenwoud, smalle paadjes tussen de dichtbegroeide bossen, waarbij het grotendeels veel glibberen en glijden werd. Met de dichte mist was het een bijzondere wandeling, waarbij we bij de diverse aangegeven uitzichtpunten vaak vrij identiek waren; een grote witte waas van mist, waarbij enkele palmbomen als schaduw te zien waren. Erg mooi!
Na 9 uur, 18.9 km glibberen en glijden en een stijging van 1500 meter, kwamen we aan bij de top. Een bord deed ons vermoeden dat dit Yumal moest zijn, maar waar waren de huisjes met ons wel naar uitgekeken en verdiende avondeten? Een Peruaan die aan het werk was, gaf het antwoord; aqui, onderwijl hier. Mmm.. dat werd een avondje waarbij we onze voor nood gekochte noodles konden opmaken. We hadden nog een uurtje om te zoeken naar water in de omgeving, ook wel lekker voor de volgende dag en wel zo handig voor de noodles. Gelukkig waren we er in geslaagd om een riviertje te vinden en hebben we die avond genoten van onze noodles en liter chocolademelk, dat we konden maken van ons laatste chocolademelk poeder.

De volgende dag werd gelukkig een afdaling van twee uur, niet al te veel voor het minibanaantje en thee met veel suiker die we als ontbijt hadden gehad. Het was een wandeling over de kale heuvels van rond de drie kilometer hoog met uitzichten over de omliggende landgoederen en de inmiddels aanwezige dorpjes. Wederom een prachtige wandeling en compleet anders dan alle andere dagen.

Eenmaal terug in Chachapoyas hebben we onszelf na een dagje diëten getrakteerd op een wat luxer restaurant met de beste biefstuk van de stad en heerlijke frietjes onder het genot van een halve liter bier. Wat was dat genieten! Schade, 10 euro. Dat kunnen we nog wel eens vaker doen :).

Over een uurtje gaat de bus, die ons richting de amazone brengt. Een kano tocht door de jungle staat ons te wachten waar we onwijs naar uitkijken. Weer een compleet andere omgeving nadat we ons de afgelopen maanden hebben vermaakt aan de kust en in de bergen. We zullen er vast en zeker onwijs van gaan genieten.

Tot de volgende keer!

Foto’s zie: https://plus.google.com/photos/114174391794013405407/albums/6009699024458705441#photos/114174391794013405407/albums/6009699024458705441


  • 16 Mei 2014 - 06:41

    Linda:

    Wat een gave avonturen weer, het moet echt heel erg gaaf zijn daar! En wat grappig om midden in het dorp te kamperen, ik zie jullie al zitten op het marktplein haha ;). Heel veel plezier met de verdere tocht!

  • 16 Mei 2014 - 09:07

    Esther:

    Heej Leonie en Boris, wat ontzettend gaaf weer! Wat een avontuurlijke reis, heerlijk om zo vrij te zijn. Het klinkt alsof jullie er echt heel erg van genieten, heel veel plezier nog! En de foto's zijn echt fantastisch, ben jaloers...

  • 16 Mei 2014 - 10:50

    Margot:

    het is weer genieten om over jullie avonturen te lezen. Ik heb de foto s bekeken , wat geweldig mooi is het daar. Ik ben erg jaloers . blijf genieten en denk elke dag even na:)
    Margot

  • 16 Mei 2014 - 11:13

    Dolf:

    Hoi Leonie en Boris,

    Jullie beginnen journalistieke gaven te ontwikkelen. Prachtig ooggetuigenverslag !
    Wat is de wereld mooi !

    Dolf

  • 16 Mei 2014 - 20:22

    Steef En Ida:

    Leuk om het verslag weer te lezen.het surfen roept weer oude herinneringen op .wij hebben ook surf les gehad. Na een dag les stelde de instructeur aan ida voor om een andere sport te beoefenen.En dat op een dode arm van de oude IJssel!
    zijn zelf een week naar Portugal geweest.veel gereisd en dus veel gezien.prachtig weer gehad.voor herhaling vatbaar.Hier verder alles goed.gaat allemaal zijn gangetje.Met Marit hebben we er een grote vreugde bij maar uiteraard ook een zorg.Niet dat dat nu nodig is was ze groeit en bloeit.Heel bijzonder een kleinkind!
    Geniet er nog van.
    Groetjes ida en steef

  • 16 Mei 2014 - 21:53

    Dineke:

    Wat maken jullie leuke avonturen mee en wat genieten jullie ervan! En wat een verscheidenheid aan natuur.
    Weer een erg mooi verhaal en mooie foto's. Het weer was helaas niet altijd ideaal voor de foto's.
    Blijf genieten.
    Liefs, Dineke

  • 19 Mei 2014 - 10:06

    Raj En Klaas:

    Tsjonge jonge, wat een avonturen weer allemaal. Gaaf dat jullie op een plank hebben gestaan. Surfen is wel heel wat anders dan wandelen, maar het geeft echt wel een kick he.

    @ Boris - ving jij met je 2 meter ellende niet teveel wind op de surfplank? Mooi om te lezen dat jullie volop genieten. Zoals wij het hier lezen is het echt een heel andere wereld.

    We hopen op veel meer avonteren natuurlijk.

    Geniet ervan.

    Groet Klaas en Raj

  • 20 Mei 2014 - 05:25

    Brigith:

    Hallo Boris, Wat een verhaal weer!
    Genier er maar van.
    Groetjes Brigith

  • 20 Mei 2014 - 05:26

    Brigith:

    en ohja, boris wat ben je mager geworden!
    Neem maar snel weer een cavia..

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Boris en Leonie

Actief sinds 04 Maart 2014
Verslag gelezen: 900
Totaal aantal bezoekers 38002

Voorgaande reizen:

08 Maart 2014 - 31 December 2024

Zuid Amerika

Landen bezocht: